DIEFSTAL VROEGPENSIOEN door ABP
Door: STEUN acties en doneer
Blijf op de hoogte en volg Actiegroep
01 Maart 2008 | Nederland, Amsterdam
Wij maken bezwaar tegen:
1e. Verduistering van FPU kapitaal, de persoonlijke polis, door waardeoverdrachten naar het ouderdomspensioen, zonder de in de Pensioenwet vereiste toestemming van de deelnemers. En diefstal van extra inleg voor FPU met spaarproducten, zoals FPU-Totaal-Extra en ABPKeuzepensioen;
2e. Het inhouden door de werkgever van VUT-FPU-basis premies, bij de jongeren geborne in en na 1950 voor degenen geboren voor 01-01-1950. De jongeren betalen maar hebben geen recht op FPU/vroegpensioen. Betalen zonder rechten. Dit is leeftijdsdiscriminatie;
3e. Afschaffing van 40-dienstjarenpensioen en de halvering van pensioen van degenen die voor 60 jaar 40 pensioenjaren opbouwden en die nu op 62 jaar een gehalveerd pensioen ontvangen;
4e. Niet nakomen van afspraken over 40-deelnemingsjaren pensioen, terwijl duidelijk is afgesproken dat degen met 40 dienstjaren op 62 jaar en 9 maanden met 70% zouden kunnen vertrekken. Dit blijkt een grote leugen te zijn geweest voor degenen geboren in 1950-1955.
In het Hoofdlijnenakkoord is deze afspraak gemaakt voor 40-dienstjaren van 70% op 62 jaar en 9 maanden. De afspraak wordt niet nagekomen;
5e. Leeftijdsdiscriminatie, onder meer omdat de inkoopregeling alleen geldt voor degenen geboren na 01-01-1950.
6e. De ongelooflijke "pensioenbreuk", voor degenen die het wagen om buiten de overheid te gaan werken: dat kost 10% van het pensioen, door het vervallen van de zogeheten: "inkoopregeling".
Dezelfde breuk treedt op voor degenen die een vertrekregeling aanvaarden en geboren zijn na 01-01-1950 (bijvoorbeeld ogv. artikel 99 ARAR).
7e. Ook stoppen met werken voor 65 jaar kost 8% per eerder gestopt jaar, niet alleen over het pensioen, maar ook over het vroegpensioenkapitaal wordt de strafkorting eraf gehaald;
8e. Betalen van een solidariteitspremie van meer dan € 1000,- per persoon per jaar, enkel ten behoeve van degenen die al met FPU zijn of nog het recht hebben om met FPU te gaan. Allen geboren na 01-01-1950 betalen mee voor de kaviaarregeling van degenen geboren voor 01-01-1950!
Ook dat is leeftijdsdiscriminatie.
De werkgever en ABP handelen in strijd met de Pensioenwet, verduisteren vroegpensioen, komen afspraken over 40-dienstjaren niet na en discrimineren ongeoorloofd op leeftijd.
KORTE TOELICHTING
Ambtenaren betaalden verplicht premies voor vroegpensioen in de periode 1997-2005. Dit eigen kapitaal is met eigen premies opgebouwd voor een bepaald doel, namelijk een overbrugging tot het ouderdomspensioen.
Per 01-01-2006 is het geld voor vroegpensioen/FPU door ABP en andere pensioenfondsen, zonder de vereiste wettelijke instemming van deelnemers, toegevoegd aan het Ouderdomspensioen (waardeoverdracht). Het vroegpensioen is zonder de in de Pensioenwet (artikel 83) vereiste wettelijke instemming van de deelnemers omgezet in een lijfrente, ingaande 65 jaar. Bij opname voor 65 jaar volgt een strafkorting van circa 8% per eerder opgenomen jaar.
De Tweede Kamer heeft in 2005 geregeld dat vroegpensioen zonder kortingen en naar eigen keuze van de pensioendeelnemer ook aan levensloop kon worden toegevoegd. Maar ABP weigert om dit keuzwerecht te respecteren.
Pensioen kan nu nog steeds eerder worden opgenomen, voor 65 jaar, maar dan volgt een strafkorting van circa 8% per eerder opgenomen jaar. De FPU is door onrechtmatig handelen van ABP (waardeoverdracht in strijd met art 86 van de Pensioenwet)omgezet naar het pensioen (dus, een levenslange lijfrente).
DOELGROEP
De doelgroep in ruime zin zijn alle werknemers geboren NA 1950, die een kapitaal opbouwden voor vroegpensioen.
Ambtenaren geboren tussen 1950 en 1955 met veel dienstjaren zijn het meest de klos. Hun FPU en het pensioen worden bij opname ingaande 60 jaar gehalveerd door de actuariële strafkorting. Het opgebouwde FPU kapitaal valt bij overlijden geheel toe aan het pensioenfonds. De beloofde 40-dienstjarenregeling is er nooit gekomen.
Er is sprake van LEEFTIJDSDISCRIMINATIE door het achterwege laten van een fatsoenlijke overgangsregeling. Het ABP, PGGM en verzekeraars voegen ten onrechte FPU toe aan het ouderdomspensioen. Er is sprake van disproportionele schade.
Misleiding door ABP van degenen die premies voor FPU betaalden. Verduistering van onze FPU/vroegpensioen is volgens ons niet acceptabel.
STEUN IS NODIG
Bent u het eens met onze acties?
Steun dan met name ons hoger beroep met uw donatie.
Dit bedrag wordt uitsluitend gebruikt om onze advocaten mr Uilhoorn en mr Fritse te Dordrecht te betalen.
Maak uw bijdrage van € 25,- over op gironr. 5370109 t.n.v. H.en H. van Wieringen te Hazerswoude-dorp.
(Zie hierna: kosten en toezicht op de giro).
Vermeldt bij uw betaling:
- uw emailadres en
- of u als getuige wilt worden genoemd in de Memorie van Grieven voor het Hof.
WAAROM ZOU U ONS STEUNEN?
1. Als wij deze zaken winnen krijgt u net als wij uw FPU geld weer in handen, zonder actuariële kortingen.
2. Bovendien zal een einde komen aan het betalen van FPU voor anderen.
3. Ook de beloofde 40-dienstjarenregeling na 62 jaar en 9 maandan, moet er alsnog komen.
Met uw donatie kunnen we onze advocaten betalen. Na uw donatie geven wij u gratis advies over uw pensioen, lijfrente en eventuele bezwaren en stellen al onze modellen en dagvaardingen aan u ter beschikking.
WAT KUNT U VERDER DOEN?
En vergeet niet uw collega's geboren na 01-01-1950 over deze actie te informeren!
Als u emailadressen van uw collega's hebt dan kunt u die plakken in een mail en aan ons toesturen, waarna wij hen op de hoogte brengen van onze acties.
U kunt ook zelf emailadressen toevoegen op deze site.
PROCEDURES
De belangrijkste nu lopende procedures zijn:
1. Rechtbank Maastricht, civiele procedure tegen ABP;
2. Hof Den Bosch, civiele procedure tegen ABP
3. Rechtbank Den Haag, bestuursrecht, tegen minister van BZK wegens onrechtmatige daad, namelijk het vaststellen van regels die in strijd zijn met het recht, namelijk in strijd met de Pensioenwet, de WGBLA en het Europese recht.
4. WOB beroep, om de geheime documenten over de benadeling van een kleine groep boven water te krijgen;
5. Klacht bij de Commissie Gelijke Behandeling over de solidariteitsheffing.
Voor procedure 2, civiele procedure bij het Hof hebben wij de advocaat ingeschakeld. Die kost geld.Wij kunnen de procedures in uw belang alleen succesvol afronden met uw steun.
WEBSITES
Wij onderhouden contacten over onze procedures met de actiegroep Doetinchem van de belastingdienst en met het AVV, alternatief voor vakbond. Zie:
www.alternatiefvoorvakbond.nl
en ook
www.jongeambtenaren.nl
(de laatste site wordt niet meer bijgehouden)
MAAK EEN PRINT EN LEG EEN PAAR KOPIEËN OP DE KOFFIETAFEL!!!
GEEF DEZE SITE: www.raadsman.net DOOR AAN UW COLLEGA's.
AFMELDEN
Als u geen belangstelling hebt voor deze site, bijvoorbeeld omdat u niet tot de doelgroep hoort, dan kunt u zich op een nieuwbrief afmelden door uw email adres aan te klikken.
Krijgt u ongevraagt een nieuwsbrief van een collega en wil u deze niet ontvangen dan bieden wij onze excuses aan voor de overlast. Maar het zou wel leuk zijn als u de nieuwsbrief doorstuurt aan iemand die er wel prijs op stelt.
CONTACT met ons:
mail naar: abp.pensioen@hotmail.com
Als u uw tel.nummer in uw mail zet bellen wij u zsm terug.
Bedankt voor uw begrip en ondersteuning.
Het laatste nieuws staat in de rubriek: INFO actueel voor donateurs.
Hieronder leest u alle eerdere berichten van 2006 tot en met 2008 !!!
-
20 Augustus 2007 - 12:40
Meer Zaken:
Onze eerste zaak over vrijwillig betaalde FPU ligt al bij het Gerechtshof te Den Bosch.
Daarnaast hebben wij bij de kantonrechter Heerlen onze zaak liggen over de verplichte FPU/overbrugging.
Maar gelukkig zijn wij niet de enigen die het ABP op de korrel nemen. Ook het Alternatief voor Vakbond heeft een geduschte zaak aangespannen.
Op 24 september 2007, ruim een jaar na het uitbrengen van de dagvaarding aan het ABP wegens verboden leeftijdsdiscriminatie in de VUT overgangsregeling, zullen ABP en AVV pleidooi houden. Dat zal plaatsvinden bij de kantonrechter te Heerlen.
Het AVV en een tiental mede-eisers vragen de rechtbank om een aantal bepalingen uit het ABP Pensioenreglement nietig te verklaren. De bewuste bepalingen zijn in strijd met het verbod op leeftijdsdiscriminatie. Om de VUT-regeling voor mensen geboren voor 1950 in stand te houden (terwijl die voor alle anderen is afgeschaft) dwingt het ABP juist de jongere generatie veel meer te betalen en langer door te werken. Tegelijkertijd weigert het ABP de gegevens openbaar te maken waaruit de nieuwe lastenverdeling duidelijk blijkt. Het AVV heeft daarom de hulp ingeroepen van een aantal advocaten en van een groot kantoor van accountants en actuarissen. Uit de berekeningen blijkt inderdaad dat de lastenverdeling disproportioneel is en dat het ABP de risico's en nadelen eenzijdig bij de jongeren, geboren na 01-01-1950, legt.
-
22 Augustus 2007 - 07:57
Simpel :
Dat we deze zaak winnen lijkt te volgen uit de wettekst Pensioenwet, waarin toch duidelijk staat dat bij waardeoverdracht de deelnemer daartegen geen bezwaren heeft.
In de PSW, geldig tot 01-012007, stond dat de deelnemer om toestemming moest worden gevraagd. Aan niemand is toestemming gevraagd !
In de nieuwe PW staat:
Artikel 83. Bevoegdheid tot collectieve waardeoverdracht op verzoek werkgever
1. De pensioenuitvoerder is op verzoek van de werkgever bevoegd tot collectieve waardeoverdracht indien:
de waardeoverdracht ertoe strekt in verband met een collectieve wijziging van de pensioenovereenkomsten de waarde van pensioenaanspraken of pensioenrechten aan te wenden bij dezelfde pensioenuitvoerder overeenkomstig die gewijzigde pensioenovereenkomsten.
2. Bij een collectieve waardeoverdracht als bedoeld in het eerste lid wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. de deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners of de pensioengerechtigden hebben geen bezwaren jegens de pensioenuitvoerder kenbaar gemaakt tegen de waardeoverdracht nadat zij over het voornemen schriftelijk zijn geïnformeerd;
Elk beding strijdig met dit artikel is nietig.
-
29 Augustus 2007 - 10:36
FPU Verdwenen !!:
Hebt u uw pensioenoverzicht 2007 al ontvangen?
Ziet u daarop staan wat u aan FPU hebt opgebouwd van 1997 tot en met 2005?
Neen?
Waarom denkt u dat het ABP uw FPU ineens niet meer op uw overzicht zet?
Wellicht moet u toch onze actie steunen !!!!!!!!
-
29 Augustus 2007 - 10:54
Pensioenwet:
art 83, lid 2, onder a, bij een collectieve waardeoverdracht op verzoek van de werkgever moet de deelnemer vooraf worden geïnformeerd, daarna kan de deelnemer tegen de waardeoverdracht bezwaar maken. -
29 Augustus 2007 - 13:06
Eigendomsrecht:
Artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM: Recht op eigendom
Artikel 1 Eerste Protocol (EP) luidt als volgt:
‘Every natural or legal person is entitled to the peaceful enjoyment of his possessions. No
one shall be deprived of his possessions except in the public interest and subject to the
conditions provided for by law and by the general principles of international law.
The preceding provisions shall not, however, in any way impair the right of a State to enforce
such laws as it deems necessary to control the use of property in accordance with the
general interest or to secure the payment of taxes or other contributions or penalties.’ -
25 September 2007 - 14:01
Fred:
Hallo Fred,
Ik ga je conform verzoek opvoeren als getuige en benadeelde in de cviviele procedures bij het Hof en de kantonrechter. Er lopen diverse procedures, ook van het Alternatief voor Vakbond. Wij hebben zeker gelijk, maar de rechter en de CGB durft de vingers niet te branden, althans nog niet. Het gaat er nu om van de rechter gelijk te krijgen.
Met name het betalen van FPU voor degenen met een paar dienstjaren, die wel met FPU mogen omdat zij geboren zijn voor 01-01-1950, gaat te ver. (zie je salarisstrook: premie: VUT-FPU-basis, circa € 1500 per jaar).
Macro gezien gaat het om een FPU regeling die in de overgang € 12 miljard kost en die voor 95 % wordt betaald door degenen geboren na 01-01-1950. De gewone vakbonden houden zich uiteraard afzijdig omdat zij in 2005 de regelingen goed keurden en in de besturen van de bonden zitten voornamelijk mensen geboren voor 01-01-1950; hun hachje is gered.
Uiteraard zal iedereen van voor 01-01-1950 alsnog met FPU gaan, omdat die wordt betaald door anderen, die geen FPU-rechten meer hebben (bron: Clifford change, advocaten, mr. Sven Koopmans) .
Jouw donatie wordt zeer op prijs gesteld. Allen geboren voor 01-01-1950 zijn het met mij eens, maar vergeten hun donatie over te maken. Voor de procedure bij Gerechtshof Den Bosch ben ik verplicht met een advocaat te werken: de kosten gaan richting € 3000,-, terwijl ik aan donaties nog geen € 350,- heb.
Kennelijk is mijn marketing niet goed, want er moeten toch een paar duizend oudere jongeren met veel dienstjaren zijn die ongelooflijk te pakken zijn genomen. Die zouden toch moeten doneren, mede omdat anderen, zoals ik, Gijs en de leden van AVV, hun nek uitsteken en het werk doen. Als wij dit winnen zullen allen meeprofiteren. Als jij nog collega's kunt aanmoedigen tot een donatie, dan graag. Zolang er geen € 3000,- op de rekening staat loop ik nu al vast op de kosten en kan ik feitelijk niet verder; Gijs controleert de rekening zodat niemand er met de kas vandoor kan. Kortom elk idee voor sponsoring is welkom en wellicht kun je deze mail in je netwerk kwijt.
Ik ga nu even het verslag maken van de rechtszaak op 24 september 2007 voor de kantonrechter.
Het verslag zet ik op www.raadsman.net , waar alle actualiteiten staan. -
15 Oktober 2007 - 12:22
De Pers:
reacties in de media;
Reacties in de pers:
Frank Kalshoven (vaste columnist Volkskrant): Vooral 45 tot 55-jarigen betalen hiervoor een hoge prijs, concludeer ik samen met Elsevier, een weekblad dat meedeed in de strijd op openbaarheid. Vakbondsbestuurders die dit een evenwichtig, sociaal en solidair akkoord durven noemen, gebruiken voor deze begrippen wel heel particuliere definities. (Volkskrant, 10 september 2005)
Ambtenaren van middelbare leeftijd betalen het meest aan de afschaffing van de ambtenaren-VUT. Zij hebben ook het langst betaald aan de VUT van vertrokken ambtenaren (Volkskrant, 8 september 2005)
Een groep jonge ambtenaren heeft maandag bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een klacht ingediend over de pensioenregeling die het pensioenfonds ABP en verzekeringsmaatschappij Loyalis aanbieden. De actiegroep wil helderheid over de financiële constructie van de pensioenregeling. (Volkskrant, 30 augustus 2005)
Frank Kalshoven (vaste columnist Volkskrant): Afgescheept met een treurig standaardmailtje van het ABP en een rookgordijn dat u door Xander den Uyl namen alle betrokken vakbonden is aangeboden, staan we een week later nog steeds met lege handen. Pensioen blijft geheim. (Volkskrant, 27 augustus 2005)
Hans Pont (oud voorzitter FNV) & Annet van der Hoek (oud Tweede Kamerlid PvdA): De discussie die is aangezwengeld door een aantal jongere ambtenaren, is een symptoom van een calculerende trend. Maar los van al het rekenwerk over vervroegd uittreden, de flexibele pensioengerechtigde leeftijd en de levensloopregelingen, gaat het toch om de weerstand die er blijkt te zijn bij te dragen aan de financiering van een overgangsregeling. .... Wij denken dat wordt vergeten hoe negatief al dat geloer naar elkaar - om vooral zelf niets te kort te komen - uitpakt. (Volkskrant, 26 augustus 2005)
Het pensioenfonds ABP heeft afgelopen weekeinde ruim 500 protest-mails gekregen na een oproep van Volkskrant-columnist Frank Kalshoven. (Volkskrant, 22 augustus 2005)
Frank Kalshoven (vaste columnist Volkskrant): Om maar met de deur in huis te vallen: u zou me een plezier doen (en uzelf ook, denk ik) als u een mailtje zou sturen aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds met daarin de opmerking: doe niet zo flauw zeg, daar bij het ABP. Ze begrijpen wel wat u bedoelt. Wat bedoelt u? U vindt het flauw, om niet te zeggen labbekakkerig, dat het ABP weigert inzicht te geven in berekeningen die duidelijk maken wie nou eigenlijk de rekening betaalt van het vroegpensioen. (Volkskrant, 20 augustus 2005)
Op de keper beschouwd is het een staatsrechtelijke dwaling om de vakbonden nu de schuld van dit alles te geven. Niet de FNV regeert dit land, maar het kabinet. (Financieel Dagblad, 2 augustus 2005)
De jonge ambtenaren en Bovenberg hebben volstrekt geljik dat de pensioenrekening onnodig hoog is en te veel bij jongeren wordt gelegd. Het verweer van de bonden hiertegen komt er op neer dat jongeren hetzelfde kunnen doen als zij zelf oud zijn. Maar dat overtuigt niet, want tegen die tijd zullen de ouderen hard nodig zijn om de economie draaiende te houden. (Financieel Dagblad, 2 augustus 2005)
Vakbonden en werkgevers vertikken het om duidelijk te maken wat de reparatie van vroegpensioen de jongere werknemers precies kost. (Elsevier, 30 juli 2005)
De 'solidariteitspremie' van 3,75 procent is wat de jonge ambtenaren betreft te hoog. Den Uyl hekelt de term: 'Het is geen solidariteitspremie. Het is een premie om de overgangsregeling te financieren... Nee, dat is het ook niet. Het is gewoon een premie, voor iedereen. Iedereen profiteert, alleen niet in gelijke mate.' (Elsevier, 30 juli 2005)
De sociale partners ontwijken ook een pricipiele vraag: wiens probleem is het eigenlijk dat er onvoldoende geld in de pensioenpotten zit om ouderen vroeg te laten stoppen met werken? (Elsevier, 30 juli 2005)
De Tilburgse econoom Lans Bovenberg vraagt zich intussen af of jongeren solidair moeten zijn met ouderen, of dat de verwende vergrijsde achterban van de vakbonden solidair moet zijn met jongeren door zijn aanspraken op vervroegd pensioen op te geven. (Intermediair, 28 juli 2005)
Thunissen & Kamphuis (briefschrijvers): Daar zitten jullie dan. Sinds kort belastingbetaler. Jong ambtenaar te wezen. In de hand een rekenmachientje dat je verkeert hanteert, en in je hoofd een boel jaloezie die je voor waarden en normen houdt: "I want my money back". Benieuwd wat jullie over 25 jaar doen. Langzaam boven komen drijven? (Volkskrant, 23 juli 2005)
De werknemers van de vakcentrale FNV moeten langer doorwerken. Bij de FNV wordt de standaardpensioenleeftijd van 60 jaar verhoogd naar 62 jaar. "In de regeling is niet voorzien in een opslagpremie om oudere FNV'ers aan voldoende prepensioengeld te helpen. Er waren al rechten toegezegd maar het fonds heeft te weinig in kas. We willen bij de FNV geen discussie over een generatieconflict zoals bij de ambtenaren", zegt Van der Ploeg. (Volkskrant, 23 juli 2005)
Blijft de vraag wat de bonden bij de overheid, Abvakabo FNV en CNV Publieke Zaak voorop, moeten met de boze jonge ambtenaren die geen vakbondsleden zijn. Met een strategie van negeren hebben beide bonden ervaring. Eind jaren tachtig negeerden zij de smeulende onvrede in de zorg. Dat leidde tot de actiegroep VVIO, verplegenden en verzorgenden in opstand. Daar kwam NU91 uit voort, een gevestigde bond die veel (jonge) leden van de bonden weg snoepte. Dat gevaar dreigt weer. (Volkskrant 20 juli 2005)
Antoon Blokland (CNV jongeren): Ik ben heel blij met het initiatief van de jonge ambtenaren. Eindelijk laten jongeren eens wat van zich horen. En terecht, ze laten zich de kaas van het brood eten. (Volkskrant, 19 juli 2005)
Xander den Uyl (Abvakabo FNV): De kritiek van de jonge ambtenaren is absoluut onterecht. Jong en oud hebben bij de regeling voor vervroegd pensioen dezelfde rechten. (Volkskrant, 19 juli 2005)
Xander den Uyl (Abvakabo FNV): De gemiddelde leeftijd bij Abvakabo FNV is 47 jaar, dat klopt. En daarbij zijn de gepensioneerde leden nog niet meegeteld (Volkskrant, 19 juli 2005)
Een woordvoerder van Abvakabo FNV zegt dat geen van de jonge ambtenaren die kritiek spuiden lid zijn. "Wij sluiten een akkoord namens onze achterban." (Haagsche Courant, 18 juli 2005)
De scribenten stellen te spreken namens 'vele jonge ambtenaren' hoewel ze dat nergens hard maken (Financieel Dagblad, 18 juli 2005)
De Abvakabo neemt het stuk van de jongeren niet erg serieus: 'Ik zie nergens hun stelling onderbouwd en een alternatief zie ik al helemaal niet.' (Financieel Dagblad, 18 juli 2005)
-
28 Oktober 2007 - 11:17
Donaties:
Na 12 oktober ontvingen wij donaties voor onze advocaten van Hr Janssen, fam. Verwey, fam. Thiele, fam. Kamphuis, Hr. Scheurs, fam Schaars, fam. Huiskens, fam.Sak.
Dank voor uw bijdrage, maar vooral ook voor deze morele steun.
Hopelijk volgen andere belanghebbenden alsnog uw voorbeeld. -
04 November 2007 - 18:34
FLYER !!!!!!!!!:
FLYER ! doe er wat mee!
Bijgaande flyer is kort en krachtig. Als u met ons onderstaande flyer wilt verspreiden dan gaat het lukken.
Wij doen de inhoud en ook u gaat ervan profiteren.
DOE MEE, print, copieer de flyer. Deel 'm uit, plak 'm op het prikbord, en doneer als u dat nog niet deed.
Alvast bedankt en wij houden u op de hoogte.
AAN: alle ambtenaren geboren na 01- 01-1950 !
Van: www.raadsman.net
Hallo,
Per 01-01-2006 is uw pensioen dramatisch verslechterd, namelijk:
I. Diefstal van uw vroegpensioen/FPU
- U betaalde tot 01-01-2006 vroegpensioenpremies (VUT, FPU, FPU Totaal/Extra en ABP Keuzepensioen). Daarmee hebt u een kapitaal opgebouwd. Dat kapitaal is door uw werkgever en de vakbonden overgedragen naar uw ouderdomspensioen. Deze waardeoverdracht is gedaan zonder uw toestemming, die volgens de Pensioenwet wel vereist is. De Hoge Raad stelt dat als iets niet is geregeld is, het nog niet is toegestaan (HR LJN BA7024). Overheveling zonder uw toestemming is onrechtmatig;
- Het nabestaandenpensioen is gehalveerd. Door de waardeoverdracht van uw FPU-kapitaal naar uw ouderdomspensioen is dit FPU-geld eveneens verdwenen voor uw nabestaanden. Dit is diefstal.
- U betaalde vanaf 01-04-1997 voor uw FPU-Extra, FPU-Totaal of een ander spaarproduct? Uit onze maatmanberekeningen blijkt dat uw pensioen niet of nauwelijks hoger is dan het pensioen van anderen die niet bijspaarden. Uw geld is verdwenen achter de horizon. Dit is verduistering van uw FPU bijspaarproducten.
II. Onterechte solidariteitsheffingen
- U betaalt jaarlijks premies voor VUT-FPU-basis. Het bedrag is meer dan € 1000,- . Maar u hebt zelf geen recht meer om met VUT of FPU te gaan;
- Deze door u betaalde premies zijn uitsluitend bestemd voor degenen die geboren zijn voor 01-01-1950 en die al met FPU zijn vertrokken of dat de komende jaren alsnog gaan doen.
- Als nog meer collega’s met FPU vertrekken, dan gaat u meer premies betalen. De werkgever verhoogt namelijk jaarlijks uw premies voor deze VUT-FPU-basis van anderen. Kijk maar op uw salarisoverzicht.
- U gaat tot 2023 meebetalen aan de € 12, oplopend naar € 13 miljard voor de vertrekregelingen van hen die al met FPU zijn of nog zullen gaan;
III. Groep met meeste dienstjaren extra hard gepakt
- Volgens het Hoofdlijnenakkoord zouden ambtenaren met 40-dienstjaren op 62 jaar en 9 maanden met 70% van hun salaris met pensioen kunnen gaan. Uit onze berekeningen blijkt dat dit niet waar is. Zij moeten 43-46 dienstjaren maken, en in elk geval tot 64 jaar doorwerken om die 70% te halen;
- Uit berekeningen van het CPB blijkt dat de groep geboren tussen 1950 en 1955 in 1997 (invoering FPU), in 2004 (invoering middelloon) en per 01-01-2006 (afschaffing FPU) het meeste inleverden. Degenen met de meeste dienstjaren betalen het meest en krijgen relatief het minst.
IV. Pensioenbreuk ingevoerd
- Als u buiten de rijksoverheid gaat werken of eerder stopt met werken voor uw pensioen ingaat, krijgt u een korting op uw pensioen van circa 10% (de inkoopregeling vervalt). De pensioenbreuk is voor u weer ingevoerd;
- U mag voor uw 65ste vertrekken met ABP-Keuzepensioen, maar uw pensioen wordt dan gekort met 8% per jaar voor ieder jaar dat u eerder vertrekt. Dit is leeftijdsdiscriminatie. In de Tweede Kamer is hier al in 2005 voor gewaarschuwd.Deze maatregelen in het Pensioenreglement van ABP zijn onrechtmatig. Bij twee Rechtbanken en bij de Commissie Gelijke Behandeling hebben wij bezwaar gemaakt tegen de diefstal van FPU en de solidariteitsheffing. De CGB heeft al uitgesproken dat premies betalen zonder eigen rechten, leeftijdsdiscriminatie is. Verder is waardeoverdracht van FPU Totaal volgens de CGB alleen geoorloofd als de deelnemer geen schade heeft. Het Alternatief voor vakbond (AVV) heeft bij de Rechtbank ook bezwaar gemaakt. De werkgever en ABP handelen in strijd zijn met het recht dat werknemers beschermt tegen misleiding, onjuiste informatie, onevenredige toedeling van lasten en lusten, en leeftijdsdiscriminatie.
Uw belang
Wij verwachten een goede afloop van de procedures. U kunt straks een beroep doen op positieve uitspraken van de rechter. Voor de civiele procedures hebben wij de hulp van enkele advocaten ingehuurd. Dat kost helaas veel geld.
Bent u het met onze acties eens?
Steun dan ons hoger beroep bij het HOF, tegen verduistering van uw FPU met uw donatie voor onze advocaatkosten. Maak uw bijdrage van € 25,- s.v.p. over op giro nr. 5370109 t.n.v. H.en H. van Wieringen te Hazerswoude-dorp. Dit bedrag wordt uitsluitend gebruikt voor onze advocaten mr Uilhoorn en mr Fritse te Dordrecht. Via www.raadsman.net houden wij u op de hoogte. Wij zijn overtuigd van ons gelijk, maar kunnen het alleen krijgen met uw steun. Voor onze donateurs hebben wij tips en adviezen voor compensatie van vroegpensioen, in tijd en geld.
P.S. Geef deze flyer door aan uw collega’s en leg deze in de koffie-corners.
GER:
levensloop is het enige alternatief om nog wat eerder te kunnen stoppen, ook al moet je vanaf de eerste euro dit (opnieuw) zelf financieren, want nu is het ineens niet meer zo logisch dat de jongere generatie solidair is met de oudere generatie (zoals wij dat wél steeds zijn geweest). In feite betalen we dus 2x (eerst vut-premies voor de vorige generatie en nu via levensloop iets soortgelijks voor onszelf).
Als of het nog niet genoeg is weigert het ABP de toegestane (maar niet verplichte) mogelijkheid te benutten de waarde van de opgebouwde prepensioenen in de levensloopregeling te storten. Ik dacht altijd dat het pensioenreglement een overeenkomst was, waarvoor wilsovereenstemming nodig is van alle partijen. Of hebben de bonden namens ons die overeenstemming bereikt, zonder dat we het weten? Dan staan we er zwak voor.
En is de levensloop nu echt een veilige haven? Nee, want die dreigt binnenkort al weer te worden "aangepast" zodat we die nog hooguit voor deeltijdvroegpensioen kunnen benutten!
Wat word je als trouwe en loyale ambtenaar toch gigantisch genaaid en volledig gedemotiveerd door deze overheid. En dan denken ze ook nog dat we inzetbaar blijven? Just forget it!
Maar of ik vertrouwen heb in de uitkomst van de procedure? Te vaak heb ik in de jurisprudentie gezien dat zelfs de Hoge Raad een constructie weet te bereiken die er op neer komt: je hebt gelijk, maar je krijgt het niet....
Desondanks: ik ben blij dat er iemand nu eens echt initiatief neemt en toon me graag solidair. Ik wens je heel veel succes!
FLYER24 Oct 2007 19:31 uurOrigineel idee dat steun verdient
Toon Janssen24 Oct 2007 20:52 uurVolledig een met het stuk. Via discussiegroepen Belastingdienst steeds meer ruchtbaarheid voor onze website.
Het verdient nog veel meer belangstelling.
Guus Geluk25 Oct 2007 00:21 uurIk verkeer in de gelukkige omstandigheid, dat ik een medewerker personeelszaken trof begin 2005. Op dat moment was ik 54 jaar oud en werd in maart 55 jaar. Strikt genomen zou ik niet meer in aanmerking komen voor de oude FPU-regeling en de FPU+. Op zijn advies heb ik, omdat de CAO gemeenten op dat moment nog niet rond was een offerte gevraagd om voor 1/3e deel (1,5 dag) FPU te ontvangen. Dientengevolge ben ik vanaf 1 april 2005 gedeeltelijk met FPU en heb dit tot mijn 65 gegarandeerd gekregen. Nu is eigenlijk mijn vraag: val ik nu voor de 3 dagen die ik nog werk in de overgangsregeling FPU of, omdat ik van nà 1950 ben, voor dat deel in de nieuwe levensloopregeling?
Beste Guus25 Oct 2007 11:13 uurDeze vorm van deeltijd FPU was mogelijk bij de gemeenten en niet bij andere sectoren, zoals het Rijk. Ik ben overigens och wel weer iemand bij een ministerie tege gekomen die stelde dat deeltijd FPU wel mogelijk was.
Proficiat, volgens mij heb je het prima gedaan.
Er staat zelfs in een flodderblaadje van het ABP een kort intervieuw met een gemeenteabtenaar ook met deeltijd FPU. Dus bij gemeenten is dit vaker gedaan. Als je een paar oude nummers van die ABP-flodder-folders zonder inhoud, naslaat kom je het vast tegen en kun je die gemeente bellen. De naam van de ambtenaar staat erbij.
Maar tegelijk is dit ook weer dicriminerend ten opzichte van andere sectoren. Voor velen met veel dienstjaren bij het Rijk was dit een oplossing geweest.
Je vraag is te specialistisch voor mij. Het staat vast wel in het PR, maar waar. Jouw eigen afdeling PZ mag dit uitzoeken of het ABP. Ik ben wel erg benieuwd naar je antwoord, dus als je het weet zet het op de site. Andere geluksvogels zullen het ook willen weten.
Met zoveel geluk rekenen wij wel op je steun en donatie.
Geniet van je vrije tijd.
Han
MAAK ZELF JE FLYER25 Oct 2007 11:19 uurKopieer bovenstaande flyer naar "Word" en plak het daarin. Het is één A4,tje. Maak een paar kopietjes voor de collega's.
Dit verdient een brede beweging, als we er tenminste tien minuten aan willen besteden en ff die € 25 doneren.
Niet iedereen heet Guus Geluk !
KORTE FLYER25 Oct 2007 11:28 uurAAN: alle ambtenaren geboren na 01- 01-1950 !
Van: www.raadsman.net
Hallo,
Per 01-01-2006 is uw pensioen dramatisch verslechterd, namelijk:
I. Diefstal van uw vroegpensioen/FPU
II. Onterechte solidariteitsheffingen
III. Groep met meeste dienstjaren extra hard gepakt
IV. Pensioenbreuk ingevoerd.
Zie het bewijs en onze procedures op www.raadsman.net
Uw belang
U kunt straks een beroep doen op positieve uitspraken van de rechter. Voor de civiele procedures hebben wij de hulp van enkele advocaten ingehuurd. Dat kost helaas veel geld.
Bent u het met onze acties eens?
Steun dan ons hoger beroep bij het HOF, tegen verduistering van uw FPU met uw donatie voor onze advocaatkosten. Maak uw bijdrage van € 25,- s.v.p. over op giro nr. 5370109 t.n.v. H.en H. van Wieringen te Hazerswoude-dorp. Dit bedrag wordt uitsluitend gebruikt voor onze advocaten mr Uilhoorn en mr Fritse te Dordrecht. Via www.raadsman.net houden wij u op de hoogte. Wij zijn overtuigd van ons gelijk, maar kunnen het alleen krijgen met uw steun. Voor onze donateurs hebben wij tips en adviezen voor compensatie van vroegpensioen, in tijd en geld.
P.S. Geef deze flyer door aan uw collega’s en leg deze in de koffie-corners
AFLOOP27 Oct 2007 14:29 uurWaarom: zie samenvatting flyer: het is niet acceptabel dat degenen geboren NA 01-01-1950 voor 95 % het vroegpensioen betalen van degenen geboren VOOR die datum
Onze doelen:
1. OOk ambtenaren geboren VOOR 01-01-1950 kunnen en moeten langer doorwerken;
2. De aanspraken van ambtenaren georben NA 01-01-1950 vervallen niet als zij eerder vertrekken dan 2023.
3. Nu komen alle lusten van de regeling terecht bij de generatie van voor 1950: die kan nog steeds gebruik maken van de riante VUT regeling: gegarandeerde uitkering, vroeg uittreden, nauwelijks premie afdragen voor de VUT.
Dat is niet nodig!!!
4. Alle lasten komen terecht bij de generatie vanaf 1950: die moet zowel langer doorwerken als de kosten van de VUT regeling voor de anderen betalen. Dta moet en kan anders.
5. Herinvoering van het 40-dienstjaren pensioen, conform de afspraken;
In de metaalsector of bij het pensioenfonds van FNV zelf is de ingansdatum voor de VUT met twee jaar verhoogd, zodat de regeling eerlijker wordt en jongeren veel minder hoeven te betalen.
Wij zijn graag bereid om mee te denken aan een rechtvaardig alternatief. Enerzijds door ouderen langer te laten doorwerken, anderzijds door de pensioenaanspraken van jongeren niet te laten vervallen als ze voor 2023 weggaan bij de overheid of bij het onderwijs.
Degenen die met vervroegd pensioen willen zonder dat er voor gespaard is krijgen een een lagere uitkering.
Mensen die nu met vroegpensioen zijn gegaan kunnen weer participeren op de arbeidsmarkt, met behoud van pensioenrechten. Zeker gezien de arbeidsmarkttekorten in de zorg en het onderwijs is dat een redelijk alternatief.
-
04 November 2007 - 18:41
RIJKE OUDEREN:
BETALEN voor rijke ouderen ?
13 MILJARD !!
gaan de jongeren (geboren na 01-01-50) meebetalen voor de vertrekregelingen van de ouderen (geboren voor 01-01-50). En dat terwijl die zogenaamde jongeren zelf niet meer van hun vroegpensioengeld gebruik kunnen maken. Dat geld is zoek.
Werknemers geboren na 01-01-1950 (jongeren) die ontslag of een andere baan nemen worden gestraft met een pensioenbreuk van meer 8% per eerder vertrokken jaar.
U bent het daar niet mee eens? Steun dan ons hoger beroep bij het Gerechtshof tegen verduistering van uw vroegpensioen door het ABP met uw donatie voor onze advocaatkosten. Maak uw bijdrage van € 25,- s.v.p. over op giro nr. 5370109 t.n.v. H.en H. van Wieringen te Hazerswoude-dorp. Dit bedrag wordt uitsluitend gebruikt om onze advocaten mr Uilhoorn en mr Fritse te Dordrecht te betalen.
Na uw donatie houden wij u op de hoogte van de voortgang van de drie lopende procedures bij de Rechtbank Maastricht, de Rechtbank Den Haag en de Commissie Gelijke Behandeling.
U ontvangt op uw verzoek voorbeelden van bezwaar en beroep en dagvaardingen.
U kunt worden vermeld als getuige in onze dagvaardingen, zodat u ten volle meeprofiteert als wij gelijk gaan krijgen. En daar zijn wij van overtuigd.
De Wet VPL, het Hoofdlijnenakkoord en het Pensioenreglement van ABP zijn in strijd met het Europese recht dat werknemers beschermt tegen leeftijdsdiscriminatie.
Zeer dringend: breng a.u.b. al uw collega’s geboren NA 01-01-1950 (jongeren) op de hoogte van het bestaan van deze actie.
Degenen die ouder zijn dan 01-01-1950 lachen zich de ballen uit de broek. Die hoor je niet meer want zij hebben nergens last van. De vakbondsbestuurder die die goedvonden waren dus geboren voor 01-01-1950,
De jongere vakbondsleden die het door hadden hebben hun lidmaatschap opgezegd en zijn gefrustreerd.
De CGB heeft na bijna twee jaar de volgende uitspraak gedaan over betalen van VUT-FPU door jongeren voor de vertrekregelingen van de ouderen:
Samenvatting oordeel
Een man vraagt de Commissie te oordelen over de VUT-overgangsregeling in de CAO voor het boeken en tijdschriftenuitgeverijbedrijf 2005/2006. Om deel te kunnen nemen aan deze overgangsregeling diende de betrokken werknemer op 31 december 2004 55 jaar of ouder te zijn. Ongeacht hun leeftijd dienen alle werknemers door middel van een solidariteitsheffing bij te dragen aan de VUT-overgangsregeling, terwijl bekend was dat de werknemers die op genoemde datum jonger waren dan 55 jaar, waaronder verzoeker, niet meer in aanmerking konden komen voor vrijwillig vervroegd uittreden, of anderszins bij deze solidariteitsheffing baat zouden hebben. Hierdoor is verzoeker benadeeld ten opzichte van oudere werknemers die nog wel in aanmerking komen voor vrijwillig vervroegd uittreden en is sprake van onderscheid. Het doel van het hanteren van een solidariteitspremie is het op zoveel mogelijk kostenneutrale basis streven naar een vergelijkbaar pensioenresultaat voor alle werknemers, waarbij opgewekte verwachtingen worden gerespecteerd en rekening wordt gehouden met de beperkingen en mogelijkheden van de Wet VPL. Dit doel is legitiem. CAO-partijen hebben zich gerealiseerd dat ten aanzien van de groep werknemers die op 31 december 2004 tussen de 45 en de 55 jaar oud waren het beoogde pensioenresultaat vaak niet kan worden bereikt, gelet op de korte opbouwperiode tot aan de beoogde pensioenleeftijd van 62 jaar.
Niettemin is besloten ook van deze groep werknemers een solidariteitspremie te heffen.
Het middel is daarom niet passend. Het onderscheid op grond van leeftijd is daarmee niet objectief gerechtvaardigd. Derhalve is sprake van verboden onderscheid op grond van leeftijd.
De CGB heeft in de door de heer Van Wieringen aangespannen kwestie over zijn extra inleg van FPU, van circa € 47.000,-de uitspraak dat toevoegen aan het ABP-Keuzepensioen alleen is geoorloofd als er geen schade wordt toegebracht.
Op 24 september 2007 om 13.30 worden de pleidooien gehouden voor de kantonrechter Heerlen.
Inzet FPU betalen zonder dat je met FPU kan/mag is leeftijdsdiscriminatie.
Wij gaan daar naar toe en zullen u verslag uitbrengen.
Vergeet u niet uw collega's c.c.te informeren en uw donatie en emailadressen bij ons aan te leveren?
Hoe meer adressen hoe beter wij onze procedures kunnen professionaliseren. En het gaat al erg goed. Help ons ervoor te zorgen dat alle benadeelden op de hoogte zijn van onze procedures!! Goed nieuws in aantocht, steun ons en geef die adressen van die collega's geboren na 01-01-1950 (de jongeren) NU aan ons aan!!!!!! Wij doen de rest wel. Maar er moet nog wel wat gebeuren, dus kom op en doe ook iets tegen de FPU-diefstal.
Eindelijk iemand die iets onderneemt: ik verzamel er wel een stuk of tien en stuur ze naar abp.pensioen@hotmail.com
Prima actie
ger
10 Oct 2007 10:53 uur
op zich goede actie, maar staat wel vast dat bij eventuele winst ook anderen - die de mogelijkheden van bezwaar/beroep niet hebben gebruikt- daarin delen?
doe mee!
!10 Oct 2007
Hallo Ger,
Jazeker, na de uitspraken kan iedereen met de uitspraak in de hand naar ABP en zal dan gelijk krijgen. Voor degenen die al echt van plan waren tot 65 jaar of zelfs langer door te werken maakt het niet uit. Maar iedereen die van mening is dat zijn vroegpensioen niet zonder zijn toestemming, vereist in de Pensioenwet, aan zijn ouderdomspensioen mag worden toegevboegd, gaat zonder meer gelijk krijgen.
Ook de procedure bij CGB, wel betalen voor VUT-FPU van anderen, maar er zelf geen gebruik van maken is kansrijk en als we die winnen moet de hele regeling op de schop.
We zijn al twee jaar bezig, maar nu moeten doorzetten en hebben nu een advocaat nodig voor de procedures en dat gaat niet voor niets. De inhoud doen wij wel zelf want wat wij overhoop halen is niet te betalen om dat uit te besteden.
Dus doe mee en steun ons.
Alvast bedankt.
Gijs (van 1950)
10 Oct 2007
Wijhebben publiciteit gezocht bij diverse kranten, vakbonden en bladen, maar de media hebben geen belangstelling voor het overhevelen van 13 miljard van de ene groep naar de andere en evenmin voor diefstal van FPU/vroegpensioen geld. Helaas zit er dus niets anders op dan dat wij als benadeelden zelf iets doen, en daarom roepen wij op om ons te steunen.
De doelgroep:
degenen geboren NA 01-01-1950 (de zogenaamde jongeren), met veel dienstjaren, en al in dienst voor de invoering FPU per 01-04 1997. Hoe meer dienstjaren en hoe meer zelf bijgstort, hoe groter de benadeling!!!
In totaal voegden wij 107 emailadressen toe aan ons bestand. Totaal 230. Wat ons betreft dank voor de medewerking. Opvallend is dat met name gemeente- en provincie-ambtenaren nog nauwelijks in ons bestnd voorkomen.
Nog steeds betalen tienduizenden ambtenaren onterect VUT-FPU-basis premies. Daarom zullen we de actie voortzetten. Dus mail dit bericht door en stuur ons een cc en breng uw collega's op de hoogte van onze procedures.
In de volgende mail leggen wij uit waarom we deze zaken zullen winnen. Steun ons bij de acties en wij houden u op de hoogte.
goede actie!
ik ben nog steeds laaiend als ik terugdenk aan die kleine kamertjes waar FNV-leden (50++) hun rechten 'veilig stelden' ten koste van 'jongeren' (50-)
Als de procedure tegen het ABP succesvol afloopt zal dat precedentwerking hebben. Dat betekent dat een ieder die vanaf 1997 vrijwillig, en/of verplicht FPU premie betaalde, het opgebouwde kapitaal naar eigen keuze kan toevoegen aan levensloop.
UW HULP IS NODIG
Hallo,
Wij hebben met maatmanberekeningen vastgesteld dat de door u vanaf 1997 betaalde FPU (FPU-basis, FPU-opbouw, FPU-Extra, FPU-Totaal en ABP-Keuzepensioen), niet of niet meer geheel, in uw vernieuwde pensioen per 01-01-2006, tot uiting komt. Uw persoonsgebonden stortingen worden actuarieel gekort met 10% per jaar voor elk jaar dat u voor 65 jaar stopt met werken. Uw FPU-kapitaalpolis is zonder uw instemming omgezet in een lijfrente. Wij constateerden dat uw extra FPU opbouw niet rendeert en niet zichtbaar wordt uitgekeerd in uw pensioen.
Verder blijkt u nog steeds FPU premies afdraagt, terwijl u daar zelf geen recht meer op hebt. En hoe meer dienstjaren u hebt, hoe groter het nadeel.
Naar onze mening is sprake van leeftijdsdiscriminatie in de Wet VPL, in het Hoofdlijnenakkoord en in het Pensioenreglement van het ABP van degenen geboren na 01-01-1950. De beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit zijn geschonden.
WAT KUNT U DOEN?
1. Ten eerste, wilt u deze mail doorzenden aan uw collega’s en bekenden, die zijn geboren in de periode 1950-1955 en die vanaf 1997 meebetaalden aan FPU of een andere overbruggingsregeling?
2. Ten tweede, als u bij onze doelgroep hoort gaat u dan naar: www.raadsman.net. Hier staat alle belangrijke informatie over de verduistering van uw FPU bij elkaar. Lees svp. daar onze samenvatting van onze
Ik verwacht dat u na lezing van de memorie met ons zult concluderen dat wij een zeer sterke zaak tegen het ABP hebben en dat het vonnis van de kantonrechter mr drs W.G.A.M. Vleugelers, geen stand kan houden.
3. Ten derde als u het met ons eens bent steun dan ons hoger beroep tegen verduistering van uw FPU, met uw donatie voor onze advocaatkosten. Maak svp. uw bijdrage van € 25,- over op giro nr. 5370109 t.n.v. H.en H. van Wieringen te Hazerswoude-dorp.
Dit bedrag wordt uitsluitend gebruikt om onze advocaten mr Uilhoorn en mr Fritse te Dordrecht te betalen.
4. Ten vierde, als u wilt kunt u zich bij mij opgeven als getuige. Wij zetten met uw toestemming uw naam in de memorie van grieven.
5. Mail ons als u delen van de Memorie van Grieven (totaal meer dan 100 blz.) wilt ontvangen.
6. Procederen tegen het ABP is geen sinecure. Als u meer wilt weten hoe dat moet in uw eigen geval kunnen wij u bezwaar- en beroepschriften zenden. Ook het dagvaarden van het ABP voor de kantonrechter Heerlen is mogelijk voor iedere deelnemer bij het ABP.
7. Ten slotte.
Wij menen een zeer kansrijke zaak te hebben. Maar, gelet op de belangen sluiten wij niet uit dat wij door moeten procederen tot de Hoge Raad of zelfs de Europese Commissie van de Rechten van de Mens. Nederlandse rechters zijn op dit niveau regelmatig gecorrigeerd.
Uw hulp en donatie voor onze advocaatkosten zijn onmisbaar. Wij zijn ervan overtuigd dat wij gelijk gaan krijgen en dat zal zeker ook in uw voordeel zijn.
Bedankt alvast.
DONATIES ONTVANGEN
16 Oct 2007
Van mw. vd Kruijf-Tiethof, van H. Bogers, van hr en Mw. Van hemert, van M.Bezemer en van hr. Van Bodegreven ontvingen wij in september een donatie van € 25, voor onze advocaten.
Donaties in oktober:
Fam. Verwey, hr. Jansen en dhr F. Band.
Hartelijk dank en wij zetten onze acties voort
-
05 November 2007 - 19:04
Wilbert:
Op 22 november as is er een zitting van Hans Zange bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht. Het gaat (wederom) om de afschaffing van de FPU extra regeling voor ambtenaren van 55/56 jaar in 2004 bij Financien. Of te wel het bewust niet toepassen van de Remkes-regeling.
Een van de elementen zal zijn het schenden van het leeftijds-discriminatiebeginsel ten opzichte van overige collega bij de Rijksoverheid. Met andere woorden schending van de EU-richtlijn in deze. -
06 November 2007 - 08:48
FNV:
FNV weg ermee
AVV
goed idee -
06 November 2007 - 15:17
Wordt Lid Van AVV:
AVV-voorzitter Martin Pikaart: ‘Wij worden als nieuwe vakbond stelselmatig buitengesloten’
03-11-2007
Vanaf 1 oktober bestaat het AVV (Alternatief voor Vakbond) twee jaar. Dat betekent dat de – zelfverklaarde – luis in de pels van de traditionele vakbonden bij wet gerechtigd is mee te praten bij cao- en andere onderhandelingen. Maar de jonge vakbond wordt door de babyboombastions geweerd van de onderhandelingstafel. Volgens AVV-voorzitter Martin Pikaart maken de vakbonden zich schuldig aan kartelvorming en is er sprake van incestueuze belangenverstrengeling.
Met veel bombarie werd twee jaar geleden het ‘Alternatief voor Vakbond’ (AVV) opgericht: een initiatief van jonge academici die zich niet vertegenwoordigd voelden door de traditionele vakbonden. Mei Li Vos, de eerste voorzitter, was niet uit de media weg te slaan met haar tirades tegen de babyboomers. Inmiddels zit Vos voor de PvdA in de Tweede Kamer. Martin Pikaart, wiskundige en medeoprichter van de AVV, heeft het roer overgenomen.
Dat is geen dankbare taak: volgens Pikaart wordt het AVV op alle mogelijke manieren tegengewerkt. ‘De achterkamertjes van de polder worden bevolkt door vijfenvijftigplussers die alleen de belangen van hun generatie behartigen,’ zegt hij. ‘De belangen van jongere werknemers, van mensen met tijdelijke contracten en flexwerkers, worden genegeerd. Wij worden als nieuwe vakbond stelselmatig buitengesloten. De traditionele vakbonden maken zich schuldig aan kartelvorming en incestueuze belangenverstrengeling.’
Dat zijn zware beschuldigingen. Waar blijkt dat uit?
‘We hebben ons de afgelopen twee jaar, bijvoorbeeld, aangemeld voor verschillende cao-onderhandelingen in sectoren waar veel jongeren werkzaam zijn met tijdelijke contracten. Als reactie kregen we telkens te horen dat we niet welkom waren omdat we te klein zouden zijn of nog niet lang genoeg zouden bestaan.’
Jullie zijn toch ook een kleine bond? Jullie hebben maar drieduizend leden.
‘Maar we vertegenwoordigen een grote groep werknemers: flexwerkers en mensen met tijdelijke contracten, die door de traditionele vakbonden absoluut niet vertegenwoordigd worden. De vakbonden houden de rijen gesloten, ze laten ons er niet tussen. Laatst hoorden we dat er in de academische sector zelfs convenanten bestaan waarin is vastgelegd dat universiteiten hun cao’s móéten sluiten met bepaalde traditionele vakbonden.’
Is dat dan bedoeld om jullie buiten de deur te houden?
‘Dat is misschien niet de intentie van zulke convenanten, maar in de praktijk werkt het wel zo. We hebben die gang van zaken aangekaart bij de minister van Onderwijs. Na een jaar kregen we te horen dat zulke convenanten inderdaad niet de bedoeling hebben ons er buiten te houden, maar dat de AVV toch geen geschikte vakbond zou zijn voor overheidspersoneel. Dat slaat nergens op. Wij hebben nota bene in onze statuten staan dat wij de belangen van onder andere ambtenaren behartigen. En in het onderwijs werken ontzettend veel mensen met tijdelijke contracten.’
Waar blijkt die kartelvorming nog meer uit?
‘De financiering. De overheid subsidieert de vakbonden via de stichting Verdeling financiële overheidsbijdrage. Bijna een half jaar geleden heb ik ons daar al aangemeld, omdat we vonden dat we langzamerhand wel recht hadden op subsidie. We hebben veel te weinig geld om campagne te voeren en leden te werven. Vorige week kreeg ik eindelijk een aanmeldingsformulier. Daar gaan dus vijf maanden overheen. Drie keer raden wie er in het bestuur van die stichting zitten. Juist: de traditionele vakbonden.
Nog een voorbeeld. In veel sectoren zijn bepaalde cao’s door de minister algemeen verbindend verklaard. Als een kleine werkgever in zo’n sector met ons een cao wil afsluiten, moet hij dispensatie aanvragen om af te wijken van de overkoepelende cao. Vroeger kreeg je die dispensatie bijna automatisch. Maar minister Donner heeft nu net, buiten de Tweede Kamer om, een aanpassing doorgevoerd, waardoor de partijen het zelf moeten regelen. Bij wie moet je nu dus dispensatie aanvragen? Bij de partijen die net die algemeen verbindende cao hebben afgesloten: de traditionele vakbonden. In zulke gevallen krijgen we dus automatisch nee te horen.’
Dan kun je toch bezwaar maken bij de minister van Sociale Zaken?
‘Ja, maar die legt het dan voor aan de Stichting van de Arbeid. En wie zitten daarin? Precies: dezelfde grote bonden. Dat is machtsconcentratie, en in strijd met het grondrecht om je te verenigen. Het is pure kartelvorming.’
Als dat zo is, waarom doet de Nederlandse Mededingingsautoriteit er dan niks aan?
‘De NMA zegt dat het terrein van de arbeidsverhoudingen buiten hun invloedssfeer valt. Bizar genoeg bestaat er in Nederland op dit terrein geen enkel onafhankelijk toezichthoudend orgaan. Het is hetzelfde als wanneer de minister regelgeving over het milieu ter goedkeuring zou voorleggen aan de grote chemieconcerns. Het slaat echt nergens op. Dit is incestueuze belangenverstrengeling.’
Kan oud-voorzitter Mei Li Vos vanuit de Kamer geen invloed uitoefenen?
‘Progressieve krachten binnen de PvdA krijgen steeds minder ruimte. De FNV en de PvdA waren altijd twee handen op een buik. Nu is de FNV opeens ook maatjes met de SP geworden. De PvdA is bang dat de FNV haar aandacht nog meer naar de SP verlegt en probeert de FNV tegemoet te komen. Moeizaam dus.’
De AVV is heel lang bezig geweest met een nieuwe cao voor de uitzendbranche. Waarom is daar niks van terechtgekomen?
‘We hadden een heel mooi plan ontwikkeld waar de “draaideurconstructie” uit gehaald is. Tot nu toe kunnen uitzendkrachten er na drie jaar werk uitgezet worden en dan na drie maanden weer terugkomen. Op die manier kunnen werknemers eindeloos aan het lijntje worden gehouden. Daar wilden wij een einde aan maken. Maar ons plan werd uiteindelijk getorpedeerd door de FNV.’
Wat heeft de AVV de afgelopen jaren eigenlijk wél bereikt?
‘We hebben samen met het pensioenfonds Cordaris pensioenconstructie voor zelfstandigen samengesteld, waarbij deelnemers zelf kunnen bepalen wat ze inleggen en hoe risicovol het wordt belegd. En we hebben een nieuwe procedure bedacht die de cao-onderhandelingen heeft gedemocratiseerd. Niet alleen vakbondsleden, maar iedereen die onder de cao valt, mag binnenkort meepraten. Toen wij met het idee kwamen, riep de FNV meteen dat het niks was. Nu claimen ze dat zij de eerste bond ter wereld zijn die het zo heeft geregeld. En we zijn bezig met een rechtszaak tegen het ABP, het grootste Nederlandse pensioenfonds, dat 215 miljard euro beheert. Na de grote demonstraties op het Museumplein in 2004 is het hoofdlijnenakkoord gesloten over de vut. Daardoor moeten jongere werknemers meebetalen aan de riante vut-regelingen van zesenvijftigplussers, terwijl zij zelf geen vut-regeling meer hebben. In de onderhandelingen was dat indertijd zelfs de belangrijkste inzet van alle betrokken bonden. Wij vinden dat leeftijdsdiscriminatie. Het gaat wéér alleen om de belangen van oudere werknemers. Daarom hebben wij het ABP voor de rechter gesleept. Er staat veel op het spel, want als wij winnen, wordt het hele akkoord nietig verklaard. Dan hadden al die premies niet geïnd mogen worden. Half december doet de rechter uitspraak.’V
De kleine AVV tegen het grootste pensioenfonds van Europa. Gaan jullie winnen?
‘Daar ben ik van overtuigd. Als de rechter zijn rug maar rechthoudt.’
-
10 November 2007 - 09:38
Diverse Reacties::
van de site van Alternatief voor vakbond zaak: AVV vs ABP
Vorige week heeft advocatenkantoor Clifford Chance voor ons gepleit in de zaak tegen het ABP. Het was een bijzondere zitting omdat de rechter (naar eigen zeggen een 56-plusser) een jongere collega bij zich had. Dit is ongebruikelijk en wij nemen aan dat het bedoeld was om aan te geven dat de rechtbank geen vooringenomenheid kent. Het zal echter alleen de oudere rechter zijn die het vonnis schrijft.
In de voorbereiding hebben we veel gehad aan de adviezen van Ernst&Young Actuarissen BV. De rechters hadden een aantal kritische vragen voor zowel ons als het ABP. Op enig moment vermaande de oudere rechter de vertegenwoordiger van het ABP zelfs min of meer als grap dat het ABP niet meer van die problematische regelingen zou moeten maken. Er werd veel gediscussieerd over de vraag of de levensloopregeling al dan niet als compensatie voor de benadeling van 56-minners mag gelden. Over de uitkomst valt weinig te zeggen. Wij blijven erbij dat wij een goede zaak hebben, maar dat het wel moeilijk kan zijn voor een enkele rechter om te besluiten dat de pensioenregeling voor meer dan een miljoen mensen deels nietig, en dus niet geldig is.
Uitspraak is in principe op 19 december 2007, maar kan ook eerder of later gegeven worden
samenloop2
Ik denk dat de beide zaken door de kantonrechter gelijk worden afgedaan: dat zal dan wel januari 2008 worden.
Toon
Nov 2007 21:02 uur
Het ABP solt met ons. Een wazige voorlichting, vragen die in inviduele gesprekken niet konden worden beantwoord. Verder is er vanuit het Nijmeegse een inhoudelijk gesprek geweest en dat is alweer meer dan 2 weken geleden. Nog steeds geen antwoord.
Premies betalen terwijl je niet kunt genieten van de vut. Zie financiële paragraaf van het Hoofdlijnenakkoord 1995.
Maar is dat juist geweest? Bonden en Ministerie zijn ook fout geweest indeze.
Weet de bezetting van de huidige pensioenkamer wel genoeg van het verleden?
Kortom een heel wazig iets.
man in action
3 Nov 2007 23:07 uur
Als er bij ABP en MINBZK nog 5 personen zijn die exact weten hoe deze move van het ABP in elkaar gestoken is, dan is het veel (maar ...ze zitten er wel nog!!). Ik vind dit inmiddels een zaak à la Legio Lease e.a.worden. Duizenden gedupeerden, eenvoudigweg opgelicht voor miljoenen en dit kan ONGECONTROLEERD EN ONGESTRATF DOORGAAN??? met medeweten van de overheidswerkgevers en de bonden! Het zoveelste handjeklap tussen ABP, Bonden en de overheidswerkgevers (net als destijds de verzelfstandigingsdeal tussen het Rijk en het voormalige ABP-fonds.?). SUCCES MET JULLIE ZAAK!!
-
10 November 2007 - 10:05
Toon Jansen:
Toon Janssen.
16 Oct 2007 21:07 uur
Wat een verhaal, het zal wel kloppen maar ik ben geen deskundige op dit gebied en welke gevolgen het heeft. Maar dat we moeten knokken over pensioenen dat is duidelijk. Wat is er gebeurd met de poen die gespaard is tot 1986??
-
12 November 2007 - 08:31
WRAKING Kantonrechte:
WRAKING Veugelers
10 Nov 2007 10:34 uur
Geachte Rechtbank,
Hierbij verzoek ik u de heer plv kantonrechter Veugelers in opgemelde zaak 26283 CV EXPL 06-3561 te wraken om de navolgende redenen.Verloop van de procedure:
Op 16 juni dagvaardde ik het ABP inzake verduistering van vroegpensioen. Conform de wens van de kantonrechter is een oproepingsexploot voor de rolzitting van 18 juli 2007 aan het ABP uitgereikt in deze zaak en is op de rolzitting van 18 juli 2007 gezet. De wederpartij was aan het woord, maar heeft uitstel gevraagd tot de rolzitting van 15 augustus. Daarop heb ik verder niets vernomen. Op 12 september diende ik bij de kantonrechter een akte inhoudende een aanvullende grief in over hetgeen al op blz. 82 van mijn conclusie staat “ ABP weigert oplossing”. ABP draait dus ook nu weer een rad voor de ogen, zoals bleek uit de aan de kantonrechter toegezonden ABP brief van 8 augustus.
Er komt helemaal geen oplossing voor de verduistering van mijn FPU. Op 24 september woonde ik de comparitie bij van de zaak Alternatief voor Vakbond (AVV) tegen het ABP, bij. AVV in 2006 het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) voor verboden leeftijdsdiscriminatie bij de overgangsmaatregelen in het PR voorvroegpensioen. Diverse bezwaren die ook door mij al zijn geformuleerd in mijn conclusie, zijn genoemd door de beide advocaten, werkzaam bij Clifford
Change, Roeland Hartman en Sven Koopmans. Ik wil mij voegen bij deze klachten. Op dit verzoek vernam ik verder niets meer. Op maandag 1 oktober 2007 vulde ik mijn conclusie aan met de Akte houdende 2e Aanvulling conclusie
12 juni 2007. Tevens heb ik mijnvorderingen aangevuld. Ik zond daarvan, zoals steeds door mij wordt gedaan, een kopie aan de wederpartij.
Op 1 november ontving ik de brief van de griffier dat de procedure is verwezen naar de rolzitting van 28 november 2007 voor antwoordakte aan de zijde van ABP peremtoir en dat op 18 januari 2008 vonnis zal worden gewezen.
Gronden voor het wrakingsverzoek:
In een voorgaande uitspraak 224514CV EXPL 06-3166, d.d. 24 januari 2007 geeft de kantonrechterplaatsvervanger mr. drs W.G.A.M Veugelers blijk van:
1e. Vooringenomenheid, namelijk alle door ABP zonder feitelijke onderbouwing geponeerde stellingen worden zonder onderbouwing kritiekloos overgenomen in zijn vonnis (bijvoorbeeld er zou sprake
zijn van een versterkt OP, ik had beter moeten weten en er is geen sprake van ondubbelzinnige afspraken);
2e. Vooringenomenheid omdat mijn met feiten onderbouwde stellingen(getuigenverklaringen en maatmanberekeningen, waaruit de verduistering van inleg blijkt etc.)in het vonnis worden weggelaten;
3e. Schijn van partijdigheid, omdat volgens de kantonrechter expliciete afspraken en ondubbelzinnige toezeggingen niet behoeven te worden nagekomen en dat oplichting en verduistering in het pensioenrecht
toelaatbaar zijn, tenminste als ABP dit doet;
4e. Ik wordt door de heer Veugelers niet serieus genomen, zoals blijkt uit het niet ingaan op mijn verzoek d.d. 26 februari 2007 om comparitie van partijen en het niet ingaan op een verzoek het vonnis te redresseren op grond van mijn aanvullende conclusie en het niet reageren om een kopie van de pleitnota
van de openbare zitting van het AVV, welke zitting ik persoonlijk bijwoonde;
5e. Terwijl ik steeds trouwhartig elke conclusie aan de verweerder stuur, ontvang ik nooit de stukken van de verweerder aan de kantonrechter, zodat ik nauwelijks weet wat er speelt. Verzoeken om uitstel
door het ABP heb ik nooit ontvangen.
In afwachting van uw bericht,
Mr drs J.(Han) van Wieringen
-
17 November 2007 - 14:02
Tot 15 November 2007:
Roelof.van.Dalen
10 Nov 2007 22:44 uur
Hallo
ook ik ben de lul,geboren 10-51 zou er nu eingelijk uit hadden gekund als de regeling niet veranderd was met zo,n 35 dienstjaren.een colega met veel minder dienstjaren,maar voor 50 geboren is er nu al uit.hollee,ik voel me zwaar belazerd door de overheid ,mijn ABP,loyalis,ik wil mn FPU terug op rekening,mensen die dit is opgemerkt jullie heel veel succes ,je kan op mijn steun rekenen.Dienst Regelingen ASSEN
min LNV.NL dan weet je het wel.kom op mensen sta achter deze actie je word bestolen,zonder het te weten.
Inderdaad
11 Nov 2007
09:41 uur
Nog niet iedereen tussen 1950 en 1955 geboren snapt het: maar als ze boven de 60 geraken en zich afvragen wat er aan de hand is is het te laat: DUS NU DEZE ACTIE STEUNEN.
Zorg dat meer collega's op de hoogte raken. Stuur de mail door naar iedereen die je kent!!
Remkes
11 Nov 2007 09:56 uur
Het betreft de Remkes Ramp Regeling.
Hij is degene die dit zo geregeld heeft en snapte er zelf ook helemaal niets van.
Hallo Roelof
11 Nov 2007 09:57 uur
Volgens mijn inschatting moet jij nu tot 63 64 jaar doorwerken voor een lager pensioen. Klopt dat een beetje??
Peters J.F.G.11 Nov 2007 10:43 uurOok ik ben naar mijn mening belazerd.
Ben geboren januari 1951 en heb in juli 2008 40 dienstjaren.
Bij indiensttreding in 1968 moest men er van uit gaan dat men met 40 dienstjaren, dus op 57 jarige leeftijd, met en goede regeling uit dienst kon.
Echter deze droom is inmiddels een nachtmerrie geworden.
Moeten wij doorploeteren tot minstens 65 jaar en dan ons naar het werk begeven met rollator of invalidewagen.
Paul van Hemert11 Nov 2007 16:03 uurIk ben geboren februari 1950.Het kan niet erger.
September 2008 heb ik 40 dienstjaren.
Als ik doorwerk tot 62 jaar en 9 maanden en mijn pensioen in Mijn ABP op 65 jarige leeftijd op 70% zet dan krijg ik na 44 jaar werken, vanaf 62 jaar en 9 maanden een netto maandelijks pensioen van Let wel € 970. Hoe hoog is een bijstandsuitkering.
Ik zit thans op een maximum salaris van € 3334.
Hiep hiep hoera.
Hoe krijgen we meer bekendheid van ons probleem. Vooral ook in het westen van het land.
Wie heeft er suggesties.
Hardere acties Leo11 Nov 2007 21:34 uurIk denk dat we de pensioenmaffia eens anders moeten gaan aanpakken. Ik wacht nog ff de resultaten van al dat gedoe af, heb wel betaald, maar ik laat dit echt niet over mijn kant gaan.
Via abp.pensioen@hotmail.com (dus dit is van de actiegroep en niet echt van ABP), moeten we eens een echte actie gaan uitvoeren. Die autisten zal het lachen vergaan.
Leo van de Wiel
WRAKING12 Nov 2007 09:33 uurDe brief over wraking van de kantonrechter Heerlen is verplaatst onder *** Welkom ***
Roelof.van.dalen12 Nov 2007 22:33 uurHartelijk bedankt,voor de reactie,s hier boven mij ,ik ben hier vandaag op mn werk behoorlijk mee aan de slag gegaan [om het te promoten ] je moet je colega,s echt de ogen lostrekken,wij hebben hier baat bij gehad vandaag,en verscheidene meegekregen.inderdaad ik moet ,zo het er nu voorstaat ook tot 63a64 jr.. langer werken voor meer geld ha ha ha..ik wil genieten van mn vrijheid als de gezondheid het dan nog toelaat,en niet met de rollator naar mn werk.Roelof ga er voor nuuuuuu
Paul van Hemert
13 Nov 2007 19:10 uur
Roelof,
Ik zit bij de belastingen te Nijmegen.
Waar werk jij?
Heb jij connecties op andere kantoren om de zaak aldaar te promoten?
R.van.Dalen
15 Nov 2007 13:23 uur
Hallo Paul,ik werk bij min LNV in Assen en heb verder geen connecties met andere kantooren ,alleen hier in het midden van Drenthe
v Puffelen
15 Nov 2007 16:19 uur
Valt niet mee om de echte doelgroep helemaal te bereiken. Het gaat om een paar procent die heel ernsig is benadeeld en bij een groter deel valt het dan wel mee, omdat zij veel minder dienstjaren hebben.
Maar iedereen die echt in de puree is geduwd moeten we bereiken, maar de personeelsbladen hebben er geen zin is: dus blijven mailen en flyeren!
Bezoek
15 Nov 2007 16:20 uur
Als ik in een ander overheidsgebouw loop leg ik hier en daar een flyertje neer, als iedereen dat doet dan komen we er wel.
-
17 November 2007 - 14:13
BERICHT ABP NEGEREN :
BERICHT VAN ABP
12 Nov 2007 09:22 uur
Op de site van ABP lezen wij het volgende persbericht:
"ABP niet betrokken bij e-mailactie",
Een actiegroep benadert via het e-mailadres abp.pensioen@hotmail.com ABP-deelnemers en gepensioneerden. ABP wil u erop wijzen dat deze actiegroep op geen enkele wijze betrokken is bij of enige binding heeft met ABP. ABP distantieert zich dan ook volledig van zowel de verzending als de inhoud van de e-mailberichten.
ABP verstrekt geen e-mailadressen aan derden en geeft op geen enkele wijze toegang tot e-mailadressen. En betreurt dat deelnemers en gepensioneerden ongevraagd dergelijke e-mails ontvangen. ABP adviseert u de berichten te negeren.
Einde bericht van ABP
ONS ADVIES
12 Nov 2007 09:29 uur
Als u geen belangstelling heeft voor onze pensioenbezwaren klikt in de mail op afmelden, waarna u niets meer ontvangt.
In alle andere gevallen stuurt u de email door naar zoveel mogelijk van uw collega's, die zijn geboren NA 1950. En uw steunt ons met uw donatie. Wij kunnen namelijk niet, zoals ABP, advocaten voor € 350,- per uur inhuren.
Wij gaan over tot nieuwe acties. Uiteraard zullen wij die niet in het openbaar voorbereiden, maar er gaat nog heel wat gebeuren. Meer weten?
U kunt u daarvoor aanmelden op:
abp.pensioen@hotmail.com
Wij laten ons niet na zoveel dienstjaren discrimineren en oplichten!!!
olievlek
12 Nov 2007 09:46 uur
Kennelijk heeft de olievlek campagne enig effect; dus gewoon doorsturen die mail!!!!!
ABP12 Nov 2007
09:48 uur
ABP distantieert zich van de mail, maar ze weerleggen de bezwaren niet.
-
28 November 2007 - 10:39
Reacties Tot 28 Nov:
Toon
18 Nov 2007 20:33 uur
Tja, dat had je kunnen verwachten. Ook het Abp is een logge instantie die niet graag tegenwind duldt.Kritische argumenten aandragen mag niet. Maar waarom zoek het ABP de teloorgang van ons pensioen niet uit dan. Uit het Nijmeegse zijn prangende vragen gesteld en de beantwoording laat maar op zich wachten.
Waarom kunnen overheids of semioverheidsinstanties niet tegen kritiek? Waarom doet men totaal niets voor haar leden behalve het sturen van een overzicht. Bellen, schrijven en e melen ten spijt.
Men schenkt geen klare wijn En dat is dan jammer maar ook wrang van en voor mensen die al 40 jaar of meer bij de overheid werken.
Een grote gemiste kans.
Regels
18 Nov 2007 21:24 uur
Door compexe regelzucht zijn deelnemers niet meer in staat om na te gaan wat hun rechten zijn EN deelnemers hebben zelf geen rechten.
Omdat ABP niets moeten wij juridische stappen nemen. Wij zijn erg optimistisch over de kans van slagen, maar het is een strijd voor volhouders!!!!!Er zijn in de FPU procedures, die wij kennen en waar onze donateurs ook volop inzitten, serieuze plannen om naar het Europese Hof te gaan.
-
28 November 2007 - 10:48
Reacties::
Wij zijn door de Rechtbank uitgenodigd om ons wrakingsverzoek van de kantonrechter voor onze tweede procedure over vroegpensioen, toe te lichten op 21 november a.s.. Wij denken dat we ons verzoek gaan herhalen omdat de kantorechter wel de onbewezen stellingen van ABP gelooft en onze maatmanberekeningen niet. De kantonrechter stelt dat ABP ons vroegpensioen mag verduisteren, en uiteraard zijn wij het daar niet mee eens.
WOB procedure17 Nov 2007 22:26 uurHelaas hadden wij de documenten die wij opvroegen aan de minister van BZK niet voldoende gespecificeerd vond de Rechtbank Den Haag vorige week.
Inmiddels hebben wij onze omissie hersteld en circa 20 documenten over FPU en vroegpensioen en de regeling per 01-01-2006, opgevraagd bij de minister van Binnenlandse Zaken.
Interessant is te bedenken dat deze procedure pas aan het begin staat. De opgevraagde informatie moet duidelijk maken wat de positie van onze werkgever was bij de oplichting van zijn werknemers.
Gerechtshof17 Nov 2007 22:30 uurWij hebben verzocht de procedure aan te houden in afwachting van de uitspraken van lagere rechters en de CRvB.
Bij de CRvB is vorige week een belangrijke zaak van enkele belastingambtenaren behandeld, die alsnog een FPU+arrangement vragen. Zij beroepen zich in hoofdzaak op leeftijdsdiscriminatie.
DONATEURS17 Nov 2007 22:46 uurVerzocht is om geen namen van donateurs meer te noemen om voor de hand liggende redenen. Wij hebben nu 37 donateurs en
€ 925,- ontvangen. Voor de civiele procedure voor het Hof is circa € 4000,- nodig. In december plaatsen wij ons jaaroverzicht van uitgaven en ontvangsten.
Vergeet niet bij vragen per email de datum van uw donatie te vermelden.
-
04 Januari 2008 - 11:41
DECEMBER 2007:
Discussie en berichten november december 2007:
Geen wraking
28 Nov 2007
Op 23 november 2007 besloot de Rechtbank Maastricht ons wrakingsverzoek van kantonrechter Veugelers niet te honoreren. Er is volgens de Rechtbank geen enkel aanknopingspunt dat de vrees zou kunnen rechtvaardigen dat mr Veugelers vooringenomenheid koestert ten aanzien van verzoeker. Voor het toetsen van een in de ogen van verzoeker onjuiste wellicht zelfs ondeskundige rechtersbeslissing is de mogelijkheid van hoger beroep geschapen.
Alsdus de Rb. Maastricht.
Solidariteitsheffing
28 Nov 2007
Wij dienden een nieuwe klacht in bij de de Commissie Gelijke Behandeling over de solidariteitsheffing (zie onder Leeftijdsdiscriminatie). In totaal zijn er nu drie instanties tegen wie de klacht is gericht: 1. ABP, 2. De minister van BZK en 3. één werkgever.
Wilt u tegen de eigen werkgever ook een klacht indienen? Zie ons voorbeeld.
Spel op de wagen28 Nov 2007 12:13 uurDe procureur van het ABP eiste dat wij de memorie van grieven tegen het vonnis van de kantonrechter in zouden dienen bij het Gerechtshof te Den Bosch. Anders zou hij het HOF verzoeken ons beroep af te voeren. Wij hebben daarom afgelopen week onze memorie van grieven tegen het vonnsi van de kantonrechter verzonden.
Deze Memorie bevat al onze grieven tegen het vonnis. De memorie bestaat uit: een -- samenvatting: 10 blz;
- de memorie: 100 blz en
- de bijlagen 20 blz.
De heer Lutjens mag zich nu voor het ABP buigen over onze grieven. Hij wordt betaald met onze pensioenpremies.
Argument28 Nov 2007 12:24 uurDe rechtvaardiging door de werkgevers van de leeftijdsdiscrimnatie voor de 55/56 jarigen is divers. Bijvoorbeeld het budget of het aantal wordt aangevoerd als rechtvaardiging. Deze rechtvaardigingsgronden laten zich goed weerleggen, met name degenen met veel dienstjaren zouden de werkgever veel minder kosten als degenen die wat ouder zijn met veel minder dienstjaren. Verder is duidelijk dat het belang van het aantal dienstjaren (mede) als rechtvaardigingsgrond had moeten worden meegewogen.
Het begint te lopen28 Nov 2007 12:34 uurWe hebben nu 41 donateurs en circa 450 nieuwsbrieven lezers.
Er is nog veel te doen, maar uw steun is meer dan welkom. Zoals u ziet gaan wij gewoon door.
Minister en WOB28 Nov 2007 12:35 uurWij ontvingen van de minister van BZK het bericht dat ons WOB verzoek om relevante documenten aan ons openbaar te maken, is ontvangen. Bij weigering van de gevraagde documenten gaan wij in beroep bij de Rechtbank.
FPU+ voor 55/56 jaar28 Nov 2007 12:40 uurBij diverse departementen en bij de belastingdienst is in 2004 en 2005 de Remkesregeling verboden voor ambtenaren geboren in 1949 en 1950 (55/56 jarigen in 2005). Enkele belastingambtenaren kregen bij de CRvB ongelijk, maar het eindspel is nog niet beslist.
Er zijn namelijk twee nieuwe appelberoepen ingediend bij de CRvB die stellen dat sprake is van willekeur en leeftijdsdiscriminatie door de weigering aan 55/56 jarigen geen FPU+ arrangement of Remkesregeling aan te bieden.
Bent u ook geboren in 1949 of 1950? Dan is er voor u een extra belang om ons goed te volgen en actief te steunen.
Het betreft: CRvB 07/5304AW en CRvB 06/2848 AW. Uitspraak wordt binnen drie maanden verwacht.
Alleen donateurs krijgen per mail hierover informatie.
Het betreft de hoogleraar prof mr Lutjens, advocaat voor ABP a raison van € 350, per uur.
ABP persbericht
29 Nov 2007
ABP heeft in een neiusbrief ons emailadres gezet, het leverde de volgende reactie op:
"Zoals ik U al zei, ik heb me nooit aangemeld. In de nieuwsbrief van het ABP stond een alinea over een actiegroep waarmee het ABP niets had te maken (zonder iets over de aard vd actie te vermelden); daarin stond een link; ik klikte erop en er verscheen een lege mail met Uw adres erop; die heb ik verstuurd met als inhoud, ongeveer, dat ik wel eens wilde kennismaken met helden van de geest mits geen greenpeace-fanaten, etc.
Daarop begon het wederzijds mailverkeer dat ik hiermee dan wel als beëindig beschouw. Tenslotte ben ìk geen actiegroep
Vr. gr.,".
PS. Fijn dat ABP aandacht begint te krijgen voor onze klachten.
Sint en Piet
5 Dec 2007
Hoor er wordt geklopt;
Zeker weer een ambtenaar gefopt;
Een jongere met grijs haar;
Of een oudere met staar.
Remkes gaat in de zak,
En rechter Veugelers loopt in ABP-pak.
Volgens de Rechtbank is FPU+ gelijk aan pensioen,
Waarom zouden ze dat nu doen?
Je schrijft de vingers blauw,
Maar de werkgever zet je in de kouw;
ABP belegt in Fannie Mae
en verliest daar miljoenen mee.
Gelukkig voor ABP zijn de premies verplicht,
Maar met indexaties worden deelnemers opgelicht.
Donateurs
5 Dec 2007
De stand is: 46 donateurs.
Pageviews5
Onze site is 17.774 keer bekeken.
Brief procureur ABP
6 Dec 2007
Wij ontvingen de brief van de procureur van het ABP op 5 december 2007 in reactie op onze Memorie van Grieven.
Het eerste uitstel voor de memorie van antwoord van het ABP is 15 januari 2008. Het ABP kan 2 keer uitstel krijgen tot half februari 2008.
De hoger beroepsprocedure kent één schriftelijke ronde met de mogelijkheid voor pleidooi, akte of vragen van arrest.
Afhankelijk van de inhoud van de memorie van antwoord van ABP zullen wij met onze advocaat het vervolg bepalen.
Uitstel uitspraak
23 Dec 2007
Op 19 december 2007 zou de rechtbank Heerlen uitspraak doen in de zaak die AVV en een tiental werknemers bij overheid en onderwijs hebben aangespannen tegen het ABP wegens verboden leeftijdsdiscriminatie in de UT overgangsregeling.
De rechtbank heeft de uitspraak echter zonder nadere uitleg verdaagd tot 16 januari. Kennelijk is het een complexe zaak. Wordt vervolgd.
-
05 Januari 2008 - 18:16
OKTOBER 2007:
reacties oktober 2007:
Recent heeft de Commissie Gelijke Behandeling een oordeel uitgesproken over een VUT-overgangsregeling in de tijdschriftenbranche. Deze regeling voorzag in een premieheffing bij 55-minners ten behoeve van het behoud van een VUT-regeling voor 55-plussers. Het oordeel was aangevraagd door een 55-minner die zelf slachtoffer was van de leeftijdsdiscriminatie in deze regeling. De Commissie heeft als oordeel uitgesproken dat het hier een verboden vorm van leeftijdsdiscriminatie betreft.
Het verzoek aan CGB
20 Oct 2007
Aan:
de Commissie Gelijke behandeling
Postbus 16001
3500 DA Utrecht
Kenmerk: CGB 2006-0468 MGr
Betreft: klacht leeftijdsdiscriminatie door: de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 20011, 2500 EA Den Haag
Geachte leden van de Commissie,
Hierbij verzoek ik u om een onderzoek uit te voeren en een oordeel uit te spreken over het volgende geval van leeftijdsdiscriminatie. Het betreft het heffen van een premie VUT-FPU-basis over mijn salaris, omdat ik ben geboren na 01-01-1950, teneinde de VUT-FPU-basis regeling te laten voortbestaan voor andere werknemers geboren voor 01-01-1950.
Zelf kan ik per 01-01-2006 geen gebruik meer maken van deze VUT-FPU-basis regeling, ter-wijl ik door de werkgever wordt gedwongen te blijven betalen, ten behoeve van degenen die dit recht wel hebben.
Ik moet premies betalen voor VUT-FPU-Basis van in 2006: 2,48 % van het salaris en in 2007: van 2,65 van het salaris. Voor klager een premiebedrag van € 135- €150 per maand, dus circa € 1800 per jaar.
Het betreft een regeling die loopt van 01-01-2006 tot 2023. De regeling is niet voorgeschre-ven door de Wet VPL en vloeit evenmin logischerwijs of noodzakelijkerwijs uit het Hoofdlij-nenakkoord voort. De regeling is opgenomen in het Pensioenreglement van het ABP en is vastgesteld door de werkgever en de vakbonden.
Mijn klacht is gericht tegen de werkgever, omdat deze als eerste verantwoordelijk is voor mijn arbeidsvoorwaarden waarvan deze regeling onderdeel uitmaakt. Ik ben van mening dat de werkgever met het goedkeuren van het Pensioenreglement en deze regeling mij op mijn leeftijd discrimineert, zonder dat daarvoor een passende rechtvaardiging voor is te vinden.
Brief van 11 mei 2007
Voor de onderbouwing van mijn klacht verwijs ik om te beginnen naar mijn eerder aan u ingezonden brief d.d. 11 mei 2007 met als bijlagen: 1. Citaten uit de Kamerstukken VPL, 2. Spilleeftijd en actuariële korting, 3. Wet VPL: Spilleeftijd en actuariële korting, 4. Wat is waar, geregeld en 5. Schade.
Ik verwijs hier kortheidshalve naar deze brief met bijlagen en verzoek u de inhoud als hier ingevoegd te beschouwen.
Motivering van de klacht
In 1997 werden alle werknemers geboren na 01-01-1950 op hun leeftijd gediscrimineerd door afschaffing voor hen van het 40-deelnemingsjaren pensioen en de VUT-regeling. Aan de VUT-regeling was overigens door hen gewoon meebetaald. Het verlies aan rechten werd in 1997 gecompenseerd door de FPU regeling. Het betrof een expliciete en ondubbelzinnige garantieregeling in te voeren als vervanger van opgebouwde VUT Dit was onderdeel van de FPU-regeling.
Als gevolg van het Pensioenreglement is van 1997 tot en met 2005 premie betaald voor FPU-componenten. De werkgever betaalde een deel voor de FPU-basis, voor de overige FPU-componenten zoals opbouw, extra en totaal werd de premie afgedragen door de werknemer.
Het werknemersdeel wordt door de werkgever ingehouden op het salaris van de werknemer.
Nieuwe regeling per 01-01-2006
Ingevolge het PR geldt een nieuwe regeling met ingang van 1 januari 2006. Dan geldt dat de betrokken werknemer om deel te kunnen blijven nemen aan de FPU-regeling na 1 januari 2006, dat hij voor 01-01-1950 geboren moet zijn.
Ik kon per 01-09-2005 met FPU, maar na 01-01-2006 niet meer. Dus terwijl ik niet meer met de FPU kan moeten wel nog steeds premies daarvoor worden betaald.
Ik blijf de volgende premies afdragen. Het betreft premies voor VUT-FPU-Basis van in 2006 2,48 % van het salaris en in 2007 van 2,65 van het salaris. Voor mij een premiebedrag van circa € 135- €150 per maand, dus circa € 1800,- per jaar. Een bedrag dat ik graag voor an-dere doeleinden wil gebruiken.
Deze VUT-FPU-basis-premies blijken na 01-01-2006 nog uitsluitend bedoeld voor de financie-ring van de FPU-regeling van de groep geboren voor 01-01-1950.
De werkgever maakt tegenover mij onderscheid op grond van leeftijd door te bepalen dat vanaf 01-01-2006 bij mij een VUT-FPU-basis-premie wordt geheven, teneinde de VUT-FPU-basis regeling te laten voortduren, uitsluitend ten behoeve van werknemers die op 01-01-2006, geboren voor 01-01-1950.
Leeftijdsdiscriminatie
In artikel 1, eerste lid, van de WGBL is bepaald dat onder onderscheid op grond van leeftijd wordt verstaan: onderscheid op grond van leeftijd of op grond van andere hoedanigheden of gedragingen dat onderscheid op grond van leeftijd tot gevolg heeft. Als gevolg van artikel 3, aanhef en onderdeel e, WGBL is onderscheid verboden bij de arbeidsvoorwaarden. Een VUT-FPU-basis-regeling moet worden aangemerkt als een arbeidsvoorwaarde.
Het verbod van onderscheid is niet alleen van toepassing op de werkgever, maar ook op par-tijen die de arbeidsvoorwaarden (mede) bepalen, dus de werkgever. Aangezien de werkgever de in geding zijnde overgangsregeling heeft opgesteld en/of goedgekeurd, is het verbod van onderscheid op hen van toepassing.
Op grond van het PR is nu geregeld dat de betrokken werknemer(s) om deel te kunnen ne-men aan de VUT-FPU-basis-regeling op 01-01-2006, geboren dienden te zijn voor 01-01-1950. Ik ben niet geboren voor 01-01-1950 en kan daarom niet meer deelnemen aan de VUT-FPU-basis-regeling. Op grond het PR dienen alle werknemers geboren na 01-01-1950 door middel van een zogenoemde solidariteitsheffing bij te dragen aan de VUT-FPU-basisregeling, terwijl bekend is dat de werknemers geboren na 01-01-1950, niet meer in aanmerking komen voor VUT-FPU-basis regeling, de vrijwillig vervroegd uittreden.
Hierdoor ben ik benadeeld ten opzichte van oudere werknemers die nog wel in aanmerking blijven komen voor vrijwillig vervroegd uittreden, terwijl ik wel mee blijf betalen.
Ik constateer dat de werkgever tegenover mij onderscheid op grond van leeftijd maakt door mij door middel van een zogenoemde solidariteitsheffing te laten bijdragen aan de VUT-FPU-basis regeling, terwijl ik, anders dan de werknemers geboren voor 01-01-1950, niet in aan-merking kom voor deze regeling.
Als gevolg van artikel 7, eerste lid, aanhef en onderdeel c, WGBL kan het maken van onder-scheid op grond van leeftijd onder omstandigheden objectief gerechtvaardigd zijn. In dat geval dient de partij die mogelijk verboden onderscheid heeft gemaakt feiten aan te dragen ter rechtvaardiging hiervan. Of in een concreet geval sprake is van een objectieve rechtvaar-diging moet worden nagegaan aan de hand van een beoordeling van het doel van het onder-scheid en het middel dat ter bereiking van dit doel is ingezet. Het doel dient legitiem te zijn, in de zin van voldoende zwaarwegend dan wel te beantwoorden aan een werkelijke behoefte. Een legitiem doel vereist voorts dat er geen sprake is van een discriminerend oogmerk. Het middel dat wordt gehanteerd moet passend en noodzakelijk zijn. Een middel is passend in-dien het geschikt is om het doel te bereiken. Het middel is noodzakelijk indien het doel niet kan worden bereikt met een middel dat niet leidt tot onderscheid, althans minder bezwaarlijk is, en het middel in evenredige verhouding staat tot het doel. Pas als aan al deze voorwaar-den is voldaan, levert het onderscheid geen strijd op met de WGBL.
De werkgever heeft als doel met het blijven innen van de VUT-FPU-basispremie voor werk-nemers geboren na 01-01-1950, dat degenen geboren voor 01-01-1950 niet worden be-schaamd in de bij hen sinds 1997 gewekte verwachtingen.
De gewekte verwachtingen van deze groep worden gerespecteerd. Dat is niet het geval met de verwachtingen die bij de klager zijn gewekt, die worden dus niet gerespecteerd.
De werkgever mag niet op leeftijd discrimineren en behoort te streven naar een vergelijkbare situatie. Nu is de situatie dat ik betaal voor iets waar ik geen recht op heb.
Ik ben van oordeel dat het doel: respecteren van gewekte verwachtingen vaan degenen ge-boren voor 01-01-1950, op deze wijze onvoldoende zwaarwegend is en discriminerend, door het feit dat mijn sinds 1997 gewekte verwachtingen veel groter zijn door het aantal van 35 dienstjaren en dan die van de iets oudere werknemers met veel minder dienstjaren. Het doel is daarom niet legitiem.
Vervolgens moet worden beoordeeld of het middel, te weten het heffen van VUT-FPU-basis-premies van werknemers geboren na 01-01-1950 vanaf 01-01-2006 teneinde de VUT-FPU-basis-regeling te laten voortduren ten behoeve van de werknemers geboren voor 01-01-1950, passend en noodzakelijk is.
De werkgever sloot in 2005 het "Hoofdlijnenakkoord VPL", en keurde het Pensioenreglement goed. De werkgever wentelt de financiële gevolgen voor degenen geboren voor 01-01-1950 op mij af.
Uiteindelijk betaal ik ongeveer 95% van de kosten van de regeling voor degenen geboren voor 01-01-1950.
Het ABP pensioenreglement, discrimineert mij ten opzichte van personen geboren voor 01-01-1950. Deze groep brengt zelf maar ongeveer 5% van de kosten van hun FPU en. tegelij-kertijd moet ik wèl aanzienlijk langer doorwerken, en moet ik ook voor mijn eigen pensioen langer en meer betalen. Bovendien verlies ik een groot deel van mijn inleg als ik voor 2023 een andere werkgever kies, omdat de inkoopregeling niet meer op mij van toepassing is.
etc etc etc
CGB 2006-0426: nog meer schade bij FPU-ontslag
Ter zijde ga ik in op CGB 2006-0426.
In CGB 2006-0426 stelt u dat het ABP mij schadeloos stelt door alsnog een FPU-ontslag aan mij aan te bieden. Dat is niet juist. Door dat FPU-ontslag verlies ik de inkoopregeling, circa 10% van het pensioen. En nu de discriminerende Wet Vut, Prepensioen en Levensloop (Wet VPL) van kracht is, is het voortijdig met pensioen gaan fiscaal extra belast, ook in de variant die het ABP mij zogenaamd aanbied als compensatie voor mijn verlies van de persoonlijke polis.
Uit de al aan u in afschrift toegezonden brief in het kader van CGB 2006-0426, ABP 8 augus-tus 2007, blijkt dat de volgende FPU-componenten vervallen, indien alsnog een FPU-ontslag tussen 60 en 65 volgt, om het geld van zijn persoonlijke polis nog terug te zien. Drie FPU-componenten worden niet meer uitgekeerd. Het betreft dan: 1. FPU-aanvulling, 2. FPUop-bouw ML, en 3. FPU-basis. Deze FPU-componenten worden niet meer uitgekeerd.
Wel wordt bij een FPU-ontslag tussen 60-65 jaar uitgekeerd: FPU opbouw, FPU opbouw 16.4 en ABP Extra Pensioen.
Deze straf komt op de straf van het vervallen van de inkoopkorting. De toezegging van de pensioenuitvoerder dat het FPU ontslag voor klager wordt gegeven conform de voorwaarden zoals die golden vòòr 01.01.2006, blijkt onwaar te zijn.
Dus, de voor klager ontstane disproportionele schade van vervroegde pensionering onder het regime van het ABP Keuzepensioen vervalt helemaal niet.
Wet VPL
Ter zijde ga ik in op de Wet VPL. De werkgever stelt dat dit systeem een gevolg is van de Wet VPL. Dat is onjuist. Deze wet beoogt niet om FPU op kapitaalbasis tegen te gaan, maar ziet uitsluitend op nieuwe VUT uitkeringen die voor 01-01-2006 nog niet bestonden. In elk geval heeft het niets met de FPU op kapitaalbasis van doen. En dat is het overgrote deel van de door klager zelf opgebouwde FPU-basis-kapitaal (zie verder de bijlage). De Wet VPL ver-plicht zeker niet tot het betalen van VUT-FPU-basis-premies, zonder dat de betaler er zelf gebruik van kan maken en de betaling enkel zijn bedoeld voor degenen die geboren zijn voor 012-01-1950.
CONCLUSIE
Op grond van de Wet Gelijke Behandeling op Grond van Leeftijd bij Arbeid mag leeftijdson-derscheid alleen indien het doel legitiem is, het middel passend is, en het onderscheid nood-zakelijk is. Volgens mij is het gekozen middel niet geschikt om het doel, te weten gewekte verwachtingen honoreren van een bepaalde groep, te bereiken. Ook is het middel volgens mij niet passend om het doel te bereiken. Naar mijn mening waren er minder onderscheidma-kende alternatieven voorhanden. Zoals ook door het CPB en hoogleraren is vastgesteld, na-melijk een stapsgewijze invoering, in plaats van deze “alles of niets” regeling.
Het is nu aan het ABP om te bewijzen dat de leeftijdsdiscriminatie "objectief gerechtvaar-digd" is. Omdat m.i. het gekozen middel niet passend is, is het onderscheid op grond van leeftijd dat voortvloeit uit deze premieheffing VUT-FPU-basis niet objectief gerechtvaardigd.
In afwachting van uw oordeel,
Met vriendelijke groet,
J. van Wieringen.
P.S. de bijlage is hier niet opgenomen.
Yvonne v.d. Laan
22 Oct 2007
Ben ik het helemaal mee eens, het is nog maar de vraag wat er sowiezo overblijft aan pensioen als de "jonkies" oud zijn! Iedereen wordt in de gelegenheid gesteld om pensioen op te bouwen, als je dit willens en wetens niet hebt gedaan....pech hebben! Als het is om regelingen betaalbaar te maken voor de overheid/bedrijven e.d.....NOT WITH MY MONEY!
G.Vermeulen
22 Oct 2007
Veel succes en mijn bijdrage is onderweg. Prima initiatief
-
27 Januari 2008 - 11:37
JANUARI 2008:
Jaarverslag 2007
Zaken tegen ABP:
2 zaken voor de kantonrechter Heerlen;
3 klachten bij de Commissie Ongelijke behandeling;
1 zaak voor het Gerechtshof Den Bosch.
Financiën:
Uitgaven: advocaatskosten, deurwaarderskosten voor uitbrengen dagvaarding; Griffierechten:
Totaal :€ 1330,-
Ontvangsten: € 1225,-
Negatief saldo 2007: € 105,-
Begroting 2008
5 Jan 2008
Voor het Gerechtshof Den Bosch begroten wij de advocaatkosten op € 3500,- .
Wij willen proberen via donaties dit bedrag bijeen te brengen. Overigens als deze zaak door ons wordt gewonnen ontvangen wij een deel van de advocaatkosten terug.
49 Donateurs
Wij hebben nu 49 donaties a € 25,- ontvangen en zijn daar heel blij mee. Het betekent immers niet alleen dat collega'het met ons eens zijn maar daar ook wat aan willen bijdragen.
Maar we zijn er nog niet, zie de begroting 2008 met een tekort van € 3000,- . Gelukkig komen we nog steeds collega'tegen die vertellen dat ze het helemaal met ons eens zijn , maar nog vergeten zijn hun donatie te betalen. Dus dat gaat nog goedkomen. Wij rekenen op uw steun.
STEUN blijft nodig
Bent u het eens met onze acties?
Steun dan het hoger beroep bij het Gerechtshof Den Bosch met uw donatie.
Dit bedrag wordt uitsluitend gebruikt om onze advocaten mr Uilhoorn en mr Fritse te Dordrecht te betalen.
Maak uw bijdrage van € 25,- over op gironr. 5370109 t.n.v. H.en H. van Wieringen te Hazerswoude-dorp.
GELIJKE Behandeling?
Wij schreven in januari 2008 weer een brief aan de CGB. Hieronder de conclusie.
De inhoud van de brief staat deels uitgewerkt onder het hoofdstuk Leeftijdsdiscriminatie.
Onze conclusies zijn:
Op grond van de Wet Gelijke Behandeling op Grond van Leeftijd bij Arbeid mag leeftijds-onderscheid alleen worden gemaakt indien het doel legitiem is, het middel passend is, en het onderscheid noodzakelijk is. In de hiervoor besproken oordelen blijkt het gekozen middel niet geschikt om het doel, te weten “gewekte verwachtingen honoreren” van degenen geboren voor 1950, te bereiken. Immers gewekte verwachtingen hebben niets met leeftijd maar met aantallen dienstjaren te maken.
Verder blijkt dat het gemaakte onderscheid niet noodzakelijk is omdat er veel alternatieven zijn waardoor disproportionele schade achterwege blijft.
Het leeftijdsonderscheid in het Pensioenreglement van het ABP en het latere besluit van de minister van BZK en de sociale partners om mijn spaarproducten niet aan levensloop toe te voegen, veroorzaken in mijn geval disproportionele schade aan mijn rechtposi-tie/arbeidsvoorwaarden.
Er blijken goede alternatieven voorhanden zijn om de schade weg te nemen en/of te be-perken. Zoals ook door het CPB en hoogleraren is vastgesteld, namelijk een stapsgewijze invoering, in plaats van een “alles of niets” regeling.
Maar zelfs een eenvoudige verbetering voor de meest schrijnende gevallen, toevoegen FPU aan levensloop, wordt botweg afgewezen. De expliciete toezegging dat werknemers met 40 dienstjaren op 62 jaar en 9 maanden met 70% met pensioen kunnen wordt niet nagekomen.
Duidelijk is dat de CGB onvoldoende oog heeft voor mijn arbeidsvoorwaarden, voor mijn rechtpositie, voor mijn dienstjaren en evenmin voor andere factoren die mij onnodig scha-de toe brengen. De hiervoor genoemde oordelen van de CGB over het gemaakte leeftijds-onderscheid hebben het kenmerk dat voorbij wordt gegaan aan mijn disproportionele schade en dat alternatieven, zelfs als de pensioenregeling daardoor helemaal niet wordt aangetast, worden afgewezen.
De CGB stelt wel dat ik ernstig wordt benadeeld, maar in het oordeel gaat de CGB daar geheel aan voorbij. Ten onrechte meent CGB dat een volstrekt onacceptabel voorstel van ABP adequaat is. Oordelen van de CGB zijn daardoor niet consistent.
Verder blijken in onderliggende motiveringen van oordelen van de CGB veel onjuistheden te zitten. U gebruikt onjuiste informatie (bijvoorbeeld de foute maatmanberekeningen uit 2005) en er is sprake van onjuiste aannames over het pensioen (bijvoorbeeld CGB 2007-165/voorheen: 2006-0426 r.o. 3.19). De oordelen van de CGB zijn (deels) ongegrond.
Ik verzoek u zeer dringend mijn schade aan mijn arbeidsvoorwaarden thans wel serieus te gaan nemen en mij de door de Europese wet en de WGBLA beoogde rechtsbescherming te verlenen.
Ook verzoek ik u zeer dringend geen eigen toevoegingen in te brengen die n.m.m. niet juist zijn en die u dan vervolgens gebruikt om uw oordeel, dat sprake is van een “objectieve rechtvaardiging”, te onderbouwen.
Ook verzoek ik u eerst na te gaan of een aangeboden alternatief de disproportionele schade wel echt wegneemt, alvorens een dergelijk alternatief als adequaat te bestempelen.
Gelet op alle genoemde (nieuwe) feiten verzoek u de hiervoor behandelde uitspraken te herzien.
Zou u overwegen aan deze kwestie nog een hoorzitting te wijden dan heb ik daartegen geen bezwaar.
Verder verzoek ik u mijn ingediende klacht over het betalen van FPU premies, zonder dat ik daar zelf gebruik van kan maken, wel te behandelen.
Met vriendelijke groet,
Goed begin 2008
Wij wensen alle donateurs een heel gezond 2008. Wij hebben dit jaar onze eerste klacht bij de commissie ongelijke behandeling ingediend.
Wij gaan ervan uit dat we dit jaar een rechter met een rechte rug zullen ontmoeten.
Succes ermee
Alternatief
8 Jan 2008
voorzitter van het AVV stelt:
We zijn bezig met een rechtszaak tegen het ABP, het grootste Nederlandse pensioenfonds, dat 215 miljard euro beheert. Na de grote demonstraties op het Museumplein in 2004 is het hoofdlijnenakkoord gesloten over de vut. Daardoor moeten jongere werknemers meebetalen aan de riante vut-regelingen van zesenvijftigplussers, terwijl zij zelf geen vut-regeling meer hebben. In de onderhandelingen was dat indertijd zelfs de belangrijkste inzet van alle betrokken bonden. Wij vinden dat leeftijdsdiscriminatie. Het gaat wéér alleen om de belangen van oudere werknemers. Daarom hebben wij het ABP voor de rechter gesleept. Er staat veel op het spel, want als wij winnen, wordt het hele akkoord nietig verklaard. Dan hadden al die premies niet geïnd mogen worden. Half december doet de rechter uitspraak.’V
De kleine AVV tegen het grootste pensioenfonds van Europa. Gaan jullie winnen?
‘Daar ben ik van overtuigd. Als de rechter zijn rug maar rechthoudt.’
-
18 Maart 2008 - 19:54
AVV In Beroep :
AVV in beroep bij HOF
AVV (Alternatief voor Vakbond) gaat in hoger beroep in VUT zaak
De kantonrechter heeft op 23 januari geoordeeld dat leeftijdsdiscriminatie in de pensioenregeling van het pensioenfonds voor overheid en onderwijs ABP toegestaan is. AVV is van mening dat het oordeel van de kantonrechter erg eenzijdig is, aangezien de door AVV aangevoerde argumenten ongemotiveerd terzijde worden geschoven. AVV ziet voldoende aanknopingspunten om succesvol in hoger beroep te gaan. AVV heeft onder meer een onderzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken overlegd over de verdeling van lasten en lusten van de VUT-regeling. Hierin wordt op basis van cijfermatig onderzoek geconcludeerd dat “ er sprake is van een onevenwichtig zwaar beroep op de solidariteit van jongere generaties”. Als gevolg van de invoering van de overgangsregeling voor (nu) 58-plussers wordt de verdeling van lasten en lusten alleen maar onevenwichtiger. Het valt op dat het vonnis in het geheel niet ingaat op dit onderzoek en de gevolgen van de overgangsregeling voor jongere generaties. Daarnaast gaat de rechter vrijwel niet in op de gedetailleerde berekeningen die AVV heeft opgevoerd en die aantonen dat de ABP berekeningen onrealistisch zijn. Ook accepteert de rechter de levensloopregeling als compensatie voor verloren vroegpensioen. AVV vindt dit eigenaardig aangezien levensloop hier expliciet niet voor bedoeld is. Bovendien blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat de levensloopregeling niet populair is onder werknemers, onder meer omdat werknemers moeten kiezen tussen de zeer populaire spaarloonregeling en de levensloopregeling. Dit heeft tot gevolg dat het merendeel van de ambtenaren en onderwijzers geboren in of na 1950 niet zullen worden gecompenseerd door de levensloopregeling. Tenslotte wijdt de rechter vrijwel geen woord aan de kosten van de regeling. De kosten van de regeling voor (nu) 58-plussers bedragen 12 miljard euro waarvan 11,5 miljard door 58-minners wordt gedragen. Leeftijdsdiscriminatie is verboden als er minder discriminerende alternatieven zijn. AVV heeft dergelijke alternatieven, die trouwens in andere sectoren wel ingevoerd zijn, ook aangegeven.
Reacties op bovenstaand bericht
10 Feb 2008 21:01 uur
Dit is de derde zaak bij het Hof tegen ABP. De andere zaken zijn van DNB over reclame voor levensloop bij Loyalis en de tweede is van raadsman Van Wieringen over diefstal van FPU.
De kantonrechter roept ook een uitspraak van CGB aan uit 2005 over het Hoofdlijnenakkoord. De CGB heeft toen in grote haast een onzorgvuldige uitspraak gedaan die de politiek van ze eiste.
De rechter met de rechte rug is nog niet gevonden.
10 Feb 2008 21:03 uur
Een simpel alternatief was het mede rekening houden met dienstjaren en een stpasgewijze invoering. Inmiddels is van diverse kanten bewezen dat de groep met 40 dienstjaren voor 62 jaar verschrikkelijk veel inleveren. Deze zaak is nog lang niet klaar.
Michiel Nijk
19 Feb 2008 09:25 uurGeachte lezer,
Goede zaak, dit beroep!
groet en dank!
Michiel
-
18 Maart 2008 - 19:58
CGB Stopt Ermee !!:
CGB gaat niet in op onze nieuwe feiten en heeft deze zaak gesloten !!!!
Oordeel CGB 2007-1655 Jan 2008 21:48 uurCGB 2007-165 (voorheen: 2006-0426)
In deze zaak gaat het over de vraag of het toevoegen van spaarproducten, zoals het ABP deze producten noemt, van degenen geboren na 1949, aan het nieuwe ABP-Keuzepensioen, geoorloofd is.
Blijkens de samenvatting van oordeel 2007-165 oordeelt u dat het objectief is gerechtvaar-digd dat mijn extra stortingen in individuele spaarregelingen voor extra aanspraken op FPU door de minister van BZK en andere sociale partners zijn toegevoegd aan het ABP-Keuzepensioen.
De rechtvaardiging is door u gegrond op twee pijlers, namelijk enerzijds “ dat de spaarre-geling is afgeschaft vanwege de invoering van de Wet VPL” en dat “de keuze om aan te sluiten bij de pensioenvoorziening gerechtvaardigd is, zeker nu voor verzoeker voor het nadeel dat specifiek voor hem geldt een regeling is getroffen waardoor hij alle FPU-aanspraken kan gebruiken om vanaf 60 jaar met vroegpensioen te gaan”.
In uw brief stelt u op blz. 0403 dat i.c. geen sprake meer is van een ongelijke behandeling, omdat het ABP een bijzondere regeling heeft voorgesteld.
Ik wijs u op uw fouten in uw oordeel. Beide pijlers voor uw oordeel zijn onjuist, zoals ik hierna aantoon.
In CGB 2007-165 (2006-0426) stelt u dat het ABP mij schadeloos stelt door alsnog een FPU-ontslag aan mij aan te bieden. U stelt dat het ABP mij schadeloos stelt door alsnog een FPU-ontslag aan mij aan te bieden.
Dat is niet juist. Ik leg u uit waarom het ABP mij niet schadeloos stelt.
In het vonnis van de kantonrechter d.d. 24 januari 2007, staat: “ De tegoeden van de bij-spaarproducten blijven behouden, heeft het ABP bij herhaling aan benadeelde medege-deeld. Zij kunnen aangewend worden vanaf 60 jaar ter aanvulling van het pensioen, of – vanwege toezegging – als separate aanspraken op flexibel pensioen, de aanspraken voortvloeiende uit de bijspaarproducten en ABP Extra Pensioen (zaaknummer: 224514 CV EXPL rolno.: 06-3166, blz. 5).
Gelet op de toezegging van de pensioenuitvoerder concludeert de CGB verder in r.o. 3.14: “Voor verzoeker blijft aldus de mogelijkheid bestaan de door hem opgebouwde aanspraken op flexibel pensioen (FPU-componenten) gescheiden – dus niet als onderdeel van het ABP Keuzepensioen – te gebruiken om vervroegd uit te treden, conform de tot 1 januari 2006 geldende regeling, zij het dat deze pas kan ingaan vanaf de leeftijd van 60 jaar.
De pensioenuitvoerder had volgens de CGB hiertoe besloten omdat die verwachting is gewekt in de brief van de pensioenuitvoerder van 24 januari 2006 en de pensioenuitvoer-der wil deze gewekte verwachting respecteren.
De CGB constateert dat hierdoor de voor de verzoeker mogelijk nadelige effecten van ver-vroegde pensionering onder het regime van het ABP Keuzepensioen vervallen.
In de brief van 8 mei 2007, kenmerk JFZ/07/00611 bericht de pensioenuitvoerder mij:
“Het enige dat er voor u onder de nieuwe regeling is veranderd, is dat u deze mogelijkheid (FPU) pas hebt op de leeftijd van 60 jaar, en niet zoals onder de ou-de FPU-regeling vanaf de leeftijd van 55 jaar. Het ouderdomspensioen gaat dan vervolgens in op de leeftijd van 65 jaar”.
Dit blijkt onwaar te zijn.
Gelet op de toezegging dient bij FPU-ontslag tussen 60 en 65 jaar, de FPU de volgende FPU-componenten te bevatten: 1. FPU aanvulling, 2. FPU opbouw ML, 3. FPU basis, 4. FPU opbouw, 5. FPU opbouw 16.4 en 6. ABP Extra Pensioen (conform het overzicht d.d. 21 december 2005). Het ABP-Keuze Pensioen zal dan eveneens conform de pensioen-overzicht 2004/2005 zijn, uiteraard na indexering.
Echter, uit de ABP-brief van 8 augustus 2007, blijkt dat de pensioenuitvoerder helemaal niet gaat doen wat op 7 mei 2007 is toegezegd en bij de CGB en de kantonrechter is afge-sproken.
Door een eventueel FPU-ontslag voor 65 jaar verlies ik om te beginnen de inkoopregeling, circa 10% van het pensioen. En nu de discriminerende Wet Vut, Prepensioen en Levens-loop (Wet VPL) van kracht is, is het voortijdig met pensioen gaan fiscaal extra belast, ook in de variant die het ABP mij aanbied, zogenaamd als compensatie voor mijn verlies van de persoonlijke polis.
De pensioenuitvoerder beperkt namelijk de FPU-componenten tot: 4. FPU opbouw, 5. FPU opbouw 16.4 en 6. ABP Extra Pensioen.
De componenten 1. FPU-aanvulling, 2. FPUopbouw ML, en 3. FPU-basis worden helemaal niet meer uitgekeerd.
De pensioenuitvoerder ontkent nu dat het FPU ontslag wordt gegeven conform de voor-waarden zoals die golden vòòr 01.01.2006 en zoals eerder schriftelijk was toegezegd.
ABP eist nu een FPU-ontslag, waarin de actuariërele herrekening ook over de spaarpro-ducten wordt toegepast. Hievoor is al aangetoond dat dit niet noodzakelijk is volgens de WGBLA.
Dus de voor benadeelde ontstane disproportionele schade van vervroegde pensionering onder het regime van het ABP Keuzepensioen vervalt helemaal niet. Het geld van de indi-viduele spaarovereenkomst voor FPU wordt dus alleen maar teruggegeven als een zeer ongunstig FPU-ontslag waarbij bepaalde FPU-componenten niet worden uitgekeerd èn de inkoopregeling komt te vervallen.De nadelige uitwerkende inkoopregeling is op deze wijze per 01-01-2006 vastgesteld. Het is onmogelijk gemaakt om het geld van de individuele spaarovereenkomst voor FPU terug te krijgen, zonder ook met FPU-ontslag te gaan.
De pensioenuitvoerder blijft dus onjuiste informatie verschaffen, blijft gewekte verwachtin-gen niet nakomen en geeft er opnieuw blijk van dat de rechtspositionele schade die is toe-gebracht aan benadeelde niet van belang is en op geen enkele manier hoeft te worden weggenomen met een mogelijk alternatief.
Het alternatief van de pensioenuitvoerder conform de brief van 8 augustus 2007 brengt onnodige disproportionele schade toe. Daardoor is het toegepaste middel – toevoegen spaarproducten aan ABP-Keuzepensioen - niet passend en niet noodzakelijk om het ge-stelde doel te bereiken.
U weet niet wat ABP mij heeft aangeboden. Duidelijk is dat ABP mij niets heeft aangebo-den op grond waarvan mijn schade vanwege de leeftijdsdiscriminatie zelfs gedeeltelijk zou worden opgeheven. Dat komt omdat het ABP op de FPU-uitkeringen gewoon de actuariële kortingen toepast, en dus weer discrimineert want, degenen geboren voor 1950 behouden zonder kortingen al hun spaarproducten.
Zonder noodzaak blijft opzettelijk een goed alternatief nog steeds achterwege.
Ik beschouw de weigering van ABP om een alternatief aan te bieden dat mijn disproportio-nele schade wel wegneemt als een nieuw feit.
Ook de verwachting die ABP wekte in de brief van 7 mei maar in augustus herriep, is aan te merken als een nieuw feit.
Wet VPL eist deze discriminatie niet
U stelt dat verder dat deze regeling – toevoegen spaarproducten aan ABP-Keuzepensioen- een gevolg is van de invoering van de Wet VPL.
Dat is inderdaad wel de aanleiding, maar de Wet VPL eist de deze discriminatie niet, inte-gendeel de WGBLA eist noodzakelijkheid en die is er niet omdat er een goed alternatief is.
De Wet VPL beoogt niet om FPU op kapitaalbasis tegen te gaan, maar ziet uitsluitend op nieuwe VUT uitkeringen, na 01-01-2006. Die VUT-uitkeringen worden nagenoeg onmoge-lijk gemaakt door de fiscale heffing bij de werkgever van 25% van de VUT-uitkering.
Maar dit heeft niets met de FPU op kapitaalbasis, opgebouwd voor 01-01-2006 van doen. De Wet VPL respecteert deze met eigen geld opgebouwde stortingen. En dat is het over-grote deel van de door klager zelf opgebouwde FPU-kapitaal. Ook het door u eerder be-oordeelde Hoofdlijnenakkoord vereist dit niet, evenmin als het Pensioenreglement.
De keuze om de drie spaarproducten toch toe te voegen aan ABP-Keuzepensioen is pas in 2006 door de Pensioenkamer apart genomen op basis van een subjectieve wenselijkheid van de minister van BZK en andere sociale partners om dit zo te doen.
Het alternatief, namelijk het toevoegen van FPU aan levensloop is expliciet door de Twee-de Kamer in 2005 mogelijk gemaakt. Ook kan volgens de Wet VPL gewoon mijn FPU zon-der kortingen worden uitgekeerd, maar dat weigert ABP. Het moet en zal aan ABP-Keuzepensioen worden toegevoegd. De normen van passendheid en noodzakelijkheid in e WGBLA worden door ABP geschonden.
Ook deze door u genoemde grondslag van uw oordeel kan de objectieve rechtvaardiging niet onderbouwen, zo blijkt uit deze aanvullende informatie, en ook dit is m.i een nieuw feit.
Karakter spaarproducten niet relevant
In uw overweging onder 3.19 in oordeel 2007-165 stelt u dat het geen spaarproducten zijn maar pensioen.
Dat kan zo zijn, maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat een onnodig onderscheid wordt gemaakt op basis van mijn leeftijd. Mijn FPU wordt toegevoegd aan ABP-Keuzepensioen, omdat ik geboren ben NA 1949. Waarom worden mijn spaarproducten toegevoegd en die van degenen geboren voor 1950 niet?
Overigens is uw opmerking “dat het pensioen” is te kort door de bocht. Het gaat om een persoonlijke individuele polis op kapitaalbasis. Dat impliceert dat het kapitaal uitsluitend ten goede zal komen aan mijn pensioen. Zie het hiervoor gestelde verschil tussen pensi-oen op kapitaalbasis en het collectieve deel van het pensioen. Zo is het in de wet gere-geld, maar door de samenloop van de acht genoemde schadefactoren blijkt mijn geld ac-tuarieel te worden gekort en dat wilde de TK destijds ook voorkomen.
Het maakt verder niet uit of het pensioen is. Ook als het pensioen is dan nog zijn uw con-clusies over de contante waarde en berekeningen volstrekt onjuist. Het ABP-Extra-pensioen (één van de drie spaarproducten) is bijvoorbeeld een kapitaal dat is ingelegd en dat gescheiden zichtbaar blijft op het pensioenoverzicht. Er is geen twijfel mogelijk over de grootte van het bedrag en het rendement, dat wordt jaarlijks gemeld op het pensioenover-zicht.
Voor dit bedrag wordt per 01-01-2006, op het moment dat een pensioen ingaat een lijfrente verstrekt dat wordt toegevoegd aan het pensioen. Het ingelegde bedrag is een kapitaal, waarvoor later een lijfrente wordt vastgesteld. Dit geldt ook voor de andere extra FPU be-dragen. Daarvan is precies is bekend welk extra kapitaal is gestort, daarover kan geen misverstand bestaan.
U hebt wel gelijk voor zover het betreft de FPU-basis, het verplichte deel dat iedereen be-taalde. Maar over dat deel heb ik het niet, omdat dit deel wordt gebruikt voor de inkoopkor-ting.
In r.o. 3.19 maakt u de fout te denken dat het bedrag niet precies te berekenen zou zijn.
Hierna volgt een overzicht van de bedragen waar het om gaat, uiteraard veranderen deze jaarlijks door beleggingsresultaat en rente.
In de periode 1997 tot en met 2005 nam benadeelde deel aan de volgende ABP beleggings en spaarregelingen voor een overbruggingsregeling tot zijn pensioen op 65 jaar, in casu FPU:
• ABP-ExtraPensioen, een beleggingsproduct met een expliciete inleggarantie van 100% van de waarde, een verwacht rendement van 4 tot 8% en een vaste kostenstructuur van 0,6%. De inleg bedroeg in totaal € 12.825,30. Uit te keren van 60-65 jaar € 3226,39 per jaar volgens brief ABP 5 april 2006);
• FPU-Extra, een spaarproduct waarbij de inleg via de werkgever werd ingelegd. Het spaarbedrag werd separaat op het pensioenoverzicht vermeld. € 21.574,25 ( uit te keren van 60- 65 jaar: 5 x 4314,85 FPU-Extra per jaar)
• FPU-Totaal, een spaarproduct waarbij via de werkgever een kapitaal werd opgebouwd door stortingen. Het spaarbedrag werd separaat op het pensioenoverzicht vermeld. €14.366,55 (5 x 2873,31): FPU-Totaal,
Naast de vrijwillige FPU was er de verplichte FPU. Ambtenaren waren verplicht om premie af te dragen voor FPU, die uiteenviel in de basis en opbouwregeling.
Deze verplichte componenten zijn geen onderdeel van mijn klacht en uw oordeel heeft daar dan in principe geen betrekking op. Toch concludeer ik uit uw r.o. in 3.19 dat u deze verplichte com-ponenten ook betrekt in uw oordeel, gelet op uw redenening over contante waarde. Het betreft:
• FPU-basis (het vooruitzicht op de ten laste van het VUT-fonds komende, op basis van omslag gefinancierde, componenten van de FPU-uitkering (basisuitkering en aanvullende uitkering ) en daarom geen onderdeel van het nieuwe flexibel pensioen, voorwaardelijke rechten. Per 01-01-2006 afgeschaft en vervangen door de inkoopregeling (zie bijlage over inkoop). Volgens de brief van de MINISTER VAN BZK EN ANDERE SOCIALE PART-NERS is van 1997 tot 2006 aan FPU-basis opgebouwd € 7612. De inkoopruimte vanaf 1997 is nihil. De ruimte tot 1997 bedraagt € 4253,31.
• FPU-opbouw (het deel van de FPU waarvoor deelnemers kapitaal inlegden, kapitaal gefinancierd, flexibel pensioen en dus ABP-pensioen, volgens ABP, bij de start in 1997 zou dit 17,5% opleveren van het inkomen op de spilleeftijd van 62 jaar); (uitkering van 60-65 jaar is dan € 3361, 29 per jaar blijkens de brief ABP 5 april 2006)
Ook heeft de inleg niets te maken met de collectiviteit, ook daarin vergist u zich. Het be-drag zal namelijk uitsluitend aangewend worden voor mijn pensioen, dat kan niet anders.
U meent dat niet bepaald kan worden of het alternatief – toevoegen aan levensloop - mo-gelijk gunstiger is voor mij. Ook dit is onjuist. Uit alle berekeningen die wij hebben opge-steld en het onderzoek en de getuigenverklaringen blijkt dat mijn rechtpositie en arbeids-voorwaarden door toevoeging van het kapitaal aan ABP-Keuzepensioen disproportioeneel erop achteruit gaat en dat door toevoeging aan levensloop een deel van de schade wordt beperkt. Hiervoor is aangegeven om welke bedragen het bij de drie spaarproducten gaat.
Het bovenstaande bevat nieuwe feiten die u niet verwerkt hebt in de motivering van uw oor-deel, zodat uw oordeel ongegrond blijkt te zijn.
Oordeel CGB 2007-1645 Jan 2008 21:51 uurCGB 2007-164 (dossiernummer: 2006-0424)
De werkgever bood een FPU+arrangement, zoals voorzien in het Sociaaal Flankerend Beleid, uitsluitend aan aan degenen die 57 jaar of ouder waren.
De vraag is of de werkgever ook aan mij dit FPU+ arrangement had behoren aan te bieden c.q. mij tot de selectie had moeten toelaten.
Wij zijn het erover eens dat FPU+ geen pensioenvoorziening is. Immers, onder pensioen wordt verstaan ouderdomspnsioen, invaliditeitspensioen, weduwenpensioen, weduwnaarspensioen (TK 2001-2002, 28 170, nr. 3 MvT pag. 36). De enkele omstandigheid dat een uitkering in relatie staat tot een pensioenuitkering, maakt die gerelateerde uitkering nog niet daardoor tot pensioen (HR 27-02-1998, PJ 1998/20, Minderhout.
FPU+ heeft geen opbouwkarakter, zoals pensioen, FPU+ uitkering is niet diensttijd gerelateerd, er is anti-cumulatie met ander inkomen, het is een uitkering in verband met reorganisatie of inkrimping, FPU+ is een uitkering van de werkgever.
FPU+ is een arbeidsvoorwaarde en iedere vorm van leeftijdsdiscriminatie is dus verboden, tenzij sprake is van een wettelijke uitzonderingsgrond (in casu niet aanwezig) of een objec-tieve rechtvaardiging.
U stelt in uw oordeel dat sprake is van objectieve rechtvaardiging van het gemaakte leef-tijdsonderscheid, omdat naar uw oordeel de werkgever op “systematische en heldere wijze een objectieve selectiemethode hanteerde”. De werkgever heeft er voor gekozen om de opgelegde reductiecapaciteit zo goedkoop mogelijk in te zetten voor werknemers van 57 jaar en ouder. Om dat doel te bereiken was het inzetten van het FPU arrangement voor werknemers van 55 tot 57 jaar volgens u geen goed alternatief.
Maar dat staat toch niet in de WGBLA? Er moet sprake zijn van een legitiem doel en een passend en noodzakelijk midde! Het gaat niet om een handige redenering van de werkge-ver maar om de vraag of sprake is van disproportionele benadeling en of die noodzakelijk is en of er een alternatief voor hande is.
Het gaat om de bescherming van het individu tegen leeftijdsdiscriminatie, maar u gaat uit van de bescherming van de regeling die de werkgever heeft opgesteld. Dat die regeling goed in elkaar zit is niet het criterium, maar de eventuele noodzaak van het toebrengen van schade aan mijn arbeidsvoorwaarden door die regeling.
Als ik aantoon dat ik, juist vanwege veel dienstjaren en bijbehorende verwachtingen, en vanwege mijn extra pensioenstortingen, dat ik vermoedelijk helemaal niet duurder en mo-gelijk zelfs goedkoper ben wat kan dan nog de reden zijn voor het leeftijdsonderscheid?
Ik zou het echt niet weten.
En die regeling van de werkgever was helemaal niet logisch en systematisch, omdat de secretaris uitging van onjuiste veronderstellingen over goedkoop en duur van de FPU+ arrangementen, zoals hierna zal blijken.
In deze procedure gaat het eerst om de toegepaste selectieprocedure die in strijd is met de WGBLA, om de volgende redenen. Een vereiste belangenafweging om mij uit te sluiten voor de selectie voor een FPU+arrangement, zoals bedoeld door artikel 14 EVRM, art 7 en 14 Universele verklaring voor de mensenrechten, jo artikel 7 van het Internationale verdrag inzake economische en culturele rechten, bij het invoeren van de selectieprocedure heeft niet plaatsgevonden.
Er is door de Rekenkamer geen inzicht gegeven in de zwaarwegende belangen die zouden nopen tot leeftijdsonderscheid bij de selectieprocedure. Het idee dat 55/56 jarigen te duur zijn en daarom maar moeten worden buitengesloten van een kans om een FPU+vertrekregeling deelachtig te worden voldoet niet aan de eisen van een fatsoenlijke belangenafweging, omdat er meer belangen zijn dan “het budget”. De veronderstelling: “dat 55/56 jarigen te duur ziin”, is in zijn algemeenheid onjuist.
Daarnaast had bij de selectie het meewegen van dienstjaren – een redelijk alternatief - in de rede gelegen. Dit alternatief – meewegen van dienstjaren – is wel op andere departe-menten bij hun regeling toegepast.
Op basis van onjuiste aannames en veronderstellingen besloot de secretaris van de Re-kenkamer dat FPU+arrangementen voor 55/56 jarigen te duur waren. Hij veronderstelde namelijk dat bij jongeren onder de 57 jaar sprake zou zijn van een geringere FPU-opbouw en dat daarom de Rekenkamer een hogere suppletie zou moeten betalen aan die groep.
De Rekenkamer hield daarom alleen een belangstellingsregistratie onder de medewerkers van 57 jaar en ouder. Deze selectiemethode had tot doel om de beoogde capaciteitsreduc-tie van 26,5 fte te bereiken met zo min mogelijk kosten.
De motivering van de secretaris van de Rekenkamer is echter inconsistent en onjuist om de volgende redenen:
Ten eerste bleek het budget helemaal niet beperkt, het is diverse keren opgehoogd. Ver-der is eind 2005, toen er verschrikkelijk veel geld over was, op de valreep aan nog twee ambtenaren een FPU+ arrangement verleend. Uit notulen van het Management Team, blijkt dat eind 2005 sprake was van flinke onderuitputting. Dat wil zeggen er was veel geld over en dat geld moest voor het einde van het jaar worden opgemaakt, anders ging het weer terug in de schatkist. Dit overtollige geld is onder meer gebruikt om alsnog extra FPU+ arrangementen aan te bieden.
De noodzakelijkheid van de budgetbeperking is hierdoor vervallen.
Ten tweede is de veronderstelling van de Rekenkamer dat het aanbieden van een FPU+arrangement aan een 55/56 jarige te duur was in zijn algemeenheid onjuist. Het aan-bieden van een regeling aan iemand van 55/56 jaar met veel dienstjaren kan veel goedko-per zijn, als het aanbieden ervan aan iemand tussen 57-65 jaar met weinig dienstjaren.
Dat is zo omdat ambtenaren met veel dienstjaren al vanaf de invoering van de VUT, dus al veel langer bijdroegen aan de FPU-basis (VUT-regeling) en deze garantierechten kwamen juist bij het FPU-ontslag tot uitkering. Ook de FPU-opbouw van een ambtenaar ouder dan 57 jaar zou lager kunnen zijn dan de FPU-opbouw van een 55 jarige, omdat ook dit onder-deel van de FPU-uitkering tot stand komt op basis van dienstjaren.
Het argument van de werkgever dat wegens “budgettaire redenen” de selectie en inventarisatie was uitgeloten voor 55/56 jarigen is onjuist. Door deze groep niet mee te nemen in de selectie inventarisatie, maar te discriumineren, is juist een mogelijkheid van een budgettaire besparing niet meegewogen.
Ten derde hielden de aannames geen rekening met 55/56 jarigen die wellicht extra voor-zieningen voor vroegpensioen hadden getroffen. Namelijk als sprake was van persoonlijke bijspaarproducten zouden deze kunnen worden gebruikt om de periode van twee jaar dat de werkgever niets hoeft bij te dragen kunnen worden gebruikt om deze periode te over-bruggen. Ook daardoor zou de suppletie van de werkgever lager kunnen zijn. Maar ook hiermee is geen rekening gehouden.
Ten vierde is door de beperking van de regeling tot acht jaar het FPU+ arrangement voor een 55-jarige in ieder geval al nooit duurder dan het arrangement van een 57-jarige. Het budgettaire argument van de Rekenkamer is inconsistent met het uitgangspunt van de regeling. Die regelt namelijk dat een 55 jarige, met een regeling gedurende maximaal acht jaar, niet duurder is als de regeling voor een 57 jarige, die ook maximaal acht jaar loopt.
Ten vijfde, uit onderzoek bij andere overheidsdiensten bleek dat de belangstelling voor de regeling sterk afnam naarmate men dichter in de buurt van de 55-jarigen kwam. Immers voor de 55 en 56 jarigen voorzag de regeling in een overbrugging van maximaal acht jaar en maximaal de opbouw van vier pensioenjaren. Voor medewerkers met weinig dienstjaren was de regeling dan sowieso minder aantrekkelijk, ook als zij 57 jaar en ouder waren. Maar voor anderen met veel dienstjaren was de FPU-uitkering zodanig dat dit de lagere suppletie van de werkgever (8 in plaats van 10 jaar) ruimschoots kon compenseren.
Ten zesde, de suppletie van de werkgever blijkt steeds lager te worden naarmate een 55/56jarige meer dienstjaren heeft, waardoor de aanvulling van de werkgever in evenre-digheid afneemt naarmate het aantal dienstjaren hoger is. Het idee van de Rekenkamer dat 55 jarigen per definitie duurder zijn is gewoon onjuist. Het aantal dienstjaren is veel relevanter dan de leeftijd. In elk geval blijkt weer dat er een alternatief is, namelijk dienstja-ren.
Ten zevende is de regeling uitdrukkelijk ook voor de groep 55/56 jarigen van toepassing verklaard. Er moeten wel heel bijzondere argumenten zijn om een uitdrukkelijk genoemde leeftijdsgroep al vooraf uit te sluiten op grond van hun leeftijd. Die argumenten waren er niet en de argumenten die zijn gebruikt blijken onjuist.
Ten achtste had de Rekenkamer ook de 55/56 jarigen mee moeten nemen in de inventari-satie omdat het Ministerie van BZK dit ook deed. Ambtenaren van de Rekenkamer vallen beheersmatig onder dit departement. Hieruit blijkt dat er een alternatief was en geen nood-zaak tot leeftijdsdiscriminatie.
Al deze argumenten pleiten ervoor om bij een inventarisatie van mogelijke gerechtigden voor de FPU+regeling, de 55 en 56 jarigen juist wel mee te nemen, omdat deze goedkoper zijn als zij veel dienstjaren hebben dan ouderen met minder dienstjaren.
Geen geoorloofd doel
Uit de wetsgeschiedenis van de WGBLA blijkt dat financiële argumenten alleen in “uitzon-deringsgevallen”, worden geaccepteerd als rechtvaardiging (TK, 2001-2002, 28 170, nr 5. p.3.
Hetzelfde volgt uit de rechtspraak. Een zeer specifieke situatie is niet aanwezig en even-min aangetoond door de Rekenkamer. Integendeel: 350 rijksambtenaren geboren in 1950, net zoals verzoeker, kregen een FPU+arrangement aangeboden en daarbij nog drie extra ambtenaren van de Rekenkamer. dus aan de eis dat het om een “specifieke kwestie” moet gaan, wordt niet voldaan.
Middel ongeschikt
Het selecteren en inventariseren van FPU-gerechtigde medewerkers is een middel zijn om het doel, een personeelsreductie tegen de laagst mogelijke kosten te bereiken. In deze selectie van FPU-gerechtigden is vervolgens een onderscheid gemaakt. Of het middel passend en redelijk is vereist ten minste dat de werking van het middel en de vooronder-stellingen (55/56 jarigen zijn te duur) correct zijn.
Er zijn hiervoor acht redenen opgesomd waarom de werking en vooronderstellingen van het middel (selectie vanaf 57 jaar en een 55/56 jarige FPU-gerechtigden buitensluiten) onjuist zijn. Het middel is niet passend en niet noodzakelijk.
Het blijkt dat verkeerde veronderstellingen zijn gehanteerd bij dit middel, namelijk dat 55/56 jarigen altijd te duur zouden zijn. Dat is niet zo. Het door de Rekenkamer gehanteer-de middel - het selecteren op grond van de kosten verbonden aan het FPU+arrangement en vooraf het uitsluiten van 55/56 jarigen – blijkt niet geschikt om het doel, de gewenste reductie tegen de laagst mogelijke kosten, te bereiken. Het blijkt dat bij de Rekenkamer tenminste één 55/56 jarige werkte die een veel lagere suppletie nodig zouden hebben dan de wel geselecteerden.
Alternatieven aanwezig
Vervolgens ligt de vraag voor of het doel had kunnen worden bereikt met een ander middel dat geen of een minder bezwaarlijk onderscheid opleverde tussen de groep 55- en 56-jarigen enerzijds en de groep ouderen anderzijds.
Dat is het geval. Hiervoor is al uiteengezet dat er een alternatieve selectiemethode is die geen leeftijdsonderscheid maakt en de expliciet in de FPU+regeling genoemde leeftijd volgt, en ook nog eens effectiever kan zijn in de zin van “goedkoper” voor de werkgever.
Daarnaast zijn er alternatieven om binnen een vooraf vastgesteld budget te selecteren onder de FPU-gerechtigden. Om te beginnen is de groep al afgebakend omdat het om “FPU-gerechtigden” gaat. Voor een verdere selectie is een onderscheid naar leeftijd hele-maal niet nodig. Bijvoorbeeld door het Ministerie van Onderwijs zijn geen leeftijdscriteria gehanteerd bij de selectie, maar is een formule van leeftijd en anciënniteit (dienstjaren) gebruikt. Verder speelde een rol of men herplaatsingskandidaat was en andere bijzondere omstandigheden. Een vertrouwenscommissie woog bij OCenW deze omstandigheden af en op basis daarvan werd de FPU+regeling al dan niet toegepast. Alternatieven zonder leeftijdsonderscheid zijn verder gehanteerd door UWV, LNV en BZK.
Van de rijksambtenaren die een FPU+regeling kregen aangeboden waren er 380 in de leeftijd van 55 jaar. Ten aanzien van deze groep is aannemelijk dat evenwichtige selectie-criteria zijn gebruikt, en dat ook budgettaire mogelijkheden een rol hebben gespeeld.
De Rekenkamer hanteerde maar één criterium voor de selectie, namelijk alleen het eigen budget. Alternatieven zijn nooit afgewogen. Evenmin het aantal dienstjaren, gewekte ver-wachtingen of bijzondere persoonlijke omstandigheden. Dat “ik” een specifiek geval is had onderdeel behoren uit te maken van alternatieven.
Het niet afwegen van alternatieven en gebruiken van minder discriminerende mogelijkhe-den dan nodig verdraagt zich niet met eisen van de WGBLA dat het middel passend en noodzakelijk moet zijn.
Disproportionele schade
Uit maatmanberekeningen blijkt dat mijn arbeidsvoorwaarden en rechtspositie in zeer ern-stige mate zijn aangetast door het uitblijven van een FPU+ arrangement of een Remkes-vertrekregeling. Het komt erop neer dat ik vier jaar langer moet werken voor een lager pensioen, dat het gehele vrijwillige vroegpensioen is toegevoegd aan het ouderdomspen-sioen, dat dit gehele vroegpensioen toevalt aan het ABP, bij zijn overlijden. Ik had in 1997 met de werkgever over zijn vertrekmogelijkheden op 58-jarige leeftijd. Thans heeft ik het vooruitzicht om na 46 dienstjaren te kunnen vertrekken, met een lager pensioen. Zijn ge-hele extra inleg is achter de horizon verdwenen.
Conclusies
a. Geen redelijk doel
Het leeftijdsonderscheid dat de Rekenkamer hanteerde bij de selectie en inventarisatie van mogelijke gegadigden dient geen redelijk doel en is niet te rechtvaardigen. Ten eerste hoeft het aanbieden van een regeling aan een 55 jarige helemaal niet duurder te zijn voor de werkgever, als de regeling aan een 57-jarige. Een 55/56 jarige met veel (36) dienstjaren is door de hogere FPU uitkering voor de werkgever veel goedkoper als een oudere met weinig dienstjaren.
b. Geen geoorloofd doel
Uit de wetsgeschiedenis van de WGBLA blijkt dat financiële argumenten alleen in uitzon-deringsgevallen worden geaccepteerd als rechtvaardiging (TK, 2001-2002, 28 170, nr. 5. p.3. Hetzelfde volgt uit de rechtspraak. Een zeer specifieke situatie is niet aanwezig en evenmin aangetoond door verweerder. Integendeel: 350 rijksambtenaren geboren in 1950, net zoals verzoeker, kregen een FPU+arrangement aangeboden dus de gestelde eis dat het om een specifieke kwestie moet gaan, wordt i.c. niet voldaan. Hiervoor is al aange-toond dat “het beperkte budget”, als rechtvaardiging kennelijk berust op rekenfouten, maar het is nog erger: “budget”, is een verboden rechtvaardigingsgrond in belangrijke rechtspo-sitionele kwesties als onderhavige.
c. Middel ongeschikt
Ambtenaren geboren in 1950 met 36 dienstjaren waren vermoedelijk goedkoper om een Remkesregeling aan te bieden dan de oudere ambtenaren met minder dienstjaren.
Het bovenstaande bevat nieuwe feiten die in uw oordeel niet zijn meegewogen.
Oordeel CGB 2005-2195 Jan 2008 21:53 uurCGB 2005-219: in grote haast en gebaseerd op onjuiste informa-tie
Ik ben het met u eens dat de premieheffing voor FPU bij de jongeren deel uitmaakt van de per 01-01-2006 ingevoerde pensioenregeling. U stelt dat, omdat de gehele regeling objec-tief gerechtvaardigd is, ook de premieheffing dat is. U maakt m.i.een fout in uw redenering. De FPU heffing onder jongeren is namelijk NIET noodzakelijk, omdat er voldoende alterna-tieven zijn, en daarom niet gerechtvaardigd. De regeling is in strijd met de WGBLA.
Wat mij verbaast is dat u niet verwijst naar het oordeel over de gehele regeling zoals dat door u is gegeven in 2005, in uw oordeel CGB 2005-219. Dit oordeel is onder grote politie-ke druk van de ministers Zalm en De Geus tot stand gekomen. Ik plaats graag de volgende opmerkingen bij 2005-219.
Dit oordeel heeft betrekking op de nieuwe regeling, zoals die in het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen. Het oordeel heeft geen betrekking op het PR of op het aanvullende besluit van de MINISTER VAN BZK EN ANDERE SOCIALE PARTNERS.
In uw oordeel 2005-219, overweging 4.5 concludeert u m.i. terecht dat sprake is van directe en indirecte leeftijdsdiscriminatie. Dat is duidelijk. De discriminatie zit met name in de toenmalige groep 55 + ers, geboren voor 1 januari 1950 en degenen die later ter wereld kwamen.
Uw oordeelt in 2005-219 dat het leeftijdsonderscheid objectief was gerechtvaardigd. Om hierna volgende redenen meen ik dat uw oordeel op onjuiste en onvolledige is gebaseerd.
In oordeel 2005-219 wordt door u onder 3.1. en 3.2 de indruk gewekt dat de fiscale regels tot “extreme verhoging van de lasten van het pensioen zou leiden”. Dit wordt verder niet onderbouwd, en is m.i. overdreven. En evenmin duidelijk. De Wet VPL maakt feitelijk alleen maar de VUT-regelingen per 01-01-2006 onmogelijk, de op omslagbasis gefinancierde regelingen. De werkgever moet namelijk een fiscale heffing betalen van 25 % over deze VUT-uitkeringen. Dit neemt ovverigens niet weg dat met name bij militairen de VUT-uitkeringen wel doorgaan en Defensie betaald dan de fiscale heffing aan Financiën.
De op kapitaalbasis gefinancierde FPU-aanspraken vallen buiten de Wet VPL. Dit misvestand blijft ook bij nog steeds bestaan, maar dit is een oud feit.
Wellicht wilt u het aanmerken als nieuw feit.
Duidelijk is dat er in 2005 sprake was van paniekvoetbal en dat uw oordeel moest worden doorgedrukt binnen enkele maanden en op basis van onjuiste maatmanberekeningen. De CGB kon de politieke waan van de dag niet ontgaan. Maar de politieke waan is m.i. geen rechtvaardigingsgrond voor leeftijdsdiscriminatie.
De benadeelden van de leeftijdsdiscriminatie komen in uw oordeel 2005-219 niet aan bod, er was in 2005 geen sprake van audi et alterem parte. Al de door mij in mijn inleiding opgesomde benadelende factoren worden niet in uw oordeel genoemd, dus weggelaten. Ook de minister van BZK en sociale partners noemen deze factoren niet, terwijl nu de indruk wordt gewekt in uw hoorzitting dat het wel bekend zou zijn.
Uw berekening in uw oordeel van de maatmannen kan ik niet plaatsen in mijn geval en is onjuist. Dit is m.i. een nieuw feit.
In deel 3 van uw oordeel staan op verschillende plaatsen tegenstrijdigheden, suggestieve opmerkingen en onjuistheden, kennelijk overgenomen van verzoeker. Het betreft deel 3 van 2005-219, Toelichting en motivering van het verzoek. Zo zou het vervroegd uittreden voor de 55- minners ficaal gezien onmogelijk zijn, hetgeen niet juist is.
Vervolgens blijkt dat levensloop is geïntroduceerd op basis waarvan fiscaal ondersteund een tegoed kan worden opgebouwd ten behoeve van een verlofperiode of vroegpensionering (3.1). Dus het vroegpensioen kan dan blijkbaar weer wel en is juist onderdeel van het vroegpensioen. In dat licht is het besluit om het vroegpensioen niet aan levensloop toe te voegen onbegrijpelijk en niet consistent.
Verzoekers, de minister van BZK en andere sociale partners spreken in 2005-219 over “verwachtingen die voortvloeien uit de toezeggingen die op 1 april 1997 bij de overgang van vut naar FPU zijn gedaan”. Die toezeggingen, garanties genaamd, zijn ook aan mij gedaan, ik had in 1997 26 dienstjaren en na tien jaar, ik had in 2006 36 dienstjaren, worden de garanties niet nagekomen.
Kunt u mij uitleggen waarom aan iemand met 36 dienstjaren alle rechten worden ontzegd? En dat iemand geboren in 1949 met tien dienstjaren een FPU+ arrangement wordt gegeven c.q. het keuzerecht heeft om alsnog met een normale FPU te vertrekken?
Ik wordt per 01-01-2006 direct en indirect gediscrimineerd op grond van mijn leeftijd. Waarom worden die verwachtingen en toezeggingen alleen bij de groep 55plus gehonoreerd? en voor de andere groep met voeten getreden?
Een dragende motivering voor het niet honoreren van mijn gerechtvaardigde verwachtingen op basis van in 1997 gegeven GARANTIES kan ik nergens vinden.
Waarom wordt iemand geboren in 1949 met slechts tien dienstjaren bevoordeeld boven iemand met 36 dienstjaren geboren in 1950?
Dit is niet uit te leggen. Het is discriminatie op leeftijd in strijd met de WGBLA, omdat er alternatieven zijn, namelijk rekening houden met dienstjaren.
Er wordt gesproken over een overgangsregeling. Die overgang is er helemaal niet. Er is wel sprake van een scherpe scheidende discriminatie in hoofdzaak op grond van één leeftijd, waarbij de ene groep nagenoeg alle rechten behoudt en de andere groep alle rechten verliest.
Dat degenen geboren voor 1950 drie maanden langer moeten werken om hetzelfde reslutaat te behalen kan niet serieus als overgang worden opgevoerd. Daarnaast is voor die groep sprake van een solide vertrekregeling gebleven, op kosten van de 55 minners.
Degenen geboren na 1949 kunnen niet meer met FPU en moeten blijkens uw oordeel 9 maanden langer doorwerken. Dat is niet waar.
Om recht te hebben op een deel uit de vroegpensioenpot moet men tot 2023 in dienst blijven, de FPU is helemaal afgeschaft, extra spaarproducten worden zonder pardoen toegevoegd aan het ouderdomspensioen en bij eventueel vertrek/ontslag verliest men het recht op de inkoop van eigen geld van de individuele spaarovereenkomst voor FPU en /of de in de FPU tijd opgebouwde garanties, weaaruit overigens al blijkt dat FPU geen pensioen is.
De invoering van de levensloop kan voor jongere medewerkers wellicht als een overgang worden gezien, de oudere 55- minners hebben nauwelijks nog jaren te gaan om de levensloop tot het toegestane bedrag te vullen. Dat geldt ook voor de versterkte opbouw waar ik gelet op mijn leeftijd weinig meer aan heb.
Alternatieven afweging in 2005-219 onvoldoende
Op dezelfde wijze als in 1997 maakt de minister van BZK en de sociale partners in uw oordeel 2005-219 een scherpe tweedeling in de leeftijd. De ouderen behouden hun rechten.
De alternatieven van andere pensioenfondsen laten in 2006 zien dat er voldoende ruimte is om nagenoeg zonder leeftijdsdiscriminatie de zogenoemde sancties van de Wet VPL te mitigeren en te voorkomen. Maar liefst 30% van de werkgevers heeft via stortingen in de levensloopregeling oplossingen gevonden om leeftijdsdiscriminatie te voorkomen.
Verdere alternatieven zouden zijn geweest: naar keuze het eigen kapitaaldeel overhevelen naar levensloop. Extra inleg overhevelen naar levensloop. Een wergeversbijdrage in levensloop. Een geleidelijker leeftijdsovergang en de lasten ook deels leggen bij de 55 plussers.
Er waren voldoende mogelijkheden de ongekende en na 1997 herhaalde leeftijdsdiscriminatie te mitigeren. Maar alternatieven zijn door de minister van BZK en andere sociale partners niet of nauwelijks overwogen en de mogelijkheden om leeftijdsdiscriminatie te verzachten, bijvoorbeeld vroegpensioen toevoegen aan levensloop, zijn niet zelfs later in 2006 nog en geweigerd.
In 2005-219 kan ik geen serieuze afweging van alternatieven vinden. De eenzijdige leeftijdsaanpak gaat aan alle alternatieven voorbij. Een stapsgewijze invoering is niet overwogen. Het rekening houden met dienstjaren is niet overwogen. Een gemengde aanpak van dienstjaren en leeftijd is niet overwogen.
Het was gewoon gemakzucht om niet meer te kijken naar dienstjaren en opgebouwde rechten, maar om uitsluitend een leeftijdsgrens te hanteren. Een redelijk alternatief voor 55 minners is niet afgewogen.
Wet VPL is geen rechtvaardigingsgrond
De enige rechtvaardigingsgrond die ik telkens in 2005-219 tegenkom is de nieuwe Wet VPL. De wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloop-regeling wordt genoemd als de reden en basis voor het Pensioenakkoord en de reden en rechtvaardiging om te discrimineren naar leeftijd.
Dit is onjuist.
De Wet VPL beoogt langer werken te stimuleren, in principe tot 65, maar legaliseert niet de leeftijdsdiscriminatie in pensioenakkoorden. Verder wordt de werkgever een sanctie opge-legd als de pensioenregeling niet aan bepaalde normen voldoet. Welke normen dat nu precies zijn kan ik nergens in 2005-219 vinden.
Dat de Wet VPL op zichzelf een wet is die naar leeftijd discrimineert is geen reden onder-liggende pensioenakkoorden ook naar leeftijd te laten discrimineren.
Het VPL systeem is zodanig dat in principe de werkgever of de pensioenuitvoerder een strafheffing krijgt opgelegd indien niet voldaan wordt aan de normen van de VPL. Dat de fiscus zich weinig gelegen laat liggen aan discriminatie blijkt uit de site van de belasting-dienst pensioenen, waar de kennisgroep pensioenen stelt dat:
Aan de Kennisgroep pensioenen (loonbelasting) worden vanuit de praktijk veel vra-gen voorgelegd met betrekking tot de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling. De door de kennisgroep op de gestelde vragen gegeven antwoorden kunnen via deze site geraadpleegd worden. Hierbij wordt uitdrukkelijk aangegeven dat het door de kennisgroep ingenomen standpunten betreft en geen door of namens de staatssecretaris van Financiën vastgesteld beleid. De geformuleerde antwoorden vloeien rechtstreeks voort uit de fiscale wet- en regelgeving. In de antwoorden is geen rekening gehouden met de toepassing van de gelijke behandelingsvoorschriften.
Dus de kennisgroep heeft uitsluitend oog voor fiscale aspecten en het verbod van leeftijdsdiscriminatie wordt niet eens afgewogen bij de gegeven antwoorden. Dit geldt ook voor de inhoud van de Wet VPL.
De Europese richtlijn beoogt het claimen van een rechtvaardigingsgrond in gevallen van discriminatie te beperken tot uitzonderlijke omstandigheden en te garanderen dat eventuele uitzonderingen in overeenstemming zijn met de door het Europese Hof vastgelegd beginselen. De Europese richtlijn is duidelijk: zelfs eventuele uitzonderingen op het verbod van leeftijdsdiscriminatie dienen beperkt te worden uitgelegd.
Naar mijn mening is sprake van nieuwe feiten op grond waarvan uw oordeel herziening behoeft.
CGB stopt ermee
21 Feb 2008 10:51 uurCGB heeft mij bericht dat de zaak gesloten wordt. CGB wenst niet in te gaan op de (nieuwe) feiten en evenmin een oordeel te geven over de onterechte solidariteitsheffing.
Hoe onafhankelijk kun je zijn?
-
18 Maart 2008 - 20:09
DE AVV ZAAK:
AVV verloor de procedure bij de ktr maar is naar eigen zeggen in beroep gegaan bij het Gerechtshof. Net zoals wij dus.
SAMENVATTING AVV zaak
27 Jan 2008 12:47 uur
Eisers stellen dat door onderscheid te maken tussen 56-minners en 56-plussers het ABP een direct leeftijdsonderscheid maakt en dat het ABP de gecreëerde lasten op onrechtvaardige wijze verdeelt. De kosten voor het handhaven van de vervroegde uittredeingsregeling voor 56-plussers, becijferd op 12 miljard euro, moeten hoofdzakelijk, voor 95% door de 56-minners opgebracht worden die zelf niet meer van de vervroegde uittredingsregeling gebruik kunnen maken. Het aldus enerzijds uitsluiten van een groep mensen op basis van hun geboortedatum en het vervolgens opleggen van bijzondere lasten juist op deze groep, bijna uitsluitend ten behoeve van een andere groep mensen, is discriminatoir, disproportioneel en vermijdbaar. Dit is verboden op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid, beroep en beroepsonderwijs, artikel 1 (Stb 2004,90; verder: WGBL), artikel 1 Grondwet en artikel 26 International verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.
De kantonrechter heeft de vordering van eisers afgewezen.
UITSPRAAK 27 Jan 2008 12:50 uur
Vonnis van de kantonrechter d.d. 23 januari 2008
inzake
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Alternatief voor Vakbond, met statutaire vestigingsplaats te [Vestigingsplaats] en aldaar kantoorhoudende aan de [Adresgegevens],
2. [Naam eiser 2], wonende te [Woonplaats/ adresgegevens], 3. [Naam eiser 3], wonende te [Woonplaats/ adresgegevens], gemachtigde mr. S.M.G. Koopmans te Amsterdam, verschijnende bij P.M.F. Otten, gerechtsdeurwaarder,
tegen
De stichting Stichting Pensioenfonds ABP, met statutaire vestigingsplaats te [Vestigingsplaats] en aldaar kantoorhoudende aan de [Adresgegevens],
gedaagde,
gemachtigde mr. E. Lutjens te Amsterdam.
de gedaagde wordt verder ook aangeduid als ABP.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE:
Door partijen zijn de volgende processtukken (met producties) ingediend:
- dagvaarding;
- conclusie van antwoord;
- conclusie van repliek;
- conclusie van dupliek;
- akte uitlating;
In deze zaak hebben vervolgens nog pleidooien plaatsgevonden (en eisers namen nog een akte), van welke pleidooien proces-verbaal is opgemaakt.
De inhoud van processtukken en proces-verbaal gelden als hier herhaald.
Daarna is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak is vastgesteld op heden.
MOTIVERING VAN DE BESLISSING
I Vaststaande feiten
Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet, althans onvoldoende betwist het volgende vast.
Eiseres sub 1 stelt als rechtspersoon de onderhavige vordering in ter bescherming van de belangen van alle overheidswerknemers geboren op of na 1 januari 1950 (collectieve actie).
Eisers sub 2 tot en met 11 zijn ambtenaren of onderwijswerknemers die de vordering instel-len voor hun individuele belangen. Zij zijn verplicht aangesloten bij het ABP en waren op 1 januari 2006 allen jonger dan 56 jaar.
Met ingang van 1 januari 2006 is de wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling (verder te noemen Wet VPL; Stb. 2005, 115) van kracht ge-worden met als doel de arbeidsparticipatie van ouderen te bevorderen, in casu aanspraken op vervroegd pensioen te beperken en een levensloopregeling te introduceren. Een overgangsre-geling biedt ruimte om de gevolgen voor bepaalde categorieën personen, met name voor degenen die vóór 1950 zijn geboren, te verzachten.
In verband daarmee hebben het ABP en het VUT-fonds het Pensioenreglement (verder ook te noemen: PR) respectievelijk het reglement Flexibel pensioen en uittreden (verder ook te noemen: FPU) per 1 januari 2006 gewijzigd en eveneens een overgangsregeling getroffen. Daardoor blijft voor de meesten die vóór 1 januari 1950 geboren zijn, gemakshalve genaamd de 56-plussers, het uitzicht op de oude regeling in belangrijke mate behouden. Voor de dege-nen die na die datum geboren zijn, de zogenaamde 56-minners, alsmede de 56-plussers die na 1997 bij overheid of onderwijs in dienst getreden zijn, geldt een substantieel nieuwe re-geling met versterkte pensioenopbouw.
Het ABP heeft deze nieuwe regeling vastgesteld op grond van het door de sociale partners (Stichting Verbond Sectorwerkgevers Overheid en de Centrales van Overheidspersoneel) gesloten Hoofdlijnenakkoord inzake aanpassing ABP-regelingen aan VPL-wetgeving d.d. 5 juli 2005, en na verkregen advies op eigen verzoek van de Commissie Gelijke Behandeling (Oordeel d.d. 8 november 2005; 2005-219)
II Meest relevante bepalingen uit de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL)
artikel 3
Onderscheid is verboden bij:
…d. de arbeidsvoorwaarden
Par. 3 Uitzonderingen op het verbod van onderscheid
Objectieve rechtvaardiging
Artikel 7
1.Het verbod van onderscheid geldt niet indien het onderscheid:
a. gebaseerd is op werkgelegenheids- en arbeidsmarktbeleid………bij of krachtens wet;
b. betrekking heeft op het beëindigen van een arbeidsverhouding….
c. anderszins objectief gerechtvaardigd is door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.
Pensioenen
Artikel 8 .
1.Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder pensioenvoorziening: een pensioenvoorziening ten behoeve van een of meer personen, uitsluitend in verband met hun werkzaamheden in een onderneming, bedrijfstak, tak van beroep of openba-re dienst, in aanvulling op een wettelijk stelsel van sociale zekerheid en, ingeval van een voorziening voor een persoon, anders dan door die persoon zelf tot stand ge-bracht.
2.Het verbod van onderscheid is niet van toepassing op in pensioenvoorzieningen vastgelegde toetredingsleeftijden en op pensioengerechtigde leeftijden, alsmede op de vaststelling van verschillende toetredings- en pensioengerechtigde leeftijden voor werknemers of voor groepen of categorieën van werknemers.
3.Het verbod van onderscheid is niet van toepassing op actuariële berekeningen bij pensioenvoorzieningen waarbij met leeftijd rekening wordt gehouden.
Bewijslast
Artikel 12
1.Indien degene die meent dat te zijnen nadeel een onderscheid is of wordt gemaakt als bedoeld in deze wet, in rechte feiten aanvoert die dat onderscheid kunnen doen vermoe-den, dient de wederpartij te bewijzen dat niet in strijd met deze wet is gehandeld.
2…
Nietigheid
Artikel 13
Bedingen in strijd met deze wet zijn nietig.
III Standpunten van partijen op hoofdpunten
Eisers stellen dat door onderscheid te maken tussen 56-minners en 56-plussers het ABP een direct leeftijdsonderscheid maakt en dat het ABP de gecreëerde lasten op onrechtvaardige wijze verdeelt. De kosten voor het handhaven van de vervroegde uittredingsregeling voor 56-plussers, becijferd op 12 miljard euro, moeten hoofdzakelijk, voor 95% door de 56-minners opgebracht worden die zelf niet meer van de vervroegde uittredingsregeling gebruik kunnen maken. Het aldus enerzijds uitsluiten van een groep mensen op basis van hun geboortedatum en het vervolgens opleggen van bijzondere lasten juist op deze groep, bijna uitsluitend ten behoeve van een andere groep mensen, is discriminatoir, disproportioneel en vermijdbaar. Dit is verboden op grond van de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid, beroep en beroepsonderwijs, artikel 1 (Stb 2004, 90; verder: WGBL), artikel 1 Grondwet en artikel 26 International verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (verder te noemen BUPO)
Eisers vorderen te verklaren voor recht dat het pensioenreglement, althans de hoofdstukken 6, 7 en 16 daarvan en de Overgangsbepalingen B, C en D bij hoofdstuk 6, Overgangsbepa-lingen A, B en C bij artikel 7.5 en Overgangsbepalingen B, C en D bij hoofdstuk 16 nietig zijn.
Het verweer van het ABP bevat de volgende als zodanig aangemerkte kernpunten. In een collectieve op solidariteit gebaseerde pensioenregeling als die van ABP, waarbij tevens geldt dat de deelnemingstijd voor de verwerving van pensioenaanspraken 40 jaar be-draagt, kan de vraag in hoeverre 56-plussers wel of niet in voldoende mate bijdragen aan de financiering van de solidariteit, niet bepaald worden door vanaf een bepaalde, gefixeerde datum (in casu 1 januari 2006) de aanspraken en de financiering daarvan in ogenschouw te nemen. Dan wordt er volledig aan voorbij gegaan dat de 56-plussers van nu, in het verleden als jongeren in het kader van de solidariteit meebetaalden aan de aanspraken van de destijds ouderen.
Tegenover het vervallen van de vervroegde uittredingsregelingen voor de 56-minners staat dat zij op andere onderdelen gecompenseerd worden.
In een collectieve op solidariteit gebaseerde pensioenregeling voor meer dan een miljoen werknemers kan niet anders dan met representatieve gemiddelden gewerkt worden, door het ABP uitgewerkt aan de hand van maatmannen.
Het trekken van een grens bij 56 jaar (op 1 januari 2006) is in zekere zin arbitrair. Wellicht is denkbaar dat in theorie een andere leeftijd gekozen zou worden, maar ook daarvan geldt dat arbitraire karakter. Dienaangaande dient de sociale partners een zekere beleidsvrijheid ge-gund te worden. De beoordeling in het kader van de rechtmatigheid dient dan ook marginaal te zijn, mede vanwege het feit dat het om overgangsrecht gaat en deze geënt is op de moge-lijkheden die de VPL-wetgeving biedt, alsmede het feit dat het maken van onderscheid naar leeftijd op zich geen verdacht criterium is, zoals vermeld in de MvT bij de WGBL.
De overige door partijen aangevoerde punten komen, voor zover nodig in het navolgende aan de orde.
Aparte vermelding verdient de procedurele opmerking van het ABP dat alleen het ABP is aangesproken en niet de “FPU-stichting” en de door de werknemers gekozen levensloopuit-voerder(s). Het ABP verzoekt evenwel de FPU- en levensloopregeling voor de beoordeling van het geschil aan te merken als eigen verplichting, zodat ABP voor de onderhavige proce-dure daarop wel is aan te spreken en het materiële door eisers opgeworpen geschilpunt be-slecht kan worden.
IV BEOORDELING
1.In de overgangsregeling van het gewijzigde Pensioenreglement van het ABP wordt on-derscheid naar leeftijd gemaakt. Dit is ingevolge artikel 3 sub e van de WGBL verbo-den, tenzij daarvoor een objectieve rechtvaardiging aanwezig is. In genoemde bepaling is het maken van onderscheid verboden bij de arbeidsvoorwaarden, waaronder ook een pensioenregeling valt.
2.Wet VPL. Terecht kan met eisers geoordeeld worden dat het enkele feit dat de Wet VPL een overgangsregeling bevat met leeftijdscriterium geen rechtvaardigingsgrond oplevert voor een onderscheid naar leeftijd in de wijziging van de Pensioenregeling. Het ABP heeft dat ook niet gesteld. Het ABP ziet daarin terecht wel een gedeeltelijke rechtvaardi-ging, zoals moge blijken uit de door haar geciteerde wetsgeschiedenis van de Wet-VPL inzake de daarin opgenomen overgangsregeling: “De verwachting dat in veel gevallen de huidige regelingen voor 55-plussers worden voortgezet, is uiteraard een beoogd effect van de overgangsregeling.”(T.K. 29760, nr. 10 p.7
3.Nieuwe pensioenregeling (PR). Per 1 januari 2006 is niet alleen een overgangsregeling getroffen voor het merendeel van 56-plussers, maar ook is de structurele, permanente re-geling ingrijpend gewijzigd. Die geldt voor de 56-minners en de 56-plussers die na 1 april 1997 in dienst getreden zijn. Samengevat zijn de kenmerken van de nieuwe regeling (CvA punt 38 en 39):
- pensioenleeftijd 65 jaar
- opbouwpercentage per dienstjaar: 2,05%
- franchise voor pensioenopbouw: € 9.600
- vervroeging: werknemer kan pensioen eerder laten ingaan
- deeltijdpensionering is mogelijk.
Bij vergelijking van de overgangsregeling met de structurele regeling blijkt het volgende. Voor de 56-plussers die onder de overgangsregeling vallen geldt:
- een lager opbouwpercentage dan 56-minners, 1,75 % i.p.v. 2,05%;
- een hoger franchise dan 56-minners en daardoor bouwen zij over een kleiner deel van hun inkomen pensioen op; franchise van € 15.500 i.p.v. € 9.600
- premiebetaling over een groter deel van hun inkomen dan waarover zij pensioen op-bouwen, want de franchise voor premiebetaling is € 9.600 en die voor pensioenopbouw
€ 15.500.
Bovendien geldt voor de 56-minners en de 56-plussers zonder FPU- overgangsrecht dat voor hun 0,8% van het jaarsalaris beschikbaar komt voor levenslooptegoed.
Hieruit blijkt dat het nieuwe PR voor de 56-minners aanzienlijke verbeteringen bevat in vergelijking met het oude PR. Terecht kan gezegd worden dat het vervallen van de oude FPU-regeling substantieel wordt gecompenseerd. Terecht constateert het ABP dan ook dat van eenzijdigheid van benadeling van 56-minners waar de dagvaarding zich op ba-seert, geen sprake is.
4.Solidariteit en omslagpremie. Het ABP heeft als kernpunt van verweer tegen de stelling dat de kosten voor het handhaven van de regeling voor de 56-plussers hoofdzakelijk op-gebracht moeten worden door de 56-minners, aangevoerd dat in een collectieve op soli-dariteit gebaseerde pensioenregeling als die van het ABP, de 56-plussers van nu, in het verleden als jongeren in het kader van de solidariteit meebetaalden aan de aanspraken van de destijds ouderen. Eisers bestrijden dit standpunt op zich zelf niet. Integendeel zij constateren dit eveneens en dragen zelfs documenten aan die dit standpunt bevestigen, zij het dat zij de duur van dat meebetalen korter achten. Als productie 17 bij dagvaarding hebben zij overgelegd een (ongedateerd) ABP-document “Het Hoofdlijnenakkoord VPL: een analyse van de kosten en de verdeling tussen leeftijdscohorten”. Ook het ABP doet een beroep op de gegevens van dit document, onder andere in haar brief van 18 ok-tober 2005 aan de Commissie Gelijke Behandeling (prod. 3 CvA), ter nadere toelichting van haar verzoek om een oordeel over het Hoofdlijnenakkoord. In het document wordt onder meer een beknopt, doch heel instructief, historisch overzicht gegeven; er valt te le-zen:
“Van 1980 tot 1997 bestond de VUT-regeling voor werknemers van 60 jaar en ouder. In de periode 1980 tot 1995 werden de kosten van de regeling niet via een aparte premie-heffing opgebracht maar werden zij betaald uit het vermogen van het ouderdomspensi-oen van het ABP. Via de premie voor het ouderdomspensioen betaalden de werknemers tijdens deze periode dus indirect mee aan de VUT-uitkeringen. Van 1995 tot 1997 werd er door werkgevers en werknemers een VUT-premie afgedragen. De financiering van de regeling verliep op omslagbasis: de uitkeringskosten van de werknemers die gebruik maakten van de VUT werden in hetzelfde jaar opgebracht door de premiebijdrage van de werkgevers en de actieve werknemers. In 1997 hebben de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers bij de overheid besloten om de op dat moment volledig om-slaggefinancierde prepensioenregeling (de VUT) geleidelijk, in 25 jaar, om te bouwen naar een volledig kapitaalgedekte prepensioenregeling (de FPU). De naderende vergrij-zing vormde hiervoor de belangrijkste aanleiding.” Zo’n ombouwoperatie, zo vervolgt de nota, gaat gepaard met dubbele kosten, t.w. enerzijds voor de eigen opbouw van de actieven en anderzijds voor de kosten van de uittredende werknemers die onvoldoende tijd hadden om een prepensioenuitkering op te bouwen. Daarom was een premie van 7,8% vereist, waarvan 2,8% is bestemd voor de eigen opbouw en 5% (de omslagkosten) voor uitkeringen aan personen die al met prepensioen zijn (blz. 2).
5.In genoemd ABP-document is een tabel 3 opgenomen die het aantal jaren uitsplitst dat omslagpremie betaald werd vóór 1 januari 2006 en nog zal worden betaald vanaf die da-tum.
Leeftijd op 1.1.2006 Aantal jaren tot 2006 bijgedragen aan de omslagpremie Aantal jaren vanaf 2006 bijgedragen aan de omslagpremie Totaal aantal jaren bijgedragen aan omslagpremies
60 jaar 25 2 27
55 jaar 25 7 32
50 jaar 25 12 37
45 jaar 20 17 37
40 jaar 15 17 32
35 jaar 10 17 27
30 jaar 5 17 22
25 jaar, intrede 2006 0 17 17
6.Hieruit blijkt dat de huidige 56-plussers een groot aantal jaren substantieel bijgedragen hebben voor “de ouderen van toen”. Daaraan doet niet af dat de leeftijdsgroep van 40 tot 55 jaar over nog langere termijn bijdraagt. Aanvankelijk was er in het geheel geen be-noemde omslagpremie – toen werden de uitkeringen uit de premieopbrengsten voor het ouderdomspensioen betaald - later kwam die er wel en werd geleidelijk afgebouwd het-geen nog tot 2022 zou moeten voortduren, (met vanaf 2012 volgens de nieuwe regeling ook mogelijkheid van inkoop).
De stelling van eisers dat tijdens de periode dat wel VUT-uitkeringen plaats vonden maar nog geen aparte VUT-premie geheven werd, door de toenmalige deelnemers niet werd bijgedragen, omdat de regeling gefinancierd werd “uit de winst van het ABP”, miskent het karakter van een solidariteitsfonds. Die winst is ook ontstaan uit of in stand gehouden met de premies van de deelnemers. Dat de betaalde premies niet geoormerkt zijn is in een solidariteitsfonds heel goed denkbaar. Maar daarom zijn ze nog niet afwe-zig.
De omvang van de bedragen voor de prepensioenregeling waaraan de 56-plussers mee-betaald hebben, zal niet zo gemakkelijk te berekenen zijn omdat de gelden, zoals gezegd, in het solidariteitsfonds niet of onvoldoende geoormerkt werden. Indien tussen de 56-plussers en –minners een vergelijking gemaakt wordt dienen de lasten die zij in het ver-leden gedragen hebben erbij betrokken te worden en niet slechts uitgegaan te worden van de lasten die vanaf 1 januari 2006 gedragen moeten worden. Er is sprake van een solida-riteit tussen generaties, zoals dat in de literatuur wel genoemd wordt. De nieuwe lasten kunnen niet als enige van doorslaggevende betekenis zijn. De stelling dat de 56-minners hoofdzakelijk de lasten van de 56-plussers moeten dragen, moet dan ook als ondeugde-lijk voor de vorderingen van eisers ter zijde geschoven worden.
7.De solidariteit en collectiviteit brengt met zich mee dat een pensioenregeling veel eerder een samenhangend geheel vormt dan bijvoorbeeld een CAO waarin talloze afgeronde zaken afzonderlijk geregeld kunnen worden. Het ABP wijst erop dat het een uniforme premie, ook wel doorsneepremie genoemd, moet hanteren op grond van artikel 8 lid 1 Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. “Een uni-forme premie wil zeggen dat de premie voor alle werknemers een gelijk percentage van het relevante loon bedraagt. Er wordt dan geen onderscheid gemaakt op basis van aspec-ten als geslacht, gezondheid of leeftijd, zoals dat bij een actuariële vaststelling van de premie wel zou gebeuren.” aldus CvA nr 51. Hieruit blijkt dus dat uit de wettelijk voor-geschreven uniforme premie reeds het karakter van solidariteit voorvloeit. Bedrijfstak-pensioenfondsen hanteren de doorsneepremie vanwege de aan de doorsneepremie inhe-rente solidariteit, zo verwoordt Heemskerk dit uitgangspunt kernachtig (Mark Heems-kerk, leeftijdsonderscheid bij pensioenen, Amsterdam 2005, blz 70). Dat pakketvergelij-king dan nodig is, is begrijpelijk. De samenhang leidt ertoe dat het nadeel op het ene punt, indien al aanwijsbaar, gemakkelijker te compenseren valt op een ander punt, nog daargelaten dat ook compensatie over de jaren heen kan blijken nodig te zijn.
Naarmate het pakket meer bestaat uit elementen die kenmerkend zijn voor de solidariteit, is vergelijking op afzonderlijke onderdelen vreemd aan dat systeem.
8.Overgangsrecht. Het ABP stelt dat vanwege het overgangsrecht lichter, met enige terug-houdendheid getoetst dient te worden. Dat is terecht. Immers een overgangsregeling be-vat per definitie gedurende enige tijd elementen die in de oude regeling ongewenst (in casu als in strijd met WGBL) zijn. Als in volle strengheid getoetst wordt, houdt geen en-kele (inhoudelijke) overgangsregeling stand. Eisers bestrijden ook niet dat een over-gangsregeling nodig is, maar achten een andere, voor de 56-minners, althans jongeren, gunstigere (overgangs)regeling mogelijk.
Overigens is relevant dat de wet VPL zelf in een overgangsregeling een leeftijdscriteri-um opgenomen heeft en daarmee een uitwerking oproept waarin eveneens een leeftijds-criterium wordt opgenomen. Het is zelfs beoogd. De overgangsregeling van de VPL draagt aldus bij tot rechtvaardiging, hoewel op zichzelf onvoldoende.
Voorts kan het uitgangspunt dat onder het verleden met gerechtvaardigde verwachtingen van werknemers niet zonder overgangsrecht een streep gezet kan worden, welk uit-gangspunt ook door de Wet VPL wordt toegepast, eveneens bijdragen tot een objectieve rechtvaardiging. Het beginsel van overgangsrecht met eerbiedigende werking is in het recht een breed gedragen grondbeginsel.
9.Leeftijd. Ook ten aanzien van het onderscheid naar leeftijd dient naar de stellingname van het ABP minder streng, met een zekere mate van terughoudendheid getoetst te wor-den. Het ABP verwijst naar de memorie van toelichting van de WGBL, waar staat dat leeftijd niet een bij voorbaat verdacht criterium is, welke zienswijze ook terug te vinden is in de door het ABP aangehaalde jurisprudentie. (HR 8 oktober 2004, LJN AP0425 en HR 10 november 2006, LJN AY9216). Terecht dient hier een zekere terughoudendheid betracht te worden. Op eenvoudige wijze verheldert het ABP de hieraan ten grondslag liggende gedachte aldus: voor iedereen geldt (in beginsel) dat zij die jong zijn oud wor-den en zij die oud zijn jong waren. (CvA punt 83)
Pakket. In het voorgaande is de samenhang binnen het geheel van een pensioenregeling reeds aan de orde geweest. Is die samenhang er ook tussen PR en FPU enerzijds en le-vensloopregeling anderzijds?
Partijen zijn daarover verdeeld. Eisers bestrijden niet – ze gaan er vanzelfsprekend van uit – dat tussen PR en FPU een essentiële samenhang bestaat. De berekeningen waarmee zij nadeel voor de jongeren stellen gaan van die samenhang, een samenhangend pakket uit, aldus merkt het ABP terecht op. Eisers hebben de samenhang mogelijk ook veron-dersteld toen zij slechts het ABP dagvaardden en niet tevens het VUT-fonds. Dit is van belang omdat deze regelingen onder verantwoordelijkheid van aparte rechtspersonen val-len, te weten de Stichting ABP (gedaagde) en de Stichting VUT-fonds. Dus het feit van formeel een aparte regeling met aparte rechtspersoon is niet beslissend. Dat de levens-loopregeling door andere rechtspersonen wordt aangeboden en uitgevoerd, in casu ver-zekeringsmaatschappij Loyalis, behoeft de samenhang niet in de weg te staan. Hierbij sluit aan dat het ABP dan ook verzocht heeft in de onderhavige procedure de FPU- en levensloopregeling voor de beoordeling van het geschil aan te merken als eigen verplich-ting, welk verzoek niet door eisers bestreden is.
Voor de beantwoording van de vraag of een regeling zoals de levensloopregeling tot één pakket met PR en FPU gerekend kan worden is van belang of het naar zijn aard daarbij aansluit. En dat is het geval. Het is een fiscaal gefaciliteerde regeling die middels op-bouw of inbreng/inkoop kan leiden tot eerder stoppen met werken bij de overgang naar pensioen. Het is niet slechts gecreëerd om verlof tijdens “het spitsuur van het leven mo-gelijk te maken”, zoals eisers citeren uit de MvT van de Kamerstukken 27960, n.3, p. 14, maar ook voor 100 % verlof voorafgaand aan het pensioen. (Geen deeltijdeis van 50% gedurende twee jaar voorafgaand aan pensioen, zoals voorgesteld in een eerder wetsont-werp). Daaraan voldoet de regeling. Daaraan doet niet af dat de faciliteiten van die rege-ling ook op andere tijden in het arbeidzame leven benut kunnen worden.
Uit het feit dat de wetgever in dezelfde wet waarin de prepensioenregelingen fiscaal worden ingedamd een fiscalisering van de levensloopregeling introduceerde (VPL), kan bovendien een samenhang afgeleid worden. In de considerans is de samenhang zelfs ex-pliciet vermeld. De Wet VPL heeft aldus ook het karakter van een pakket.
10.Pakket in jurisprudentie CGB. In het Oordeel over het hoofdlijnenakkoord heeft de CGB uitgesproken dat tot het pakket ook de Levensloopregeling gerekend kan worden. Eisers stellen daartegenover dat de CGB daarop teruggekomen zou zijn in een latere uitspraak, te weten: CGB 2006-62. Dit wordt door het ABP gemotiveerd bestreden. Dat ging, aldus het ABP, om een leeftijdsonderscheid binnen de groep van 55-minners die een bijdrage voor de Levensloopregeling zouden verkrijgen die hoger werd naarmate de leeftijd kor-ter bij de 55 kwam te liggen. Voorts heeft het ABP gewezen op oordeel 2007-165 d.d. 7 september 2007 waarin een verwijzing naar en bevestiging van Oordeel 2005-219 is op-genomen. Al met al is de stelling van eisers dat de CGB op haar standpunt van 2005 is teruggekomen niet aannemelijk.
11.Pakket in overige jurisprudentie. Eisers hebben jurisprudentie aangehaald van het Euro-pese Hof van Justitie en de Hoge Raad waarin pakketvergelijking bij beloning niet toe-gestaan is. Ze besluiten dit deel van hun stellingname met “Derhalve kunnen individuele gevallen van ongelijke behandeling in de beloning niet worden weggestreept tegen ver-onderstelde en potentiële bevoordeling elders. (Dagvaarding punt 56) Het ABP voert daartegen aan dat die jurisprudentie gelijke beloning van mannen en vrouwen betreft, terwijl het in casu niet gaat om de gelijkheid van beloning te beoordelen, maar om het gegeven dat er verschillende regelingen mogelijk zijn voor 56-plussers en 56-minners in het kader van een overgangsregeling, in welk kader wél onderscheid gemaakt mag wor-den. Het ABP merkt voorts op dat het Hof de verboden pakketvergelijking heeft gemoti-veerd vanwege de doorzichtigheid en onderlinge vergelijkbaarheid van de beloning tus-sen mannen en vrouwen. En die normen kunnen vanwege het andere karakter niet op leeftijdsonderscheid toegepast worden op een geval als het onderhavige, aldus het ABP. Het ABP wil overigens niet verdedigen dat elke pakketvergelijking toelaatbaar is.
Met het ABP is de kantonrechter van oordeel dat de door eisers aangehaalde jurispruden-tie van gelijke beloning onvoldoende overeenkomst vertoont met het onderhavige geschil van leeftijdsonderscheid in een overgangsregeling.
12.Objectieve rechtvaardiging; legitimiteit van doelstelling.
De vraag of de regelingen objectief gerechtvaardigd zijn, wordt ingevolge artikel 7 lid 1 sub c WGBL bepaald door a. een legitiem doel, b. geschikt middel en c. noodzakelijk middel.
Het doel van het leeftijdsonderscheid is vooral ingegeven door het respecteren van ver-kregen rechten c.q. bestaande verwachtingen binnen de grenzen van de VPL-wetgeving, aldus het ABP. Verder sluit het ABP aan bij en verwijst naar hetgeen de Commissie Ge-lijke behandeling heeft overwogen in haar oordelen 2005-219 en 2006-62. Bij pleidooi heeft het ABP uit laatst genoemde uitspraak geciteerd: “Het doel om voor alle werkne-mers een vergelijkbaar en betaalbaar pensioenresultaat na te streven, waarbij tegemoet wordt gekomen aan de verwachtingen van de deelnemers om met 62 jaar met pensioen te kunnen, kan zonder meer gezien worden als een doel dat recht doet aan een werkelijke behoefte. Voorts is er geen sprake van een discriminerend oogmerk. Het doel is daar-door legitiem.” ABP voegt eraan toe dat de CGB in dezelfde zin oordeelde in Oordeel 2005-219, overweging 4.8., dat is het Oordeel over het Hoofdlijnen akkoord.
Eisers hebben de aldus omschreven legitimiteit van het doel, niet of niet wezenlijk be-streden; zij betwisten vooral de inhoudelijke uitwerking en daarmee de geschiktheid van het middel en de proportionaliteit en wijzen op huns inziens te verwachten tegengestelde effecten van de uitwerking. De arbeidsparticipatie, aldus eisers wordt niet bevorderd, in-tegendeel, ouderen wordt het gemakkelijk gemaakt eerder te blijven uittreden. Het ABP voert hiertegen terecht aan dat de nieuwe pensioenregeling als geheel zeker gericht is op langer doorwerken. Met name de permanente regeling leidt daartoe, een afbouwende overgangsregeling die in tijd beperkt is, doet daaraan niet af. Gelet op deze stellingname en hetgeen de Commissie Gelijke Behandeling heeft geoordeeld kan van een legitiem doel uitgegaan worden.
13.Objectieve rechtvaardiging, geschikt en noodzakelijk middel.
Voor de geschiktheid van het middel sluit het ABP andermaal aan bij de overwegingen van de CGB en citeert: “De Commissie kan slechts marginaal toetsen of de hoofdvariant van de nieuwe regeling leidt tot een met de huidige regeling ‘vergelijkbaar pensioenin-komensniveau”, dat werknemers in staat stelt op 62-jarige leeftijd met pensioen te gaan en of ter zake sprake is van een ’redelijke lastenverdeling’ en een ‘betaalbaar systeem’ Vast staat dat het resultaat de instemming heeft van de vakbonden en het voltallig perso-neel. Om die reden moet worden aangenomen dat het middel passend is. In dezelfde zin oordeelde de Commissie in het eerdergenoemde oordeel 2005-219, overweging 4.9”. Het ABP voegt eraan toe dat de regeling de volledige instemming heeft van de werknemers in het bestuur van het ABP en van de deelnemersraad van ABP. Dit betekent dat er voor de CGB geen reden is te twijfelen aan de geschiktheid. Eisers hebben aan de hand van berekeningen gesteld dat de voorgestelde regeling veel slechter voor eisers uitpakt dan het ABP met zijn modellen doet voorkomen. Dat zou de geschiktheid derhalve aantasten. In het navolgende wordt daarop teruggekomen.
14.Objectieve rechtvaardiging; geschikt en noodzakelijk middel (berekeningen).
Door eisers zijn actuariële berekeningen van Ernst & Young Actuarissen B.V. (verder ook te noemen: E&Y) ingebracht om de nieuwe pensioenregeling zo goed mogelijk op zijn uitkomsten te toetsen, hetgeen volgens eisers tot een negatief resultaat leidde. De in-dividuele eisers zouden in een slechtere positie verkeren dan volgens de berekeningen van ABP. De maatmannen zouden niet van toepassing zijn. Het ABP heeft die rapporta-ge bestreden, waarop een bijstelling volgde.
Voor de 56-plussers geldt, zoals tussen partijen in confesso, volgens de overgangsrege-ling een uittredingsleeftijd van 62 jaar + 2 maanden en in sommige gevallen 62 jaar +3 maanden. Dat is twee resp. drie maanden langer werken dan onder de oude regeling.
Wat betreft de 56-minners liggen de berekeningen volgens het ABP over het aantal maanden dat t.o.v. 62 jaar doorgewerkt moet worden in lijn met het 2e door eisers inge-brachte rapport Ernst & Young. Toegespitst op de tien personen die in deze procedure als eisers optreden, bedraagt het gemiddeld aantal maanden langer doorwerken op grond van het 2e rapport van E & Y 5,7 en volgens ABP 5,5. (CvD punt 27) Bij akte uitlating producties constateren eisers dan: “Hiermee lijkt het grootste deel van de rekenkundige discussie tussen partijen beëindigd doordat partijen aansluiten bij het onderzoek van de Actuaris” Maar eisers voegen eraan toe dat het ABP ten onrechte de Levenslooprege-ling heeft laten meewegen.
In een nieuw overzicht heeft het ABP ook de resultaten van de nieuwe regeling berekend zonder meetellen van de Levensloopregeling, evenwel onder uitdrukkelijk beding dat het zijn principiële standpunt over het wél mogen meetellen, niet prijsgeeft.
Tevens heeft het ABP een vergelijking gemaakt tussen de maatmannen, waarop het ABP zijn berekeningen gebaseerd heeft, en de 10 individuele eisers, alsmede een later in het rapport van E&Y toegevoegde 11e persoon om een aanzienlijk jongere deelnemer te kunnen vergelijken. (Akte ten behoeve van pleidooi 24 september 2007, vooraf beschik-baar gesteld).
Het ABP heeft in de groep van ongeveer 1 miljoen deelnemers drie categorieën onder-scheiden, waarbinnen in totaal vijf (exemplarische) maatmannen zijn opgenomen.
De drie groepen zijn:
A. Deelnemers, geboren in of na 1950 die op 31 december 2005 en op 1 januari 2006 deelnemer zijn.
B. Deelnemers geboren voor 1950 die niet onder de overgangsmaatregelen VUT/FPU van 1 april 1997 vallen.
C. Degenen die na 31 december 2005 deelnemer worden.
15.De in de ABP-berekeningen gehanteerde maatmannen geven de volgende uitkomsten ten aanzien van het langer doorwerken na 62 jaar om het zelfde pensioenniveau te bereiken als onder de oude regeling. (LL=Levensloopregeling)
Maatman leeftijd op diensttijd op langer doorwerken t.o.v. 62 jaar
1-1-2006 1-1-2006 incl LL excl LL
A1 54. 32 7 8
A2 44 22 3 6
A3 34 12 5 12
B1 58 30 10 11
C1 22 0 1 12
Uit het schema blijkt, zoals te verwachten, dat het verschil tussen wel en niet meetellen van Levensloop binnen eenzelfde groep, zoals de binnen de A-groep, kleiner wordt naar-mate de leeftijd van de deelnemer hoger is.
Daarna past het ABP de uitkomsten van de individuele eisers (plus later toegevoegde persoon) toe op de maatmannen. De nummers van eisers corresponderen met de num-mers van namen op de dagvaarding; de volgorde is wel anders, namelijk in navolging van het rapport van E&Y.
Eisers langer doorwerken om aansluiting met maatman en verschil
nummer vooruitzicht te halen langer doorwerken
exclusief levensloop exclusief levensloop
10 12 A3 12 0
6 11 A3 12 -1
2 12 A3 12 0
7 13 A3 12 +1
11 13 A3 12 +1
8 10 A3 12 -2
5 12 A3 12 0
4 7 A2 6 +1
9 8 A2/A1 6/8 0
3 9 A1 8 +1
toegevoegd 12 A2/A3 6/12 0
Het ABP concludeert hieruit terecht dat de uitkomsten van eisers over het langer door-werken nagenoeg geheel overeenkomen met de door het ABP gehanteerde maatmannen, zonder meetellen Levensloop volgens de optiek van eisers. De stelling van eisers dat de uitkomsten voor de individuele eisers ongunstiger zouden zijn dan de berekeningen vol-gens het maatman-model van het ABP is derhalve niet juist.
16.Proportionaliteit. Zoals in het voorgaande (punt 14) reeds aangegeven zullen de indivi-duele eisers volgens het 2e rapport E&Y gemiddeld 5,7 maanden langer doorwerken t.o.v. 62 jaar en volgens de berekeningen van het ABP 5,5 maanden. Voor de 56-plussers geldt dat zij 2 á 3 maanden moeten doorwerken voor hetzelfde pensioenniveau. Naar de berekening van het ABP brengt dat met zich mee dat de 56-minners tussen de 0 en 5 maanden langer moeten werken dan de 56 plussers om het oude pensioenniveau te beha-len. Terecht is het ABP van mening dat dit marginale verschillen zijn, die gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen niet tot de conclusie kunnen leiden dat niet voldaan zou zijn aan het proportionaliteitsbeginsel. In punt 21 hierna worden al die zaken die van be-lang zijn voor deze conclusie nog eens samengevat.
17.Artikel 1 Grondwet en artikel 26 BUPO. Eisers hebben aangevoerd dat het ABP niet alleen in strijd met de WGBL handelt maar ook met artikel 1 Grondwet en artikel 26 BUPO. Onbetwist heeft het ABP hiertegen aangevoerd dat de bedoelde rechten in artikel 1 Gr en 26 BUPO in de wetgeving van de WGBL verwerkt zijn. En ook eisers stellen dat de WGBL deels gezien kan worden als een nadere invulling van het BUPO-verdrag. Ge-let hierop en ook omdat overigens niet gebleken is dat nader onderscheid hier van belang zou kunnen zijn, behoeft daarop niet verder ingegaan te worden.
18.Informatie aan eisers. Eisers hebben gesteld dat de schending van de WGBL nog verer-gerd wordt omdat het ABP bij herhaling geweigerd heeft om gedetailleerde informatie te verschaffen over de wijzigingen. “Hiermee ontneemt het ABP de betrokkenen de moge-lijkheid om – zonder gecompliceerde berekeningen op grond van aannames – hun rechtspositie te kennen. Ook maakt het ABP het op deze wijze onnodig moeilijk aan te tonen dat er niet- of minder discriminatoire alternatieven mogelijk zijn.”, aldus eisers (dagvaarding nr. 10).
Gelet op artikel 12 WGBL – voor eisers is reeds een vermoeden voor strijd met de WG-BL voldoende, terwijl gedaagde dient te bewijzen – en gelet op jurisprudentie over de uitleg van een pensioenregeling dat niet voor derden kenbare bedoelingen van de opstel-lers, als niet relevant buiten beschouwing gelaten dienen te worden (H.R. 20 februari 2004), kan het ABP geen verwijt gemaakt worden zoals door eiseres bedoeld. Voor zo-ver eisers kennis willen nemen van niet gepubliceerde bedoelingen en uitgangspunten uit de overlegfase over het Hoofdlijnenakkoord, is dat ten onrechte. Ze dienen zich in zover-re te beperken tot de overgangsregeling c.q. het Hoofdlijnenakkoord als onderhande-lingsresultaat en daaruit hun conclusies te trekken. Het ABP heeft dienaangaande geen rechtsregel geschonden.
Het ABP heeft desgevraagd wel aanvullende informatie aan de Commissie Gelijke Be-handeling verstrekt. Dat betrof: a. het addendum behorende bij het hoofdlijnenakkoord, b. inzicht in de overgangsmaatregelen FPU uit 1997 en de “vertaling” daarvan naar de in het hoofdlijnenakkoord onderscheiden groepen, c. inzicht in de omvang van de in het hoofdlijnen akkoord onderscheiden groepen deelnemers, d. inzicht in de individuele ef-fecten van de maatregelen voor de deelnemers. Deze informatie is ook aan eisers ver-strekt. Een en ander betekent dat eisers over omvangrijke informatie over de grondslagen en uitwerking van de overgangsregeling beschikken. Dat zij om hun moverende redenen, met name om alternatieve modellen te ontwikkelen, over nog meer informatie hadden willen beschikken, kan het ABP niet tegengeworpen worden.
19.Vordering te onbepaald? Het ABP heeft gesteld dat de vordering tot nietigverklaring te onbepaald zou zijn, zoals bijvoorbeeld moge blijken uit het feit dat het hele hoofdstuk 7 van het PR nietig verklaard zou moeten worden, waarin de ouderdomspensioenen van al-le deelnemers geregeld zijn. Toewijzing van zulk een vordering zou verderstrekkende gevolgen hebben dan eisers voor ogen staat. In hun stellingen hebben eisers evenwel duidelijk en voldoende specifiek aangegeven waar de strijd met de WGBL huns inziens gelegen is en welke gevolgen onaanvaardbaar zijn. In een eventueel toewijzend vonnis zou daarmee rekening gehouden kunnen worden. Dit verweer van het ABP dient derhal-ve afgewezen te worden.
20.Op grond van het vorenstaande komen de vorderingen tot nietigverklaring van de hoofd-stukken 6, 7 en 16 Pensioenreglement met overgangsbepalingen, dan ook niet voor toe-wijzing in aanmerking.
Hierbij is betrokken dat de Wet VPL (beoogd) aanleiding geeft tot het treffen van over-gangsrecht in navolging van die wet, dat het maken van onderscheid op grond van leef-tijd (in de overgangsregeling) op zich niet verdacht is, dat een pensioenregeling als die van het ABP door de solidariteitsgedachte wordt gekenmerkt, versterkt door de wettelijk voorgeschreven uniforme premie, waardoor pakketvergelijking onmisbaar is, dat de le-vensloopregeling welke in samenhang met de fiscale regeling tot terugdringen van pre-pensioen is geïntroduceerd, mede bij de pakketvergelijking mag worden betrokken, en dat de rechtvaardigingsgronden als bedoeld in artikel 7 WGBL lid 1 sub c voldoende zijn komen vast te staan.
Tevens is hierbij betrokken dat de werknemers in het bestuur van het ABP en de deel-nemersraad met de regeling hebben ingestemd en dat de Commissie Gelijke Behandeling desgevraagd als haar oordeel heeft uitgesproken dat de pensioenkamer van de Raad voor het overheidspersoneel geen verboden onderscheid op grond van leeftijd maakt indien hij het Hoofdlijnenakkoord in werking laat treden. (Oordeel 2005-219)
21.Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure wor-den veroordeeld.
BESLISSING:
1 Wijst de vorderingen af.
2 Veroordeelt eisers als de in het ongelijk gestelde partij(en) hoofdelijk in de kosten van deze procedure, aan de zijde van gedaagde gevallen en tot op heden begroot op € 1.200,00 voor salaris gemachtigde.
3 Verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. drs. W.G.A.M. Veugelers, kantonrechter-plaatsvervanger en uitge-sproken ter openbare civiele terechtzitting van 23 januari 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.
AVV in appelberoep
10 Feb 2008 20:55 uur
AVV gaat in hoger beroep in VUT zaak
De kantonrechter heeft op 23 januari geoordeeld dat leeftijdsdiscriminatie in de pensioenregeling van het pensioenfonds voor overheid en onderwijs ABP toegestaan is. AVV is van mening dat het oordeel van de kantonrechter erg eenzijdig is, aangezien de door AVV aangevoerde argumenten ongemotiveerd terzijde worden geschoven. AVV ziet voldoende aanknopingspunten om succesvol in hoger beroep te gaan. AVV heeft onder meer een onderzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken overlegd over de verdeling van lasten en lusten van de VUT-regeling. Hierin wordt op basis van cijfermatig onderzoek geconcludeerd dat “ er sprake is van een onevenwichtig zwaar beroep op de solidariteit van jongere generaties”. Als gevolg van de invoering van de overgangsregeling voor (nu) 58-plussers wordt de verdeling van lasten en lusten alleen maar onevenwichtiger. Het valt op dat het vonnis in het geheel niet ingaat op dit onderzoek en de gevolgen van de overgangsregeling voor jongere generaties. Daarnaast gaat de rechter vrijwel niet in op de gedetailleerde berekeningen die AVV heeft opgevoerd en die aantonen dat de ABP berekeningen onrealistisch zijn. Ook accepteert de rechter de levensloopregeling als compensatie voor verloren vroegpensioen. AVV vindt dit eigenaardig aangezien levensloop hier expliciet niet voor bedoeld is. Bovendien blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat de levensloopregeling niet populair is onder werknemers, onder meer omdat werknemers moeten kiezen tussen de zeer populaire spaarloonregeling en de levensloopregeling. Dit heeft tot gevolg dat het merendeel van de ambtenaren en onderwijzers geboren in of na 1950 niet zullen worden gecompenseerd door de levensloopregeling. Tenslotte wijdt de rechter vrijwel geen woord aan de kosten van de regeling. De kosten van de regeling voor (nu) 58-plussers bedragen 12 miljard euro waarvan 11,5 miljard door 58-minners wordt gedragen. Leeftijdsdiscriminatie is verboden als er minder discriminerende alternatieven zijn. AVV heeft dergelijke alternatieven, die trouwens in andere sectoren wel ingevoerd zijn, ook aangegeven.
-
27 Maart 2008 - 15:24
MAART 2008:
Bericht van AVV
18 Mar 2008 21:37 uur
Abvakabo en ABP erkennen onevenwichtigheid VUT regeling
Xander den Uyl, pensioenonderhandelaar van de Abvakabo en vice-voorzitter van het ABP, heeft recent erkend dat de huidige VUT regeling van het ABP niet evenwichtig is. Den Uyl erkent bovendien dat de kosten van deze VUT regeling, die alleen geldt voor 58-plussers, zwaar wegen en terechtkomen op de 58-minners. Tenslotte erkent hij dat de structurele pensioenregeling voor 58-minners al soberder is dan de pensioenregeling voor de 58-plussers.De Abvakabo is veruit de grootste bond in de overheidssector en is vertegenwoordigd in zowel de Pensioenkamer –waar de pensioenen voor de overheidssector tot stand komen- als in het bestuur van het ABP, dat de pensioenregeling uitvoert. Den Uyl heeft zijn uitspraken gedaan in het kader van de recente versoepeling van de fiscale behandeling van de VUT per 1 januari 2008 (“het tweede amendement Vendrik”). Deze versoepeling heeft onder meer tot doel de weeffouten in de VUT regelingen–zoals bv het verliezen van rechten bij overstap naar een andere werkgever- te herstellen. Uiteindelijk heeft dit geleid tot discussie binnen de Abvakabo om de disbalans uit de VUT regeling te halen De Abvakabo en het ABP geven eindelijk toe dat de VUT regeling die in 2006 is ingevoerd geen evenwichtige regeling is. Bij het bekend worden van deze VUT regeling ontstond veel commotie toen jonge ambtenaren erachter kwamen dat hun eigen regeling aanzienlijk versoberd werd terwijl ze nog wel 17 jaar lang premie moesten afdragen aan de riante VUT regelingen van hun oudere collega’s. Abvakabo en ABP hebben aldoor gesteld de VUT regeling “evenwichtig” te vinden. Nu komen zij terug op hun eerder ingenomen standpunt. Dit is van belang voor het verdere verloop van de rechtzaak tegen ABP, aangespannen door AVV vanwege verboden leeftijdsdiscriminatie in de VUT regeling. In het eerste vonnis in deze zaak, gewezen op 23 januari, ging de kantonrechter mee in de redenering van ABP dat de regeling evenwichtig zou zijn. AVV is bezig een hoger beroep voor te bereiden en is verheugd dat Abvakabo en het ABP hun eerdere standpunten hebben bijgesteld.
WERKGEVERs SCHANDE
18 Mar 2008 21:52 uurBZK keurde de regelingen goed in de PK, maar wist zelf niet wat het betekende. De groep geboren in de periode 1950-1955 met zeer veel dienstjaren - 40 voor 62 jaar - is zo benadeeld dat velen arbeidsongeschikt zijn geraakt en/of volstrekt gedemotiveerd rondlopen. Een loyale groep met zeer veel ervaring en een positieve instelling is gewoon opgelicht. Dit betreft dan degenen die het doorhebben.Nog steeds snappen velen niet dat hun FPU op kapitaalbasis, in strijd met de wet, is overgeheveld naar hun ouderdomspensioen en dat zij de actuariële strafkorting aan de broek krijgen over hun inleg als zij het geld eerder dan 65 jaar opnemen. En dat terwijl de Wet VPL uitdrukkelijk regelt dat het FPU deel aan levensloop kan worden toegedeeld.
De werkgever heeft dit in de PK bedacht waardoor deze groep de dupe is.
De versterkte opbouw werkt niet meer voor deze groep, omdat zij te weinig jaren met deze versterkte opbouw maken. Het bizarre is dat iemand van 18 jaar die nu instapt weer wel op 60 jaar met 70% met vroegpensioen kan.
Alle lof voor de groep Nijmegen en AVV die gewoon gelijk hebben. En natuurlijk voor onze raadsman die consistent de fouten aantoont van de per 01-01-2006 ingevoerde regeling.
En de kantonrechter en CGB dan?
Zij verwijzen over en weer naar hun niet op feiten gebaseerde onjuistheden. Van maatmanberekeningen willen zij niet horen.
Eerlijkheid duurt het langst zei mijn grootmoeder al.
Succes ermee!!!!
G. van Gemeren
18 Mar 2008 21:59 uur
Er komt over enkele dagen nieuws over onze nieuwe procedure tegen de minister van BZK, de werkgever die verantwoordelijk is voor de regelgeving. Regelgeving die de groep geboren tussen 1950-1955, met veel dienstjaren op schandalige wijze benadeelt.
Wij gaan de Staat der Nederlanden in een civiele procedure aansprakelijk stellen voor onrechtmatige wet- en regelgeving.
Vreemd genoeg komen wij nog steeds collega's tegen die gefrustreerd rondlopen maar niet aan onze acties willen bijdragen.
Kom op, doe mee en steun ons, want ook de vakbonden beginnen te snappen dat het zo niet kan.
Er zijn nu 50 donateurs!!!!Om de procedures bij het Hof te kunnen voortzetten is uw steun hard nodig.
Lees verder onder Welkom.
Geef uw emailadres op voor het komende bericht !!
Xander
20 Mar 2008 16:31 uur
Ongelofelijk dat zo'n figuur vice voorzitter is van het ABP. Werkt eerst mee als vakbondslid aan de oplichting van de 55 minners en zit nu bij het pensioenfonds te zorgen dat zijn foute visie in stand blijft. Integriteit is ver te zoeken.
Ik doneer nog heden en als ik nog wat kan doen hoor ik het graag. Je hebt ,mijn adres.
Teun G.
-
18 Mei 2008 - 12:01
BERICHTEN Mei 2008:
Kantonrechter 27 Mar 2008 16:41 uurBij de Rechtbank Den Haag, sector kanton verzochten wij een voorlopig getuigenverhoor van de Staat der Nederlanden, in dit geval de minister van Binnenlandse Zaken.
Wij stellen dat sprake is van een onrechtmatige daden door de Staat door mee te werken in de Pensioenkamer aan diefstal van persoonlijke FPU, leeftijdsdiscriminatie, schending van gewekt vertrouwen en het niet nakomen van afspraken uit 1997 en de grote leugen over het 40-dienstjaren pensioen.
Helaas, de kantonrechter acht zich niet de voor deze zaak bevoegde rechter, omdat:
- het geen arbeidsconflict is (maar pensioen);
- omdat de vordering groter is van € 5000,-
- omdat onvoldoende duidelijk is waar de o.d. nu precies zit.
De kantonrechter stelde dat als wij dit
voorlopig getuigenverhoor van de Staat willen wij ons moeten wenden tot de "Sector Civiel van de Rechtbank". Die is wel bevoegd.
Het probleeem is dat wij dan een procureur moeten stellen (= een advocaat in de arm nemen). Zoals jullie weten hebben wij ook al een advocaat in de arm voor de zaak bij het Gerechtshof Den Bosch. De donaties zijn net niet voldoende voor de advocaatkosten en meer kosten willen wij niet zonder afweging van het verliesrisico nemen.
Wij gaan in overleg met onze adviseurs en laten jullie zsm weten of we verder gaan met het voorlopig getuigenverhoor.
Gezocht27 Mar 2008 16:43 uurHet zou mooi zijn als we een PRO DEO advocaat kunnen vinden voor deze prachtige en rechtvaardige zaak. Tips zijn welkom. Donaties ook.
VRAGEN27 Mar 2008 16:49 uurHieronder de vragen die wij aan de ambtenaren van BZK in de Pensioenkamer willen gaan stellen.
I VRAGEN aan verweerder BZK (mw Ogtrop, dhr Weimar en Ruud de Lange) over FPU+ arrangement
De vragen die verzoeker heeft luiden als volgt:
a. Vraag: Kan in plaats van de BZK standaardmodel uitvoeringsovereenkomst FPU+ ook een andere overeenkomst worden gesloten, zoals een storting ineens bij Loya-lis? Of een storting in een eigen BV? Is er een definitie van een FPU+ arrangement? Was het model verplicht?
b. In mijn WOB beroep vroeg ik niet de standaard ABP overeenkomst op, maar de standaardovereenkomst die de werkgever met de ambtenaar sluit, vaststellings-overeenkomst. Kunt u deze alsnog overleggen?
c. Wat kan zoal worden verstaan onder een vaststellingsovereenkomst?
Overzichten en tellingen van aantallen RIJKSambtenaren die een FPU+ regeling kregen aan-geboden en geboren zijn tussen 1950 en 1955 zijn er volgens BZK niet. In totaal zouden 6000 55-plussers gebruik hebben gemaakt van de regeling.
Van ABP en Ruud de Lange kreeg ik de volgende info: In 2005 is geen enkele ambtenaar met FPU-ontslag vertrokken zonder een FPU+ arrangement.
In 2005 gingen 389 ambtenaren geboren in 1950 met FPU. Daaronder waren ook twee amb-tenaren van de Rekenkamer die een FPU+regeling kregen door een storting ineens bij Loya-lis. De bedragen van de storingen staan in de jaarrekening BZK over 2005.
d. Vraag: is bovenstaande informatie juist? Zo ja hebt u aanvullingen?
Einde vragenlijst
H de Vries
6 May 2008
In reactie op het bovenstaande wil ik U mededelen, dat ik in 1943 ben geboren, en deze maand met pensioen ga, 42,56 jaar heb opgebouwd via de eindloonconstructie, en 4 jaar volgens het middelloon. Het ABP had geen gegevens meer voorhanden, die ik heb moeten opsturen, om een juiste pensioengrondslag te maken. Ik heb geen uniform pensioenoverzicht ontvangen, en ik ben in 1997 zelf heel alert geweest, om een berekening van mijn toekomstige pensioen aan te vragen. In december 2007 heb ik formulieren ingevuld voor het ouderdomspensioen, maar steeds weer kreeg ik foutieve berekeningen. Eind april heb ik 2 A viertjes ontvangen, met bruto en netto pensioenbedrag,waarin de helft minder is berekend als in 1997, waar mijn pensioengevend salaris hoger uitviel als nu. Ik voel me belazerd, heb nimmer bericht ontvangen omtrent wijzigingen,en wil het pensioen ontvangen zoals afgesproken, daar er voor mij niets zou wijzigen. Dit is collectieve diefstal. Ik ben al ontslagen wegens het aankaarten van fraude bij de gemeentelijke milieudienst te groningen, en nu ook nog mijn pensioen afhandig maken, dan is voor mij de kafka cultuur compleet.
Kafka
7 May 2008
ABP woekerpensioen. Nooit is aangetoond dat een fatsoenlijke rendement - hoger dan een spaarrekening - kan worden gehaald.
Merkwaardig dat kennelijk ook degenen geboren voor 1950 dit soort problemen hebben met ABP.
Overzicht kosten
17 May 2008 Uilhoorn & Fritse Af 71,40
25-03-2008 Uilhoorn & Fritse advo Af 53,55
16-01-2008 advo doss:06134/2008007/ABP-Wieringen
Af 321,30
19-11-2007 Uilhoorn & Fritse advo GT Af 89,25
22-10-2007 Uilhoorn & Fritse advo ABP weg ermee
Af 294,64
26-04-2007 Uilhoorn & Fritse advo
Af 567,98
De kosten overtreffen helaas de donaties !!
-
12 Juni 2008 - 09:31
JUNI 2008:
Berichten in juni 2008
Nogmaals de klos?
4 weken geledenIn 1997, 2004 en 2006 is het pensioen van degenen geboren in de periode 1950-1955 zwaar verslechterd. Degenen met veel dienstjaren kunnen nu niet meer bijspijkeren en het versterkte pensioen werkt niet meer voldoende door als het pensioen in zicht komt.
Maar kennelijk is het nog niet genoeg en wordt de groep die rechteloos is gemaakt nogmaals aangepakt. Dat blijkt uit een bericht van het Alternatief voor Vakbond.
De Jager wil prepensioen jongeren afschaffen.
Staatssecretaris De Jager wil voorkomen dat werknemers geboren na 1950 van de belastingregels “profiteren” om dubbel pensioen op te bouwen. Hij wil af van sommige mogelijkheden die geïntroduceerd zijn bij de intrede van de wet VPL waarmee de VUT afgeschaft werd, althans voor werknemers van na 1950. In CAO’s werden reparaties afgesproken waardoor werknemers hun pensioen eerder konden laten ingaan. Daardoor kregen ze wel een lagere uitkering. Om die uitkering te verhogen konden werknemers individueel bijsparen bij hun pensioenfonds. Deze mogelijkheid wil De Jager nu afschaffen. Volgens De Jager staat de belastingwetgeving deze bijspaarmogelijkheid feitelijk nu al niet toe maar werd het gedoogd als uitvloeisel om uitvoeringsproblemen te voorkomen. Volgens vakbonden en werkgevers worden hiermee echter afspraken geschonden. De Jager wil wel toestaan dat werknemers individueel bijsparen bij verzekeraars. Ook dit is een doorn in het oog van de sociale partners, die immers wel de pensioenfondsen besturen maar niet de verzekeringsmaatschappijen. AVV begrijpt de ophef niet helemaal. Het is altijd al zo geweest dat jongeren dubbel pensioen spaarden, eenmaal voor zichzelf en eenmaal voor hun oudere collega’s. Het enige wat in de loop van de jaren vergeten is is dat de verhouding jongeren versus ouderen wel erg scheef is geworden. En jongeren dus steeds meer voor hun oudere collega’s spaarden en steeds minder voor zichzelf. Ook is het opmerkelijk dat deze zet van De Jager net komt in het eerste kwartaal dat er wegens de woekerpolisaffaire vrijwel geen enkele beleggingspolis verkocht wordt door verzekeraars. Toeval? Misschien. Maar het lijkt een typisch staaltje hogere politiek: de verzekeraars krijgen weer meer kansen en de sociale partners moeten niet zeuren: jongeren blijven toch wel dubbel voor pensioen sparen. En hopelijk ook zelf nog een klein beetje pensioen opbouwen.
FPU Succes4 weken geledenFPU blijft een succes. Jaarlijks gaan nog duizenden ambtenaren geboren VOOR 1950, op kosten van hun jongere collega's die zelf geen recht op FPU hebben, met FPU.
Levensloop beperkt4 weken geledenDe levensloopregeling is verslechterd. De pensioenopbouw tijdens levensloop is teruggebracht tot maximaal één jaar. Verder moet voor de pensioenopbouw de grondslag van de uitkering tijdens levensloop op 70% gesteld worden.
Opnieuw zijn hiermee de mogelijkheden om een jaartje eerder te stoppen met werken beperkt. Voor alle duidelijkheid: levensloop is een vorm van onbetaald verlof: de uitkering is eigen geld.
Voortgang Procedure4 weken geledenDe zaak bij het Gerechtshof wacht op een reactie van ABP. ABP heeft al twee keer uitstel van conclusie gevraagd en van het Hof gekregen. Kennelijk toch een lastige zaak.
Negatieve Kas4 weken geledenDonateurs: 54 x € 25 = € 1350
Proceskosten:
06-05-2008 653976038 Uilhoorn & Fritse advo 06134/2008153/ABP GT Af 71,40
25-03-2008 653976038 Uilhoorn & Fritse advo GT Af 53,55
16-01-2008 653976038 Uilhoorn & Fritse advo doss:06134/2008007/ABP-Wieringen GT Af 321,30
19-11-2007 653976038 Uilhoorn & Fritse advo 06134/20077355/13-11/2007 GT Af 89,25
22-10-2007 653976038 Uilhoorn & Fritse advo 06134/315/12-10-07;ABP weg ermee GT Af 294,64
26-04-2007 653976038 Uilhoorn & Fritse advo factuurnr 2007109/doss.06134 GT Af 567,98
Conclusie: we hebben een negatieve kas en donaties zijn zeer welkom, want het einde is nog niet in zicht.
Arbeidsvoorwaarden1 week geledenWijzigingen arbeidsvoorwaarden overheidspersoneel
In 2008 wijzigen de arbeidsvoorwaarden binnen een aantal overheidssectoren. Eén van de belangrijkste wijzigingen betreft de versobering van het bovenwettelijke uitkeringsstelsel. De wijzigingen zijn voor de waterschappen al doorgevoerd, de gemeenten volgen per 1 juli 2008 en de overlegpartners in de provinciale sector streven er naar om medio 2008 vernieuwende afspraken te maken. Zodra de provinciale CAO gewijzigd is zal Capra Concreet hierover berichten.
Arbeidsvoorwaarden waterschappen
Eind 2007 is de nieuwe CAO voor waterschappen ingrijpend gewijzigd. De overlegpartners hebben als uitgangspunt het begrip 'employability' genomen. Het verkrijgen en behouden van de werkgelegenheid van medewerkers heeft centraal gestaan bij de totstandkoming van de CAO. Daarbij is afgesproken dat zowel werkgever als werknemer verantwoordelijk voor het halen van die doelstelling. De mogelijkheden om extra middelen in te zetten bij dreigend verlies van arbeidsplaatsen zijn verruimd. Nieuw is bovendien dat de CAO voorziet in sanctiemaatregelen indien één van de partijen niet voldoende inspanningen verricht om werkloosheid te voorkomen.
Daarnaast hebben de overlegpartner het stelsel van bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen per 1 januari 2008 veranderd. De bovenwettelijke uitkeringsaanspraken zijn zowel in duur als in hoogte gewijzigd. De duur van de aansluitende uitkering wordt aan de hand van een kantonrechtersachtige formule berekend, waarbij de leeftijd en het arbeidsverleden in overheidsdienst bepalend zijn. Een belangrijke verandering houdt in dat de aansluitende uitkering eindigt op de leeftijd van 62 jaar en drie maanden; voorheen bestond voor oudere medewerkers met een lang ambtelijk dienstverleden veelal aanspraak op een uitkering tot het 65ste levensjaar. Let op het overgangsrecht: medewerkers die vanwege reorganisatie of arbeidsongeschiktheid (minder dan 35%) ontslagen worden en die al 20 jaar in dienst zijn behouden hun oude uitkeringsrechten.
Verder is er een nieuwe beloningssystematiek ingevoerd. Gekozen is voor een marktconform stelsel waarbij het loon afhankelijk is gesteld van de beoordeling. Het is de bedoeling om medewerkers met deze beloningssystematiek extra te stimuleren hetgeen de kwaliteit en de effectiviteit van werkzaamheden zal vergroten.
Vanwege het discriminatieverbod zijn de leeftijdsdagen voor 40-plussers afgeschaft. De vrijkomende middelen worden gebruikt om de procentuele levensloopbijdrage te verhogen.
-
18 Augustus 2008 - 17:40
Onderzoek Bewijst:
kind van de rekening
Onze berekeningen laten een absurde uitkomst zien. De medewerkers geboren in en na 1950 met 40 deelnemersjaren kunnen uiterlijk met 62 jaar en 9 maanden met keuzepensioen tegen een percentage van minimaal 70% tot hun 65ste jaar. Maar na 65 jaar valt het pensioen terug naar het oorspronkelijke pensioenpercentage wat ver onder de 70% ligt.
Echter, bij de medewerkers die begonnen zijn na 1 januari 1996 zal ook na de leeftijd van 65 jaar een percentage van 70% gehaald worden.
En bij de medewerkers die begonnen zijn na 1 januari 2006 is na 40 jaar dienstjaren ook de 70% gegarandeerd na hun 65 jaar. Indien zij op of voor hun 21ste begonnen zijn zal men op 61 jaar en 6 maanden al er uit kunnen.
In dit onderzoek is geen rekening gehouden met de 0,8% FPU-premie die in de levensloop gestort kan worden. In dat geval kan een jongere nog 8 maanden eerder met keuzepensioen. Tel daarbij op dat in 2021 de verplichte FPU-premie vervalt en de inkoop afgefinanceerd is en het wordt duidelijk dat niet de zogenoemde jongeren maar degenen geboren in de periode 1950-1955 het kind van de rekening zijn geworden.
ABP
4 dagen geleden
Het Hof gaat deze maand besluiten of zij een uitspraak gaan doen. Alle stukken zijn gefourneerd.
-
27 December 2008 - 17:31
CHANGE:
PROCEDURE AVV loopt ook nog !!!
Alternatief voor Vakbond gaat door!!! Over ABP melden zij het volgende:
We hebben nog steeds een rechtszaak lopen (al bijna drie jaar) tegen de VUT regeling bij het ABP.
Die rechtszaak hebben we in eerste aanleg, bij de kantonrechter, verloren. Het vonnis was erg eenzijdig: de kantonrechter noemt bij elke klacht van ons alleen het ABP argument en zegt vervolgens dat het ABP gelijk heeft. Onze argumenten komen niet aan bod. Daarom zijn we in hoger beroep gegaan en proberen we nu de zaak voor te leggen aan het Europese Hof van Justitie. Weliswaar duurt dat nog langer, maar de kans op weer een eenzijdig oordeel is dan minimaal. We denken deze zaak te winnen en daarmee hebben we een sterk argument in handen om die tweede rol, aan de CAO tafels en de pensioentafels, af te dwingen. We denken dit met name omdat enkelen van jullie ons semi-interne stukken van ABP en ABVAKABO hebben toegestuurd waaruit blijkt dat ook deze partijen de VUT regeling “onredelijk” en “niet in balans” vinden. Dank voor het toezenden, blijf dit vooral doen!
We hopen dat jullie begrijpen dat we nog steeds alive and kicking zijn. We gaan ervan uit vanaf januari weer regelmatiger met jullie te mailen, en zullen dan ook weer op zoek gaan naar nieuwe bestuursleden.
Bovendien zullen we laten weten hoe we meer leden willen gaan werven, en hoe jullie actief kunnen worden voor AVV.
Change, we can also believe in….
Groeten van AVV.
zie www.alternatief voor vakbond.nl en wordt lid (al voor € 10) -
27 Februari 2009 - 17:54
Willem:
Pensioenfondsen, vooral het ABP en consorten blijven maar klagen, doen ze al jaren. Wat ze al niet teruggedraaid hebben! We moeten van de verplichtstelling af, Schrijf de politieke partijen hierover aan. Alles rekenen ze naar zichzelf toe, steeds maar weer. Streken, helemaal niet transparant en ook totaal niet mensvriendelijk. pensioenfondsen zijn destructief. Spaar 10% van je loon of koop een huis. De room van je werk afdragen aan een P.F. kost je tonnen aan euro´s. De room van het werk kun je het beste gebruiken in de bloei van het leven. Niet globetrottend over een berg, maar een blokje om of in de gangen van een verzorgingshuis met rollator dat is de meesten toebedeeld. Weg, weg met de verplichtstelling, dat is een groot publiekbelang. -
11 Augustus 2009 - 18:32
AVV:
Overgenomen van AVV
AVV heeft er al verschillende malen op gewezen dat de polderaars die beslissen over sociale zekerheid, oudedagsvoorziening, onderwijs, zorg etc etc, net iets te veel petten ophebben. Zo nu en dan gaat dat fout, soms een beetje fout, soms goed fout. Soms komt dit aan het licht, vaker echter blijft het onder de pet (een van de vele). Waar het vaak niet aan het licht komt, is met betrekking tot pensioenfondsen. Deze hoekstenen van onze oudedagvoorziening zijn in handen van de gevestigde vakbonden. Zij hebben het afgelopen jaar ruim 150 miljard Euro verloren, en de meeste fondsen moesten daarom voor 1 april aan de Nederlandse Bank vertellen hoe ze dit gaan oplossen. Pensioenfondsen hebben een lange termijn van 40, 50 jaar, en zijn ze dus nogal afhankelijk van toekomstvoorspellingen. Nu laten weinig zaken zich voorspellen, en de toekomst al helemaal niet. Hoe dan ook, de meeste fondsen hebben hiervan gebruik gemaakt om met van die lekkere rendementen te rekenen waar we de afgelopen jaren net gewend aan waren geraakt, “greed is good”, weet u nog wel. Oftewel, de fondsen schuiven de kosten door naar volgende generaties en gaan ervan uit dat we weer snel terug gaan naar business as usual. Af die pensioenpet, op die bondspet. Fluitje erbij, fuuuuuutttttt!De Europese organisatie van vakbonden (met leden als FNV, CNV en hun Europese broeders) laat weten dat de huidige recessie geen tijdelijke dip is, en dat de recessie spiraal voorlopig niet meer onder controle komt, kortom: een Financial meltdown. Snel weer die bondspet weg en die pensioenpet op, want we krijgen vragen. En die kunnen we dan mooi beantwoorden in termen van “nominale rechten”, “herstelindexatieambitie”, “opgaande rendementsprognoses”, “solidariteitsgedachte”, etc etc. “Nog vragen? … Nee, voor de inhoud van de regeling op hoofdlijnen moet u bij uw bond zijn, wij gaan over de uitvoering van de die inhoud. … Ja, inderdaad, als fondsbestuur kunnen wij uw rechten en premies geheel eenzijdig wijzigen, maar dat moet u los zien van de inhoud van de regeling.”.....................................Wij blijven pleiten voor transparantie en democratie. AVV, juist nu.
-
11 Augustus 2009 - 18:34
REACTIES:
Reacties op bovenstaand reisverslag
jules
10 mei 2009
het " pettenprobleem" in pensioenfondsbesturen bestaat al sinds de zeventige jaren van vorige eeuw! NIks nieuws dus, ook niet nieuw is dat de aldaar " meepratende deskundige werknemersvertegenwoordigers" over het algemeen niet gehinderd door ENIGE actuariele en/of beleggingskennis" keer op keer premieverhogende en aanspraakverminderende besluiten door de strot geduwd kregen door de Fondsbestuurders van werkgeverszijde, die er de laatste 20 jaar enkel toe geleid hebben, dat ambtenaren, die bij de St. PF ABP zijn aangesloten of pensioen ontvangen, vele miljarden en nog eens miljarden guldens en euros aan " rechten" of opgebouwde aanspraken zijn kwijtgeraakt.
Van de werknemersbonden.........mag je op pensioengebied echt NIKS (meer) verwachten, ze worden al jaren door de fondsbeheerders in de watten gelegd en om de tuin geleid.
Waarom zouden ze nog ' vechten' voor hun achterban? Ze worden toch nooit op hun verantwoordelijkheid aangesproken, laat stan dat ze al weten wat deze inhoudt!
jules
Henk de Vries
4 juni 2009
Je kunt je toch niet voorstellen dat de sociale partners uitmaken wat U aan pensioen zult ontvangen. Wat is de reden dat ook de overheid in alle talen zwijgt waar het over het ABP pensioen gaat. de berekeningen middels de voorgeprogrammeerde computers hanteren niet de pensiooenreglementen, maar het ABP hanteert de stelling volgens ons. Waar volgens ons kunt U het opgegeven salaris nimmer hebben verdiend, terwijl volgens mij ik bewijzen heb, waar dit wel het geval is, maar het ABP volgens ons de deelnemers niet alleen oplicht, maar ook misleid en de zorgplicht heeft geschonden, wat gebruikelijk is in de financiele wereld waar men met andersman gelden heeft gespeculeerd, en mijns inziens het instituut ABP grondig moet worden doorgelicht, en zonodig moeten er koppen rollen, daar mensen zich suf zullen moeten procederen om te ontvangen naar recht, en niet naar wat de vakbonden hebben bekokstoofd middels een van de vele onderonsjes. Dit kunnen we met zijn allen toch niet tolereren? En de overheid en kamerleden houden zich alle wijselijk op de achtergrond, terwijl het volk wordt beduveld met een gemarginaliseerd pensioen. Hoezo normen en waarden? Belangen en macht is meer aan de orde
-
11 Augustus 2009 - 18:37
UITSPRAAK HOF:
UITSPRAAK HOF 03-03-2009
Het Hof Den Bosch stelde op 3 maart 2009 vast dat vroegpensioen (FPU) door het ABP mag worden toegevoegd aan het ouderdomspensioen. Daarmee bekrachtigde het HOF een eerdere uitspraak van de kantonrechter te Heerlen.
Han van Wieringen, juridisch adviseur in Hazerswoude en parttime medewerker bij de Algemene Rekenkamer, spande de zaak tegen het ABP aan, omdat circa 60 ambtenaren zich gedupeerd voelden door een regeling die het ABP trof toen het vroegpensioen /FPU in 2006 werd afgeschaft.
Deze ambtenaren hadden naast de gedwongen bijdrage voor het vroegpensioen/FPU, zelf extra geld bijgestort om zo nog één of twee jaar eerder te kunnen stoppen met werken.
Dat geld werd begin 2006 door het ABP samen met de gedwongen FPU-bijdragen, gestort in het ABP Keuzepensioenfonds. Daardoor konden zo’n vier procent van de ambtenaren niet meer kon beschikken over hun individuele vroegpensioen/FPU.
Van Wieringen stelde dat eigen FPU kan worden gestort in een levensloopregeling. Daardoor zou het geld weer kunnen worden gebruikt voor vroegpensioen, zoals was afgesproken met het ABP. ‘Op deze manier hebben deelnemers niets meer aan dit spaargeld,’ stelt hij. Het geld was gestort voor een bepaald doel maar nu kunnen de ambtenaren er niet meer bij.
Uitdrukkelijk besloot de Tweede Kamer dat dit bedrag wel naar levensloop mag, maar ABP heeft er gewoon geen zin in. Het heeft niets te maken met de wet, maar met onwil van vakbonden en de werkgever in de Pensioenkamer.
Het HOF legt het ABP geen stroobreed in de weg.
ABP vond het wel vervelend dat gaandeweg het spel de regels werden veranderd,’ zegt een woordvoerder van het ABP. ‘Bijspaarproducten hebben een pensioenbestemming en de Pensioenwet stelt dat die hun bestemming moeten houden. Dit is een gevolg van een akkoord tussen de sociale partners en het kabinet en het ABP moet zich daaraan houden.’
De zaak die Van Wieringen heeft aangespannen tegen het ABP is niet de enige waarin de prepensioenregeling/FPU ter discussie staat. Ook de vakbond AVV (Alternatief voor Vakbond) stapte naar de rechter en ook daar loopt een hoger beroep bij het Gerechtshof.
Het hoger beroep van AVV in deze zaak speelt aankomende juni.
Dit is een ingekorte versie van een artikel dat a.s. vrijdag in PM verschijnt.
www.pm.nl
-
11 Augustus 2009 - 18:39
Uitspraak HOF:
Analyse uitspraak
8 maart 2009
Binnenkort verschijnt een analyse van de uitspraak van het HOF
samenvatting
9 maart 2009
Afschaffing FPU-regeling voor 55-minners per 1-1-2006 houdt t.a.v. 55-minners geen verboden leeftijdsonderscheid in. Sociale (overheids)partners zijn ingevolge art. 4 WPA tot wijzigen of vervangen van pensioenovereenkomst bevoegd, ook tot wijziging ingangsdatum vroegpensioen. In het geval werknemer met pensioen wil gaan in de periode vóór zijn 65 jaar en bezwaar heeft tegen omzetting van de FPU-componenten in ABP Keuzepensioen, is ABP niet bevoegd die FPU-componenten eigenmachtig om te zetten in ABP Keuzepensioen en als zodanig uit te keren, aangezien ABP alsdan handelt in strijd met en 83 PSW (voorheen art. 32ba PSW).. Geen misleiding door ABP van 55-minners die vrijwillig hebben bijgespaard voor FPU-pensioen. Gene verplichting voor ABP om bedragen die werknemer vrijwillig heeft betaald voor FPU-bijspaarproducten aan werknemer terug te geven of toe te voegen aan zijn levensloopregeling.
Analyse
9 maart 2009
Net zoals de kantonrechter volgt het HOF in deze zaak klakkeloos de uitspraak van de CGB uit 2005. En daar gaat het dus mis, want wij publiceerden ons onderzoek waaruit blijkt dat deze uitspraak van CGB niet juist kan zijn en indertijd in grote haast en onder politieke druk tots stand kwam.
Sponsor gezocht
9 maart 2009
Wij hebben € 15.000,- nodig om in cassatie beroep te gaan tegen dit vonnis. Wij gaan ABP vragen om dit te betalen, want wij hebben het niet.
Bedankt
9 maart 2009
Alle donateurs, bedankt voor de steun. Hiermee lijkt aan deze zaak een einde gekomen. Er is nog een paard in de race, namelijk de zaak van AVV. Wij wachten dat af.
Pensioenadvies nodig?
U weet waar u moet zijn, in elk geval niet bij het ABP!
-
12 Augustus 2009 - 15:04
Jenneke Rietveld:
Het bovenstaande reisverslag heeft mijn volledige steun. Het is ook mijn verhaal. Al twee en een half jaar wordt er bij de gemeente gewerkt aan een leeftijdsbewust personeelsbeleid. Tot op heden is er nog geen regeling.In 1966 gestart met werken. Nu na 43 jaar wordt je gestraft. Niet met 57 en half met FPU, korting op het pensioen als je met 60 jaar wil gaan genieten. Dan zit er 45 jaar arbeid op. De planning voor de toekomst is volledig weggehaald. Er is schade aangericht in mijn persoonlijke levenssfeer. Hier wordt volledig aan voorbijgegaan. Na jaren van goede hoop is nu heel duidelijk geworden dat er geen perspectief mogelijk is zonder proces. Mijn carriere staat stil, van de een op de andere dag ontnemen ze je de toekomst en je gemaakte plannen, de financiele vooruitzichten zijn om te huilen. Ik ben er ziek van geworden al twee keer.
Als er nog een bijdrage van 25 euro nodig is dan hoor ik het wel.
Met vriendelijke groet,
Jenneke Rietveld
29-01-1951.
e-mail style25@orange.nl
-
29 Januari 2013 - 11:48
Jan Van Hecke:
Is dit nog actueel, of is na de laatste uitspraak geen vervolg gekomen ? Is de AVV nog verder gekomen ?
Jan 24-01-1952. -
18 September 2017 - 12:49
Sandra:
Is de zaak FPU / ABP nog steeds actueel ?
Zijn er nog andere paden ingeslagen na de uitspraak door het hof in Den Bosch.
ABP vertaald FPU in laatste overzichten als 'voorwaardelijk pensioen'. Verlaat je de overheid in de komende jaren, dan verdampt het vrijwillig gespaarde extra FPU totaal of extra helemaal.
-
13 Mei 2020 - 14:57
Tom Roording:
Helaas klopt het verhaal niet helemaal, ben 14 maanden voor mijn 65ste in de FPU gegaan.
Als ik tot mijn 65ste zou blijven werken levenslang 16778 euro krijgen.
Maakte gebruik van de FPU en krijg 13306 euro per jaar. Dus ik betaal mijn eigen FPU volledig als mijn leeftijd 78,5 is, daarna ga ik ook de boot in want het bedrag zal nooit hoger worden en vergeet niet dat in mijn werkzaam verleden ook ik de opgebouwde FPU zuil heb opgezet en daar niets van heb gekregen.
Graag genuanceerd het verhaal brengen van de mensen voor 1950 (ben van 1949).
Voor mij heb je gelijk als je aangeeft dat een ieder die FPU heeft afgedragen belazert wordt, heb ook nooit begrepen waarvoor en voor wie de FPU een voordeel is geworden met uitzondering voor ABP.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley